Rodolphus (Roelof) Jansz de Raet

Is your surname de Raet?

Research the de Raet family

Rodolphus (Roelof) Jansz de Raet's Geni Profile

Share your family tree and photos with the people you know and love

  • Build your family tree online
  • Share photos and videos
  • Smart Matching™ technology
  • Free!

Rodolphus Jansz de Raet

Also Known As: "Roelof Jansz Raet", "Roeloff die Raet Janss", "Roeloff die Raet Jansz", "Roeloff die Raet Jans", "Rudolphus de Raet", "Rodolphus Raet", "Rudolf de Raet", "Rudolf von Raet", "Roelof de Raadt"
Birthdate:
Death: 1551 (76-86)
Zaltbommel, Zaltbommel, Gelderland, Netherlands
Place of Burial: Zaltbommel, Zaltbommel, Gelderland, Netherlands
Immediate Family:

Son of Joannes (Jan) de Raet and Agnes Jansdr van Heusden
Husband of Elisabeth de Cocq van Delwijnen and Heilwigis (Heijlwich) Fredericksdr van de Poll
Father of mr Elias de Raet; Maria Roelof Jan de Raet; Arnoldus (Arent) Roelofsz de Raet and Johannes Raet
Brother of Henricus (Hendrik) Jansz de Raet; Ott Jansz de Raet and Claes Jansz de Raet

Occupation: Lakenkoopman
Managed by: Private User
Last Updated:

Over Rodolphus (Roelof) Jansz de Raet (Nederlands)

Roelof de Raet was tussen 1516 en 1544 schepen van Zaltbommel en in 1500, 1516, 1520, 1526 en 1539 borgemeester van Zaltbommel (bron: Wekelijks nieuws uit Loven, mede beschrijvinge diër stad, 1776, vyfde deel, pag. 344; Joh. Theod. de Raadt, "De voormalige heerlijkheid Beugelskamp", in: De Navorscher. Een en dertigste jaargang. Nieuwe serie. Veertiende jaargang, Amsterdam, 1881, pag. 516; ; R.H.C. van Maanen. "Schepenen in Zaltbommel 13e-16e eeuw", in: Genealogisch Tijdschrift N.G.V. Afdeling Betuwe, 2000, nr. 2, pag. 21; Nederlands Adelsboek Jaargang 90 (2002-2003), Po-Ra, Centraal Bureau voor Genealogie, 's-Gravenhage, 2003. De Raet (I), pag. 335; Wapenalbum van families Bommelerwaard, 1300-1850, nr. 2357, Een beknopt genealogisch overzicht De Raet; P. v.d. Zalm. Wapenalbum van families Bommelerwaard, 1300-1850, 2007, nr. 2364, Raet, Roeloff die ... Jans)

13 februari 1516. Schepenen Aelbertus de Nijwaell en Rodolphus Raet
Waerbrieff supra predicta
Nos Aelbertus de Nijwaell et Rodolphus Raet scabini in Zautboemell protestamur quod ego Aelbertus predictus promisi Lamberto Thome mercatori plenam warandiam facere super quinque hont terre site in jurisdictione de Bruechem inter hereditatem mense sancto spriritus opidi de Zautboemell ab uno latere versus occidentem et communem vicum ab alio latere versus orientem extendente cum uno fine versus meridiem super hereditatem eiusdem predicte mense sancti spiritus et cum alio fine versus aquilonem super communem vicum Quam terram predictam ego Aelbertus predictus vendidi Lamberto predicto prout in litteris scabinalibus de banca de Zuijlinchem super hoc confectis plenius continetur Tali adiuncta condicione quod si unique in tempore futuro eidem Lamberto predicto terra vendita predicta aliquo jure abiudicata fuerit et quod illa abiudicacio non proveneret ex parte Lamberti predictam extunc et in illum eventum ego Aelbertus predictus promisi Lamberto predicto quinquaginta florenos aureos dictis hertoch Philips gulden bonem et legalium infra dimidium annum proxime et immediate sequente post diem abiudicacionis terre vendite predicte ad jus opidi nostri persolvendam Nostrarum testimonio litterarum Anno domini millesimo quingentesimo decimosexto mense februarij die decimatercia
Deze waarbrief behoort bij een akte in de Bank van Zuilichem, gedateerd 25 juli 1526.
Transfix.
Aanhangend: 24 juli 1526
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f. 90v / s. 148)
op citaat: De Hoge Bank van Zaltbommel

