Antonetta Hendrix

25 mei 1722: Gerrit Claessen en zijn vrouw Marija Hendricx, hij legateert aan zijn nicht Catrina Peters f. 100,-; zij aan haar neefje Jan Jans Nielen f. 100,-; Marija legateert aan haar man Gerrit f. 300,-; aan hun tegenwoordige knecht Jan Hendricx Ermers f. 100,-; erfgenamen van Gerrit: Jan, Wilbertje, Catharina en Hendrick Peters, kinderen van zijn nicht Maria Jans in plaats van hun moeder en voor de andere helft zijn neef Jacob Jans. Erfgenamen van Marija: de kinderen van haar zuster Lijsbeth Hendricx; de kinderen van Jan Hendricx; de kinderen van Peter Hendricx; Anthonetta en Hermen Hendricx en Peter Hendricx de Kleijne haar broer (bron: BHIC, Notarieel archief Cuijk, toegangsnr. 7127, inv. nr. 5, akte nr. 134)

15 februari 1737: Jan Jans; Thonis Peters; Thijs Peters; Peter Peters; en Neesken Peters, e.v. Kersten Jans; alsmede Gertruijd Jans; Maria Jans; idem Hermen Geurts; Jan Reijnen; Reijn Reijnen; Thonis Peters; Neesken Peters en Elisabeth Peters; enerzijds; en Hermen Hendrix; Peter Hendrix en Maria Hendrix; Peter Jans; Alegonda Jans; Jan Jans; Catharijn Jans, Maria Jans; en Anneken Jans; alsmede Jan Jans; Hendrijn Jans; en Gertruijd Jans; alsmede Thonis Peters; Neesken Peters; en Elisabeth Peters; anderzijds; zijnde de eerstgenoemden allen erfgenamen van Peter Jans; en de tweede allen tezamen erfgenamen van Anthonetta Hendrix; in leven El.; en zijnde alle genoemde vrouwspersonen geassisteerd door de gesubs. Scholtus Anthonij Verstraten, als hun gekozen nmomboir; en dewelken verklaarden dat ze een overeenkomst hebben bereikt om tot scheiding en deling te komen van de door de wijlen echtelieden nagelaten reële erfgoederen. Daartoe zijn twee loten gemaakt. Het eerste lot bestaat in de helft van een zeker huis, schuur, bakhuis en hof, met de bijbehorende landerijen, alsmede het houtgewas daarop en om staande, alsmede het koren te velde en hetgeen nog in genoemde schuur is, in het geheel groot ca. 3 holl. mergen in den Boer onder St. Huijbert, oost de Roode Beeck, west de gemeente, zuid naast de erven van Lambert Hendrix en noord naast Reijn Aarts. Idem een stuk bouwland, groot ca. 1 mergen, onder genoemd dorp, rondom in de gemeente. Alsnog een stuk weiland, groot ca. ¾ mergen, in de Hoeve, met een zijde naast de erven van Aart Peters, de andere zijde naast de erven van Jan Reijnen, het ene eind uitschietend op de gemeente en het laatste eind op de erfgenamen van Lambert Zelten. Dit lot is ten deel gevallen aan Hermen Gerrits en Gertruijdt Willems, El., waartegenover zij aan Jan Jans Thonissen en de erfgenamen van Peter Jans telkens een som van 250 gls moeten uitkeren. Het tweede lot bestaat in een huis, schuur, schop, bakhuis, varkenskooi en hof, met ca. 1 mergen bouwland, onder St. Huijbert, met een zijde naast de RoodeBeeck, de andee zijde nast het Braecksel, het ene eind uitschietend op de erven Michiel Jans, en het andere eind op de gemeene straet. Idem een loop bouwland op het Braecksel, naast de erven van Thomas Peters. Alsnog een stuk bouwland, groot ca. 1 mergen, met een zijde naast de erven Gerrit Aben. Idem nog een stuk bouwland, groot ca. 1 mergen, op het hooge veldt onder Wanroij, met beide zijden naast de gemeene straet. Alsmede een stuk weiland, groot ca. ½ mergen, onder Wanroij, naast de erven van Wijn Jans. Nog een stuk weiland, groot ca. ½ mergen, in de hoeve onder St. Huijbert, naast de erven van Gerrit Nelissen. Tenslotte nog ¼ deel van een mergen “hooijlandt in eenen camp genaamd Külle Camp”, onder Mill. Dit lot is ten deel gevallen aan Hermen Hendrix en Elisabeth Jans, El., dewelke hiertegenover telkens een som van 100 gls moeten uitkeren aan Jan Jans Thonissen, de kinderen van Elisabeth Jans, de kinderen van Barbara Jans, de kinderen van Reijn Jans, aan Gertruijdt Jans en aan Marija Jans. Daarnaast zijn ze nog gehouden alle schulden te betalen die voornoemde Anthonetta Jans mocht hebben nagelaten (bron: BHIC, Schepenprotocol Mill, toegangsnr. 7040, inv. nr. 561, akte nr. 36, fol. 265-273)