Christian Justus Wilhelm Ramann

Is your surname Ramann?

Research the Ramann family

Christian Justus Wilhelm Ramann's Geni Profile

Share your family tree and photos with the people you know and love

  • Build your family tree online
  • Share photos and videos
  • Smart Matching™ technology
  • Free!

Christian Justus Wilhelm Ramann

Birthdate:
Birthplace: Mainstockheim, Lower Franconia, Bavaria, Germany
Death: January 28, 1907 (75)
Amsterdam, NH, Netherlands
Place of Burial: Baarn, UT, Netherlands
Immediate Family:

Son of Christian Ramann and Friederike Henriette Christiane Mohring
Husband of Susanne Marianne Stants and Rebecca da Costa
Father of Susanna Marianne Ramann
Brother of Adolph Wilhelm Ramann

Occupation: Commissionnair / directeur Nederlandse Stoombootmaatschappij
Managed by: Dimitri Gazan
Last Updated:

About Christian Justus Wilhelm Ramann

RAMANN (Christian Wilhelm Justus), geboren te Main-Stockheim in Beieren 1 februari 1831, overleden te Amsterdam 28 januari 1907, vestigde zich omstreeks 1850 als makelaar in koffie te Amsterdam, waar hij zich associeerde met zijn landgenoot C. Aug. Müller. Hij had goede handelsrelaties in Noord-Duitschland en trad in 1852 ook op als Reeder, door het in het leven roepen van een geregelde zeilscheepvaart tussen Amsterdam en Hamburg. In maart 1854 zette hij dien dienst om in een stoomvaartdienst, die, naar werd opgegeven om niet te concurreren met de Amsterdamsche stoomvaartmaatschappij (A.S.M.) van P. van Vlissingen, zou varen op Altona, dat tot Holstein, op Hamburg, dat tot Hannover behoorde, en op Kopenhagen. Het kapitaal, eerst ƒ 89.600, werd in hetzelfde jaar gebracht op ƒ 185.600. Er werden voor de maatschappij twee stoomschepen gebouwd, die in 1855 en 1856 in de vaart kwamen. De maatschappij werkte, zoals in de eerste jaren van zulk een onderneming vanzelf sprak, met weinig voorspoed. Ramann trok zich in 1857 uit de directie terug, terwijl Müller in het volgende jaar de directie neerlegde en P. van Vlissingen tot directeur gekozen werd. Hierdoor waren de twee op het oosten (behalve de Oostzee) varende stoomvaartmaatschappijen onder één hoofd gekomen.

Op 1 Oct. 1856 werd op initiatief van Ramann de Koninklijke Nederlandsche Stoomvaartmaatschappij (K.N.S.M.) opgericht. Behalve hij werden de invloedrijke kooplieden C.A. von Hemert en M.H. Insinger tot directeuren gekozen. In de aanvang werd door deze maatschappij op de Oostzee en op Bordeaux gevaren, in 1858 en volgende jaren ook op de Middellandsche Zee.

Daar Ramann's zaken als makelaar te veel van zijn tijd vorderden, nam hij in 1858 zijn ontslag als directeur. De directie meende evenwel van zijn zaakkennis te moeten blijven profiteren en kende hem het recht toe, voor de maatschappij te blijven tekenen. In 1865 werd hij opnieuw directeur. Op 8 Sept. 1863 sloten de A.S.M. en de K.N.S.M. een overeenkomst, waarbij de vaart op de Oostzee aan eerstgenoemde, die op Hamburg en omstreken aan de tweede werd overgelaten. Met de Rotterdamsche Stoombootreederij de Maas, die onder bestuur der firma G. Schuurmans en Zoon stond, werd 1 Nov. 1865 eene overeenkomst aangegaan, die op een fusie neerkwam; met het oog daarop werd de rotterdamse koopman J.G. Betz in de directie der K.N.S.M. opgenomen. Sedert 1865 werd ook op de Adriatische Zee gevaren.

Nadat de brochure van M.H. Jansen (dl. II, kol. 629), Een brug over den Oceaan, de aandacht op de grote voordelen van een stoomvaart op Noord-Amerika gevestigd had, werd door de K.N.S.M. in het laatst van 1869 een inschrijving geopend op een lening van 5 miljoen gulden voor dit doel. Er werd slechts voor 1½ miljoen, later nog voor ƒ 700.000 ingeschreven. Voor dit geld werd de vloot der maatschappij uitgebreid. Wel werd 13 Mei 1870 de Stoomvaartmaatschappij Nederland opgericht met een kapitaal van 7 millioen. Ramann was hiervan een der directeuren. In 1873 werden van de K.N.S.M. opnieuw ƒ 872.000 aan aandelen en ƒ 1.189.000 aan obligatiës geplaatst.

In 1874 begon een handelscrisis, die oorzaak was, dat men enige nieuw gebouwde schepen buiten de vaart hield. In 1876 ging de vaart weer enigszins beter doordat er reeds een hoewel niet zeer diepe geul in het Noordzeekanaal toegang tot Amsterdam gaf.

In 1877 liquideerde de A.S.M. en de firma, die hare schepen kocht, liet de vaart op Hamburg en omstreken aan de K.N.S.M. over. Daarentegen verliet laatstgenoemde Duinkerken, waarop zij enige jaren gevaren had. In 1875 nam de maatschappij een groot aantal aandelen in de toen opgerichte maatschappij Zeeland, die toen een vaart van Vlissingen op Queenborough opende. Gelijk in het algemeen, ging het deze maatschappij in de eerste jaren van haar bestaan zeer slecht. In 1879 werden de twee schepen, die met het oog op de amerikaanse vaart gebouwd waren, met groot verlies verkocht. In 1894 nam Ramann ontslag als mededirecteur der maatschappij Nederland. Hij werd toen tot haar commissaris benoemd.