24 juli 1526. Schepenen Roeloff die Raet Janss en Andries Geritss
Wij Roeloff die Raet Janss ende Andries Geritss scepen in Zaltboemell tugen dat voir ons komen is Lambert Maess die Kremer ende heefft vercofft ende opgedragen voir vijfftich pont gever penningen die hij giede dat hem betailt sijn den brieff daer desen tegenwoirdigen brieff doirsteken is ende alle tgehaut des brieffs als daer in gescreven steet Heer Reyner Vorsterman canonick der kercken van Zaltboemell ende Theus Janss van Bruechem als Heilige Geestmeysters ende tot behoeff der tafelen des Heiligen Geest van Zaltboemell voirss. erffelicken te besitten Ende Lamert Maess voirss. verteech opten brieff ende op tgehaut des brieffs voirss. gelovende doen te vertijen allen die gene die van sijnre wegen op den brieff ende op tgehaut des brieffs voirss. mit recht vertijen sullen Hij geloeffden oick te waren van sijnre wegen Heer Reyner Vorsterman ende Theus Janss tot behoeff als voirss. den brieff ende tgehaut des brieffs voirss. jaer ende dach als recht is voir allen die gene die ten recht komen willen Ende van sijnre wegen alle voirplicht aff te doen vanden selven In orkonde onser litteren Gegeven int jaer ons Heren dusent vijffhondert ses ende tweyntich op Sunt Jacops avont Apostell
Deze transfix behoort bij een akte in de Bank van Zuilichem, gedateerd 24-07-1526.
Transfix.
Hangt aan: 13 februari 1516
Bron: Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis (f. 90v / s. 148)
op citaat: De Hoge Bank van Zaltbommel

4 augustus 1527. Akte waarbij Baudewijn Henricksz. en Andries Geritsz., schepenen te Zaltboemell, oorkonden, dat Roelff die Raedt Jansz., burgemeester van die stad, Ghisbert Henricksz. van Asperen als burger heeft aangenomen.
Wij Baudewijn Henricksz ind Andries Geritsz schepen in Zaltboemell tuijgen dat voer ons komen is Roelff die Raedt Jansz als burgermeister der stadt van Zaltboemell ind heeft ontfangen Ghisbert Henricksz van Asperen tot enen burger van Zaltboemell vursz. gelieck met gewoentliken ind sculdich is die burgeren vander selver stadt vursz. te ontfangen In oerk. onser litteren Gegeven int jaer ons heren duijsent vijff hondert seven ind twentich den vierden dach der maent augusti
NB: De zegels van de oorkonders zijn verloren.
Datering: Gegeven int jaer ons Heren duysent vijffhondert seven ind twentich den vierden dach der maent Augusti.
Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 146 - Regest nr. 108
op citaat: De Hoge Bank van Zaltbommel

21 februari 1528. Schepenen: Roeloff die Raet Janss en Elbert Geritss
Wij Roeloff die Raet Janss. ende Elbert Geritss. scepen in Zaltboemell tugen dat voir ons komen is Erck Jan Selkairtsdochter, echte huijsfrouwe Henrick Korstenss. ende sijnre volmechtich, heeft vertegen op allen recht ende toeseggen zij durch dode Jan Selkairt oeren vader voirs. bestorven mach wesen in huijs ende erff gelegen in der stat van Zaltboemel in die Koninckstraet tusschen Cornelis Thijssen ter eenre zijden ten oisten ende ter anderen zijden Gielis die Weever ten westen, streckende mitten enen eijnde ten noirden op die gemeijn straet voirs. off soe wie mit recht daer naestgelegen mogen sijn, tot behoeff Arien Peterss. erffelick te besitten. Zij geloeffden oick als voirs. van haere wegen alle voirplicht aff te doen van den selven. In oirkonde onser letteren gegeven int jair ons heren dusent vijffhondert acht ende twyntich den een ende twyntichsten dag in Ffebruario
Met uithangende zegels van Roeloff en Elbert.
Afschrift staat in ORA Zaltbommel, inv. 304, f. 66.
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen, inv. 65
op citaat: De Hoge Bank van Zaltbommel

