Roelof Lamberts Dodevis

Overgenomen uit

Do 01-05 090609 stamboom fam Dodevis, uit fam Annen

Gezinsblad/Family

Do11 Roelof Lambert DODEVIS,

geb. 1670,

zoon van Do01 Lambert ROELOFS en N.N.

Gehuwd jan 1693 te Hoogeveen, , met:

Do12 Aaltje HENDRIKS,

geb. 1670

1) Do21 Lambert Roelofs DODEVIS,

geb. 1692 te Hoogeveen, ,, ovl. 1761 te Hoogeveen, ,, beroep(en): Schipper, vervener

met:

Do22 Elsje Hendriks TIGELAAR,

geb. 1690

Overgenomen uit 090911 geocities/hiskring/dodevis.doc

GENEALOGIE ROELOF LAMBERTS DODEVIS

1. Do11 Roelof Lamberts Dodevis

hij is de zoon van Do01 Lambert Roelofs, die in 1691 en 1692 in de haardstedenregisters van het Zuidwoldiger Hoogeveen als praambezitter vermeld wordt, in 1692 met zoon, op resp. nr 45 en 42, terwijl Roelof Lamberts in 1693 en 1694 op nr 44 en nr 42 vermeld wordt; deze nummering wijst er op, dat dit dezelfde woning is geweest; geen van beiden was lid der n.d.g. kerk, zodat ze waarschijnlijk doopsgezind zijn geweest;

Roelof wordt volgens Albert Metselaar in zijn boekje "Hollandsche Veld in opbouw"

In 1694 als Dodevis vermeld; in het huwelijksregister en in de haardstedenregisters

wordt hij echter steeds enkel Roelof Lamberts genoemd;

trouwt 1. mei 1688 als j.m van t Hoge Veen met

Do12 Aaltje Hendriks

jonge dochter van 't Hoge-Veen

en trouwt 2. als weduwnaar augustus 1693 (en dit is geen abuis van ons) met

Do13 Aaltje Hendriks

ook jonge dochter van 't Hoogeveen.

Kinderen van hem bekend, niet bekend uit welk huwelijk

1.Do21 Lambert Roelofs Dodevis verder 1.1.

2. Do23 Jantien Roelofs Dodevis

trouwt 25-04-1708 met Do23 Assien Jacobs Sempel

Vermoedelijk komt de familie Dodevis uit Elburg of omgeving; Elburg is een plaats, die iets met vis te maken heeft en kleinzoon Hendrik vertrekt naar deze plaats en vestigt zich daar; in Elburg komt de naam Dodevis veel voor, maar slechts een deel hiervan is nakomeling van deze Hendrik; daar zowel Roelof Lamberts als zijn vader deze naam niet gebruiken, doet vermoeden dat ze deze naam als bijnaam met een negatieve betekenis hebben beschouwd;