Martinus Hermanus Nooij

Henricus en Geertje Nooij kregen op 9 oktober 1779 te Edam een zoon genaamd Martinus Harmanus Nooij. Hij had vier broers, Hermanus (1778-1816), Joannes (1780), Cornelis (1782†) en Cornelis (1785) en één zus Christina (1783). Hij had ook nog een halfbroer Gerrardus (1788-1837) en twee halfzussen: Catharina (1791) en Gaartje (1794).

Hij maakte in Edam als kind de tweestrijd tussen Prinsgezinden en Patriotten mee, die eindigde met de proclamatie van de Bataafsche Republiek in 1795, waarmee thuisstad Edam kort onderdeel werd van het departement Texel (1798-1801) en het departement Holland (1802-1806). In 1806 maakte hij de oprichting van het Fransgezinde Koningrijk Holland mee, waarmee Edam onderdeel werd van het departement Amstelland (1807-1810).

Dankzij de verheffing van Amsterdam tot hoofdstad, verschoof het politieke en economische zwaartepunt van Holland naar het Zuiderkwartier. Mogelijk was dat naast de stagnatie van de Edamse scheepsvaart een reden voor verhuizing daarheen.

Martinus Hermanus Nooij trouwde op 10 oktober 1803 te Edam met Johanna Peeters (1767-1809). Zij kregen één zoon, Hendrik (1806-1886), en drie dochters: Geertruij Johanna (1804†), Joanna Maria Waanders (1807-1855?) en Catharina Agnes (1809-1827).

Hermanus verhuisde rond 1809 naar de Brouwersgracht te Haarlem. Hij was aldaar werkzaam als Bosscher Beurtschipper van de Haarlemmer Buiten-Veer. Hij vervoerde volgens een dienstregeling passagiers, vracht en vee langs het traject Haarlem-Den Bosch. Hij maakte ook tussenstops te Gouda en mogelijk te Gorinchem. Hij maakte in deze hoedanigheid in 1810 de inlijving van Holland in het Franse Keizerrijk onder Napoléon Bonaparte mee.

Hij trouwde ergens na 15 juni 1810 (2e huwelijk) te Haarlem met de eveneens uit Edam afkomstige Agatha (Aafje) Bakker (1785-1844). Zij kregen twee zoons, Joannes (1810-1848) en Cornelis (1813), en drie dochters: Geertruida Christina (1812), Johanna (1814) en Cornelia (1816).

In de Oprechte Haarlemsche Courant van 28-7-1825 staat dat de Amsterdamse burgemeester Harmanus Nooij als derde beurtman te Amsterdam aanstelt. Voortaan zal hij twee maal 's weeks, en wel dinsdag en vrijdag, een uur voor het luiden der Boomklok vertrekken vanuit Amsterdam naar Den Bosch en Maastricht.

Hij stierf op 24 juli 1846 te Amsterdam aan boord van zijn schip De Liefde. Zijn vrouw Agatha was twee jaar eerder overleden aan boord van het schip de Vrouw Agatha liggende aan de Turfsingel te Gouda.

Op 24 augustus 1846 werd postuum in de Nieuwe Stadsherberg aan het IJ zijn "welbezeild damloperschip de VROUW AGATHA" (82 tonnen, NLG 800, in slag NLG 50) aan makelaar C.A. Schröder. [Algemeen Handelsblad].