18 augustus 1528. Vier getransfigeerde akten betreffende een erf in de Strickstraat te Zaltbommel, 1528, 1532, 1541.
Akte waarbij Roeloff die Raet Jansz. en Elbert Geritsz., schepenen te Zaltboemell, oorkonden, dat heer Gerit Vorsterman, prior van het Regulierenconvent aldaar, verkocht heeft aan Zeger Jacopsz. een erf met toebehoren aan de Strickstraet te Zaltboemell, onder de last van een jaarlijkschen tijns op het St. Katherynen altaar.
Wij Roeloff die Raet Jansz ende Elbert Geritsz scepenen In Zaltboemell tugen dat voir ons komen is heer Gerit Vorsterman prior des convents vanden Regulieren bynnen der Stadt van Zaltboemell gelegen inden name ende van wegen des gemeijn convents voirsz. ende heefft vercofft ende opgedragen voir twyntich pont gever penningen die hij gieden dat hem tot behoeff des convents voirsz. betailt sijn, een erff mit sijn toebehoren gelegen bynnen der Stadt van Zaltboemell In die Strickstraet tuschen Ott naegelaten wedue Dirck Knijff ter eenre sijden ten noirden, ende ther ander sijden Thonis Aertsz, streckende mitten enen eijnde ten westen op erffenisse Gerit van Berck, ende mitten anderen eijnde op die gemeijn strait voirsz. ten oisten off soe wie mit recht dair naistgelegen mogen sijn Zeger Jacopsz in enen eijgendom mit thijns eenre porcien op Sunte Katherijnen altair jairlix mit recht daer uyt te betalen erffelicken te besitten Ende heer Gerit Vorsterman prior inden name ende van wegen des convents voirsz. verteech op dit erff mit sijn toebehoren voirsz. ende geloeffden mede doen te vertijen alle die gene die mit recht dair op vertijen sullen Hij geloiffden oick als voirsz. te waren Zeger Jacopsz voirsz. dit erff mit sijn toebehoren voirsz. jaer ende dach als recht is voir alle die gene die ten recht komen willen, Ende alle voirplicht aff te doen vanden selven uytgenomen den thijns voirsz. In oirkonde onser litteren Gegeven int jair ons heren dusent vijffhondert acht ende twyntich den achtienden dach der maendt Augusti
NB: De zegels van de oorkonders zijn verloren.
Transfix.
Aanhangend: 11 april 1532
Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 1884 - Regest nr. 110
op citaat: De Hoge Bank van Zaltbommel

24 juni 1538. Schepenen: Roeloff die Raet Janss en Arnt Schoeck
Wij Roeloff die Raet Janss ende Arnt Schoeck scepenen in Zaltboemel tuijgen dat Jacop Storm heeft geloift Egen Dirck Ghijsbertss thijns vier gulden brabantz twintich stuver brab. genc ende geve indertijt der betalinge off drie goede Geld. snaphaenen mit twee stuver daer op voir elcken gulden voirs. gerekent ende den golden Geld. rijder gulden voir vijff ende twintich stuver, opten Korsdach naestcomende ende soe voirt jairlix opten Korsdach te betalen ende te bueren uijt huijs ende erve gelegen binnen Boemel in die Boschstraet tusschen Matheus Jacopss ter eenre sijde ten noirden ende Jan Thomaessen? ter andere sijde ten zuijden, streckende mitten eenen eijnde ten oosten op die straet voirscr. off soe wie mit recht daer naest alomme gelegen mogen sijn. Voirt uijt allet gene dat hij nu ter tijt off hier naemaels ennichsins vercrijgen mach in den gerichte van Zaltboemel gelegen, welcken thijns voirscr. weert zaeck dat hij alle jaer ewelicken opten termijn der betalinge nyet betaelt en weere dan soe sal dair alle weke daer naestcomende een peen van anderhalff stuver brab. genck ende geve opten voirscr. thijns wassen ende gaen etc ..... mit voirwaerden toegedaen dat Jacop Storm voirscr. den thijns voirscr. alle jaer ewelicken opten voirg. termijn der betalinge lossen mach, soe wanneer hem dat believen sal in deser manieren Inden iersten mit vier gulden brab. als voirscr. sijn voir den thijns voirs. ende daer nae mit soevenentsoeventichstenhalff gulden paijmentz voirscr. den? voirg. Egen Dirckss voir die losse des thijns voirs. op ennigen termijn der betalinge te betalen mit allen verschenen verlopen onbetaelden thijnssen. In oirconde etc .... Datum .....
Transfix.
Aanhangend: 6 november 1579
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen, inv. 263-1
op citaat: De Hoge Bank van Zaltbommel

