Epe Tietes van Hettinga

http://www.romansonline.com/familie/Familie.asp?ID=3719

1450-1486

Bewoont stins te Teroele, vecht mee in de twisten van Schieringers en Vetkopers te Teroele capitey van Ter Oele.

Overleden na 21 feb 1491, zoon van Tiete van Hettinga (II) en Etheke Epesdr van Ockinga.

Heerschap te Hommerts in 1491 (zie GJB 1984-69).

Hij testeerde in 1483.

OFO II-134 d.d.26-8-1486:brief aan Epa Tetazoen en zonen.

OFO II-154 en OFO IV-75 d.d.28-6-1487:genoemd bij het verbond tussen Westergo en delen van Oostergo.

Ook genoemd in OFO II-161 d.d.28-7-1488 en verder in de Sneker recesboeken onder 14,1197 d.d.21-2-1491 en rond 20-8-1492 (=OFO III-23).

Volgens de Encyclopedie van Friesland en het "Dootboeck",GEN 742,zou hij op 7-3-1486 zijn gedood te Hemelum,maar dat lijkt dus onjuist.

Epe was gehuwd met Jel Hommesdr van Hommema, afkomstig uit Dronrijp, dochter van Homme van Hommema en Ymck Haringhsdr van Harinxma. Zij testeerde in 1494.

De Hettinga's hadden hun stamgoed in de Hommerts. Omdat Epe Tites Hettinga meerdere kinderen had, vestigden dezen zich elders: in Heeg, in Teroele en in Abbega. Namens het laatste dorp trad in 1487 Douwa Epaz Hittinghe als vertegenwoordiger op, toen hij de Bolswarders aanmaande de vaarten en wegen in Abbega vrij begaanbaar te houden. In hetzelfde jaar was hij

tevens grietman van Wymbritseradiel. In de "oorlog om de heerschappij in Bolsward" bezette Douwe Epez in 1494 een stadspoort in Bolsward; later zat hij gevangen op Juwingahuis; hij werd in 1496 doodgeslagen.

Omdat Douwe Epez' moeder Jel Hommema was, een zuster van Fedrick Hommema in Dronrijp,3390 is het verleidelijk met oudere auteurs te speculeren over de mogelijkheid dat de Hommema's van Dronrijp en de Hommema's of Homminga's van Abbega één familie waren en Jel een dochter van Homme Homminga, en te veronderstellen dat de Hettinga's hun positie in Abbega - evenals de Siaerda's in de Morra - aan de Homminga's dankten. De bestorming van de Siaerda-stins in de Morra in 1490 zou dan een twist tussen neven zijn geweest. Er is tenminste één ondersteuning voor deze hypothese: Wobbema-goed dat in 1640 eigendom was van erfgenamen van Hettinga (en indirect dus van Jel Hommema van Dronrijp) was in 1447 bij de zoen tussen Hessel Albada en Homme Homminga van Abbega aan de laatste toebedeeld. De huwelijksbanden tussen hoofdelingenfamilies uit de omgeving van Franeker en Dronrijp en uit Wymbritseradeel (Sjaerda uit Franeker, Homminga in Abbega, Hommema uit Dronrijp en Hettinga uit de Hommerts) zijn beter te plaatsen indien we de Abbegaaster en Dronrijpster Hommema - s/Homminga's als één familie zien.