Eerst in 1895 trad een betere toestand voor de K.N.S.M. in, die nog steeds tot 1900 verbeterde en waardoor de dividenden zéér hoog werden. In 1903 trok Ramann zich uit deze directie terug. Hij was steeds bereid, met raad en daad nieuwe maatschappijen, wier directeuren hem vertrouwen inboezemden, te steunen.

Hij was o.a. mede-oprichter der Amsterdamsche omnibusmaatschappij, die de tramwegen in Amsterdam exploiteerde en die later aan de stad overdroeg. Hij was verder commissaris van de Amstel-Rijn-Main-stoombootmaatschappij en van het amsterdamsch westelijk entrepôt.

Ook voor kunst voelde hij veel, zooals bleek uit zijn lidmaatschap van den raad van bijstand der vereniging tot beoefening van vocale en dramatische kunst te Amsterdam.

Hij bleef, hoewel zijne kinderen in Duitsland betrekkingen hadden, na zijn uittreden uit zaken te Amsterdam wonen.

[http://www.dbnl.org/tekst/molh003nieu07_01/molh003nieu07_01_1733.php]

In English:

Ramann (Christian Wilhelm Justus), born in Main-Stockheim in Bavaria February 1, 1831, deceased in Amsterdam January 28, 1907, settled around 1850 as a coffee broker in Amsterdam, where he associated with his compatriot C. Aug. Müller. He had good trade relations in North Germany and joined in 1852 even as Reeder, through the creation of a regular shipping sailing between Amsterdam and Hamburg. In March 1854 he set this service to a steamship service, which, was reported not to compete with the Amsterdam steamship company (ASM) P. van Vlissingen, would sail in Altona, which to Holstein, in Hamburg, which belonged to Hannover , and Copenhagen.'scapital, first NLG 89,600, was in the same year brought to NLG 185 600. Two steamships were built, which came into service in 1855 and 1856. Society The company worked, as was obvious in the first few years of such an enterprise, with little success. Ramann retired in 1857 from the board back, while Müller in the following year the board resigned and P. van Vlissingen was elected director. As a result, the two were on the east (excluding the Baltic Sea) sailing steamship companies come under one head.

On 1 Oct. 1856 was initiated by the Royal Dutch Steamship Company Ramann (KNSM) was established. Except he's influential merchants CA von Hemert and MH Insinger were elected directors. In the beginning was the carrier sailed on the Baltic Sea and in Bordeaux in 1858 and subsequent years also in the Mediterranean.

Ramann there's things as a broker for a lot of his time progressed, he took in 1858 resigned as director. However, the board considered his case knowledge should continue to benefit and granted the right to him to keep drawing. Society In 1865 he became director again. On Sept. 8 1863 closed the ASM and KNSM an agreement, whereby the momentum of the Baltic Sea to the former, which in Hamburg and surrounding the second was left. With the Rotterdam Stoombootreederij Meuse, which was under the administration of the firm G. Schuurmans and Son, was Nov. 1. Entered into one agreement in 1865, which amounted to a merger, in the end, the merchant rotterdamse JG Betz in the management of KNSM was recorded. Since 1865, also sailed on the Adriatic Sea.

After the brochure MH Jansen (Vol. II, col. 629) A bridge over the ocean, the focus on the great benefits of a steam navigation on North America was established, was KNSM a tender towards the end of 1869 for a loan of 5 million dollars for this purpose. There was only 1 ½ million, later NLG 700,000 registered. For this money, the fleet of the company was expanded. However, on 13 May 1870, the Netherlands Steamship Company was established with a capital of 7 million. Ramann this was one of the directors. In 1873 became the KNSM again placed at NLG 872,000 shares and 1,189,000 guilders in bonds.

In 1874 a commercial crisis which cause was that they kept some newly built ships out of service began. In 1876 the canal was slightly better weather because there already gave a though not very deep trench in the North Sea access to Amsterdam.

In 1877, the ASM and the firm, which bought her ships, liquidated the left navigation in Hamburg and surroundings at the KNSM about . In contrast, the latter left Dunkirk, which she had sailed for several years. In 1875, the company took a large number of shares in society Zealand, when established that when a speed of Flushing opened at Queensborough. Equal in general, it went this society in the first years of its existence very poor. In 1879, the two ships that were built for the American shipping, sold with great loss. Ramann in 1894 resigned as co-director of the society Netherlands. He was then appointed as its auditor.

First appeared in 1895, a better situation for the KNSM in which still improved to 1900 and which the dividends were very high. In 1903 Ramann withdrew from the board back. He was always ready with advice and new companies to support. Whose directors inspired in him confidence,

he had including co-founder of the Amsterdam omnibus society, the tramway in Amsterdam operated and which transferred later to the city. He was also commissioner of Amstel Rhine-Main-steamer society and the Amsterdam western bond.

Also for art, he felt much, as evidenced by his membership of the council assistance of the Association for the practice of vocal and dramatic art in Amsterdam.

He continued, although his children Germany had relations, to live after his retirement from business in Amsterdam.

[http://www.dbnl.org/tekst/molh003nieu07_01/molh003nieu07_01_1733.php]

view all

Christian Justus Wilhelm Ramann's Timeline

1831
February 6, 1831
Mainstockheim, Lower Franconia, Bavaria, Germany
1858
1858
Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
1907
January 28, 1907
Age 75
Amsterdam, NH, Netherlands
February 2, 1907
Age 75
Baarn, UT, Netherlands