25 juni 1538. Verzoekschriften aan de Landdag te Nijmegen, van schipper Johan Jacobs gen. Rijnck, en van schepenen van Zaltbommel, inzake roof. Met bijlage, brief van Derick Polman aan Johannes Rijnck, 1521, 1538. 1 omslag
Copia geschreven uutter certificatie
Wij Jacop Roeloff Jacopsz ende Aernt Schoeck scepenen der Stadt van Zaltboemell, doen kondt allen luden, die desen onsen apenen brieff van certificatien sullen sien off horen lesen, certificeren voir die gerechte wairheit, hoe dat op huden datum desselven brieffs, voir ons gekomen sijn in oren properen persoen, Peter van Well, Gerit van Asperen, Ghijsbert Henricksz, Dries Arisz ende Derick Willemsz, onse medeburgeren, ende hebben durch vermanisse des gesworen richters, mit recht dair toe gedrongen wesende, mit opgerichten vijngeren gestaeffs eedts lijfflick aenden heiligen gesworen, ende gecertificiert, soe hier naebescr. steet. Inden yrsten soe certificeren Peter van Well ende Gerit van Asperen voirsn., dat een tijt geleden is, dat Jan Jacopsz schip ende goet is komen varen tot Gennep, aldair hem ther tijt schip ende goet affhendich gemaickt is. Soe sijn omtrent vijff off sess dage ongeveerlich dair to vorens, Peter ende Gerit voirsz. dair oick beneven gevaren, to weten Peter voirsz. mit Henrick die Vaels schip ende Gerit voirsz. mit sijn selffs scepen, ende hem luden geen weet gedaen en is van oren heren van Boemell dat sij solden blijven leggen. Ende Reijnken Melis van Ruremunde heefft den selven maell, oick met sijn schip dair beneven gevaren. Voirt soe certificieren Gijsbert Henricksz, dat hij als een stuerman ther tijt op Jan Mazen schip gelegen heefft bij Middeler op veerdich, dair oick bij liggende was Jan Jacopsz voirsz. schip. Soe had Jan Jacopsz voirsz. hem Ghijsbert voirsz. geloefft een paer hoesen, dat hij sijn schip een toch mede geven wold, soe Jan mast te kort was. Soe en heefft Jans voirsz. stuerman niet willen vertoeven, dan Ghijsbert voirsz. redt was, ende is bij hem selven mit die knecht gevaren, ende komende voir Gennep, soe sijn die van Gennep met hem luden omgegain mit schieten, als apenbair vijanden. Item Driess Arisz ende Derick Willemsz certificieren bij oren ede voirsn. dat sij dien maell geweest sijn knechten Jan Jacopsz voirsn., ende sijn mit oeren stuerman komen varen voir den huijse Gennep, ende die van Gennep hebben na hem luden zeer geschoten, alsoe dat sij die optoge ontwee schoten, ende dat schip is tegen oren danck aen lantgedreven, soe sijn zij onder hem beiden mitten stuerman bijden anderen gestaen, ende die stuerman is bij hem luden dootgeschoten, ende sijn doe voirt bij hem luden int schip gekomen, ende dat goet opt lant geslagen, ende hem luden een tijt lanck in enen toern gefenckelick gehalden, alsoe dat sij ten laesten Derick Willemsz op sijn woird hebben laten gaen om sijn attinge, ende Dries Arisz voirsz. hebben doe gebracht in die stadt, dair hij tegen hair luden wille ende danck ontlopen is. Dair na tugen wij scepenen voirsz., dat voir ons komen sij Arien Feij ende Roeloff die Raet Jansz onse mede raidtsfrundt, ende hebben bij oren ede gehalden, als dat hem luden nijet kenlick noch kundich en is, dat aender stadt van Boemell ennige weet thertijt gedaen is, off niet en is, beruerende des voirbij varens tot Gennep. Alles sonder argelist. Ende wantmen dan schuldich is der wairheit getugenisse to geven, ende besunder alsmen dair duechdelick op versocht wordt, soe hebben wij scepenen voirsn. des t’oirkonde, onse segelen hier beneden opt spacium van desen gedruckt. Gegeven inden jaer ons heren dusent vijffhondert achtendedertich, des anderen dages na Sunt Johans baptisten dach nativitatis
Bij het verzoekschrift bevindt zich tevens deze verklaring van de schepenen.
Bron: Graven en hertogen van Gelre, graven van Zutphen , inv. 2130
op citaat: De Hoge Bank van Zaltbommel

1540. Adriaen Fey, Roelff die Raet Janss, Jacop Roelff Jacobss, Matheus Janß, Jacop Roelff Janss, Roelff die Raet Henrickss, Maes Janss und Henrick die Groet, Schöffen in Zaltbommel, bekunden, daß vor dem Richter der Stadt Zaltbommel und ihnen Frederick van Duern einerseits und Aelbert Janss als Prokurator des Bruen van der Schueren anderseits sich wegen einer Schuldforderung verglichen haben.
Datum: 1540 ..... 21
Siegler : die Aussteller und Parteien.
Perg., Nr. 75a. Alle Siegel ab, bis auf das Jacob Roelff Janss.
Bron: Rheinische Urkunden aus dem Gräflich Landsbergischen Archiv (Horst, Nr. 381)
op citaat: De Hoge Bank van Zaltbommel

21 april 1540. Verklaring voor schepenen van Zaltbommel dat Gerit Scoeck zijn vader Ghijsbert Nayensss. geld schuldig is, deels te betalen als Gherijts dochter bij de nonnen in Zaltbommel intreedt.
Wij Roellf dye Raet Jansz ind Jacop Roellf Jansz schepenen in Zaltboemell tuygen dat voer ons komen is Gerit Scoeck Ghisbertsz ind heeft geloeft Ghijsbert Naijensz sinen vader die summe van drie hondert golden gulden vijf goede Geldersche snaphanen of acht ind twentich stuver Brabantz gefaluweert gelieck als in Hollant geng ind geve sijn voer elcken golden gulden vursz. gerekent of ander goet paijement na advenant daer voer ingeliker weerden, welcke summe der pennyngen vursz. gestalt ind gedetermineert is in drie terminen to weten hondert golden gulden der summe der pennyngen ind paijementz vursz. op den Maij dach naestkomende over een jaer ind noch twee jaren daer na alle jaer der jaren vursz hondert golden gulden als vursz. sijn off den vurg. Gerit sall ind mach die vursz. pennyngen halden om handt gelt dat hondert sess Ende dye ander rest sall Gerit Scoeck vursz. geven ind betalen soe wanneer Ghijsbert Naijensz vursz. sijn dochter te Nonnen bynnen der stadt van Zaltboemell incledende ind professie diende is, ind des sall altyt des een gelt des ander burch sijn sonder argelist. Myt vorwaerden toe gedaen oft zaeck weerdz Gerit Scoeck vursz. in toekomender tijt aflivich worde ind storf voer sijn huijsfrauwe daer Godt v....{1} ind sijn huijsfr. sich verandersate sullen alsdan Geritz vursz. na gelate kinder een huijs ind erf myt allen sinen toebehoren bynnen der Stadt van Zaltboemell gelegen in die Gasthuijs straet tusschen Ghisbert Naijensz ter eenre siden ten oosten ind ter ander siden Jacop die Raet ten westen, streckende mitten enen eijnde op die gemeijn straet vursz. ten suijden off soe wijt myt recht daer naest allomme gelegen mogen sin, aen sich moegen werven ind aenvangen voer sesshondert golden gulden welcke huijs ind erff vursz. Gerit Scoeck vursz. van Ghisbert Naijensz vursz. gecoeft heefft, myt alle aldus dane vorwaerden als volgens hier na bescr. staen, Inden irsten dat Gerit Scoeck vursz. hebben ind behalden sall een berchstadt myt enen berch van van {sic} vijer roeijen daer op staende teijndens Ghisbertz vursz. bleijck hoff gelegen Voert soe sint vorwaerden dat Ghisbert Naijensz vursz. ind Gerit Scoeck vursz. een secreet mit den anderen gebruijcken ind onderhalden sullen, ind Ghisbert Naijensz vursz. sall den wech totten put toe wuijtgaende voert opten wech aender stadt muer mede gebruijcken Des sall Gerit Scoeck vursz. altijt t'eijnden sins vaders vursz. moelen huijs myt enen wagen muegen varen {2} duer dat straetken ind die poert mede onder halden ind die messie stadt {3} mit den anderen gebruijcken Voert die loecht {4} Gerit vsz. heeft aen sin kamerken salmen niet muegen betymmeren In oerkonde onser litteren Gegeven int jaer ons heren duijsent vijf hondert ind veertich den een ind twintichsten dach der maent Aprilis
1. onleesbaar vanwege een vlek
2. voeren?
3. mestplaats
4. waarschijnlijk een kelder
Bron: Collectie oude parochiedossiers van het bisdom 's-Hertogenbosch, 1559-1629 (BHIC toegang 2074), inv. 815
Bron: Overigen
op citaat: De Hoge Bank van Zaltbommel

28 maart 1541. Roelff die Raet Janss, Jacop Roeiff Jacopss, Andries Gerits, Matheus Janss, Henrick die Groet, Jan Roelffz, Jan Wauterss und Henrick Morinck, Schöffen in Zaltbommel, bekunden, daß vor dem Richter von Zaltbommel die Procureurs des Henrick die Ruyter und des Bruyn van der Schueren sich wegen einer Forderung verglichen haben.
Siegler: die Schöffen.
Perg., Nr. 77. Von 8 Siegeln das 2. und 4. ab, das 5. und 6. stark beschädigt.
Bron: Rheinische Urkunden aus dem Gräflich Landsbergischen Archiv (Horst, Nr. 383)
op citaat: De Hoge Bank van Zaltbommel

2 mei 1541. Akte waarbij Roellff die Raet Jansz. en Henrick Morinck, schepenen te Zaltboemell, oorkonden, dat Gerit Petersz. en Thonis Fess Ghisbertsz. elk voor de helft hebben overgedragen aan Jan Lauwen de brieven van 10 mei 1511 en 28 oktober 1524 waardoor deze gestoken is, en hetgeen daarin is vermeld. Wij Roellff die Raet Jansz ind Henrick Morinck schepen in Zaltboemell tugen dat voer ons komen sin Gerit Petersz ind Thonis Fess Ghisbertsz ind hebben vercoefft ind opgedragen voer vijfftich pont gever pennyngen die sij gieden dat oer betaelt sin die brieven daer desen tegenwoerdigen brief duersteken is, die helffte daer van, ind allet gehaudt der helffte der brieven als daer in gescr. steet Jan Lauwen erffeliken te besitten Ende Gerit Petersz ind Thonis Fess vursz. vertegen op die helffte der brieven vursz. ind geloefden daer op doen te te {sic} vertien allen die gene die van oere wegen myt recht daer op vertien sullen sij geloefden oeck van oere wegen te waren Jan Lauwen vursz. die helffte der brieven vursz. jaer ind dach als recht is voer allen die gene die then recht komen wyllen Ende van oere wegen alle voerplicht aff te doen vanden selven
In oerconde onser litteren Gegeven int jaer ons heren dusent vijffhondert een ind veertich den tweeden dach der maent meij
NB: Met de zegels van de oorkonders in groene was.
Transfix.
Hangt aan: 28 oktober 1524
Bron: Archieven van de stad Zaltbommel (1293) 1327-1815, inv. 1871 - Regest nr. 136
op citaat: De Hoge Bank van Zaltbommel

1 maart 1544. Aechtken Aelbertss. contra de ambtman van Bommel enz., Executie.
Extract des signaets
Tycht die heer Agatha Aelbertz datse vermuegens drye getuijgen onduechtlick ind valsch gesworen heeft, ind soe veer men oer sulcx overgaen kan salse gebrueckt lijf ind goet, of soe vuell dye schepenen wijsen voer recht etc. Noch datse wetende myt betaelde hantscriften ind brieven gevordert ind gesproken heeft, soe veer men oer des overgaen kan, salse ingeliken gebrueckt hebben oer lijef ind goet of soe vuell die schepenen wijsen voer recht datse etc. Gescyet voer schepenen Roelf die Raet Jansz ind Henrick die Groet, den irsten dach der maent marty aº etc. XLIIII
Bron: Hof van Gelre en Zutphen, Procesdossiers, inv. 4911 (nr. 1547/10)
op citaat: De Hoge Bank van Zaltbommel

8 maart 1544. Aechtken Aelbertss. contra de ambtman van Bommel enz., Executie.
Extract des signaets
Henrick dye Ruijter heeft laten vallen, alsulliken aenspraeck hij op Aechtken Aelbertz dochter van wegen sijns selfs op hoer gedaen heeft. Gescyet voer schepen Roelf die Raet Jansz, Henrick dye Groet ind Derck dye Wynter. Datum den VIII dach der maent marty aº etc. XLIIII
Bron: Hof van Gelre en Zutphen, Procesdossiers, inv. 4911 (nr. 1547/10)
op citaat: De Hoge Bank van Zaltbommel

22 juli 1544. Schepenen: Roeloff die Raedt Janss en Andries Geritss
Wij Roeloff die Raedt Janss ind Andries Geritss schepenen in Zaltboemel tuijgen dat heer Ghijsbert Peterss Roever, priester ind canonick der kercken tot Zaltboemel heeft geloeft meijster Jan van Rossem ind Jasper van Rossem tot behoeff Wijlhem oiren neeff, s’heeren Hanricx van Rossem deken tot Zaltboemel zelliger natuerlicken soen, thijns sess gulden Brabantz, tho weten den Gelderschen snaphaen voer sess stuver min een oert ind den gauden Gelderschen rider-gulden voer vyerindtwentichstuver gerekent, voert alle ander gauden ind silveren paijment nae advenandt in geliker weerden op den heijligen Paeschdach naestkomende ind daer nae alle jaer ewelicken thijnss sess gulden Brabantz paijementz vurscr. jaerlicx op den heijligen Paeschdach tho betalen ind tho bueren vuijt huijs ind erf binnen der stadt van Zaltboemel gelegen aen den Kerckhoff tusschen huijs ind erfenisse des conventz tot Huesden ther eenre sijden then oesten ind ther ander sijden then westen een vrouwen gasthuijs opten Capelhoef, streckende voert mit den enen eijnde op den wech bij der stadtmuer then suijden ind myt den anderen eijnde opden Kerckhoff voirscreven then noerden, off soe wije myt recht daer naest allomme gelegen muegen sijn, welcken thijns voirscr. waert zaecke, dat hij alle jare ewelicken opten vurg. termijn der betalinge nyet betaelt en weer, dan soe sall daer alle weken daer naest komende een pene van twe stuver Hollants geng ind geve opten voirs. thijns wasschen ind gaen Welcke pene tegader mitten thijns vurscr. meijster Jan ind Jasper tot behoeff als vurscr. verhalen sullen ind muegen vuijt huijs ind erff vurscr. soe wanneer als sij nyet langer en sullen wyllen beijden Ende heer Ghijsbert vurscr. heeft geloefft meijster Jan ind Jasper tot behoeff als vurs. den thijns vurscr. then ewigen dagen tho waren vuijt huijs ind erff vurscr. voer allen dye then recht comen wyllen myt vorwaerden toegedaen dat heer Gijsbert vurscr. den thijns vurs. alle jaer ewelicken opten vurgen. termijn der betalinge sall muegen lossen soe wanneer hem dat believen sall in deser manyeren Inden yersten myt sess gulden Brabants twentich stuver paijementz vurscr. voer elcken gulden vurscr. voer dye betalinge des thijns vurscr. ind daer nae myt hondert gulden Brabantz paijementz vurscr. den vurgen. Wijlhem voer die losse des thijns vurscr. op ennijge termijn der betalinge tho betalen myt allen verlopen onbetaelde thijnssen Noch yst vorwaert in dem? Wijlhem vurscr. sterft ind afflivich wordt sonder echte lijefsgebuerte na te laten soe sall als dan desen thijns mytter hoeftsumme vurscr. myt vollen recht komen erven ind besterven op meijster Jan ind Jasper vurscr. off op oeren rechten erven. In oerkonde onser litteren gegeven int jaer ons heren duijsent vijffhondert vyer ind veertich den twee ind twentichsten dach der maent Julii
Transfix.
Aanhangend: 5 december 1557
Bron: Archieven Bommelse Weeshuizen, inv. 223-b1
op citaat: De Hoge Bank van Zaltbommel

28 oktober 1544. Schepenen: Jacop Roelofsz Jacopsz en Dyrck die Wynter Aertsz
Copia
Wij Jacop Roelofsz Jacopsz ende Dyrck die Wynter Aertsz scepen in Zaltboemel tuijgen dat vur ons koemen is Bessel Hagestaudts Jans dochter myt oeren gekoren momber ind heeft vercoefft ind opgedraegen vur hondert pont gever penningen die sij gijeden dat oer betaelt sijn allet goetz daer sij ennichsyns durch doetlicken affganck oere broederen ind suster ennichsyns inne bestorven is, tsij hoedanich die guederen sijn reede ind onreede nijet daer van vuijtgesondert inden gericht van Zaltboemell gelegen, Elis die Raet ind Roeloff die Raet Jansz tot behoeff Elis die Cock erfflicken te besitten, Ende Bessel Hagestaudts myt oeren gekoren momber vursz. verteech op alle die guederen vursz. ind geloeffden daer op doen te verthien allen die ghene dije myt recht daer op verthien sullen. Sij geloeffden oeck als vursz. te waren Elis die Raet ind Roeloff die Raedt Jansz tot behoeff als vursz. alle dese gueder vursz. jaer ind dach als recht is .... etc .... Myt vurwaerden toegedaen dat Bessel Hagestaudts vursz. alle dese guederen vursz. oer leven lanck ind soe langh als sij leven sall ind nijet langer tot oerer nutschap gebruijcken sall sonder ijemantz weder seggen ind nae dode van huer soe sullen all huer nalatende gueder myt vollen recht koemen ind succederen op Elis die Raet ind Elis die Cock vursz. off oeren erve ind op nijemants anders Ingefall dat Elis die Cock vursz. dese vursz. vurwaert als dat Bessel vursz. alle die gueder soe van oeren broederen ind suster aen bestorven is, oer leven lanck besitten ind gebruijcken suldt nijet toelaeten ind consenteren wuldt soe sall die vursz. opdracht soe vurw. den vursz. Elis die Cock daer inne beruert, doet ind tho nijet sijn ind van onweerden gehalden tho werden. In oerkonde onser litteren Gegeven int jaer ons heren duijsent vijfhondert vyerindveertich den achtindtwentichsten dach der maent October.
Accordeert dese tegewoerdige copij van woerde toe woerde myt eijnen bezegelden ongecancelleerde scepen brijeff het dwelck ick notarius hier onder bescreven Ke.... myt eijgen naem ind cleijn gewoentlicke hantteijken.
Mr. Alberti N...tus.
Bron: Brieven van en aan het Kwartier van Nijmegen, inv. 809-1865
op citaat: De Hoge Bank van Zaltbommel

view all

Rodolphus (Roelof) Jansz de Raet's Timeline

1470
1470
1500
1500
1551
1551
Age 81
Zaltbommel, Zaltbommel, Gelderland, Netherlands
????
????
????
????
in de Sint Maartenskerk, Zaltbommel, Zaltbommel, Gelderland, Netherlands