Historical records matching Coenraet van Klenck, heer van Loirhem en Ohrsee
Immediate Family
-
wife
-
daughter
-
wife
-
father
-
mother
-
brother
-
sister
-
brother
-
brother
About Coenraet van Klenck, heer van Loirhem en Ohrsee
Lees Wikipedia ; historici.nl... ;
KLENCK (Coenraet van), geb. te Amsterdam 13 April 1628, overl. aldaar 27 Oct. 1691. Hij was een zoon van George Everhard Klenck, die voorgaat, en volgde zijn vader op als hoofd van diens handelshuis, dat nevens de firma de Vogelaer het aanzienlijkste nederlandsche ‘comptoir’ in Rusland bleef. Beide huizen bezaten er verscheidene privilegiën, waaronder dat van een eigen steiger in Archangel en de monopoliën van de juchten, den hennep en de teer. Van Klenck behoorde in Rusland tot den stand der ‘gosti’ of groothandelaars. Bij den Tsaar stond hij in hooge eere. Hij was ervaren in de russische taal en kende de voornaamste ministers van den Tsaar persoonlijk. Men zegt van hem dat hij op gelukkige wijze in zich vereenigde de eigenschappen van den koopman en den staatsman.
Van Klenck werd 15 Sept. 1672 door stadhouder Willem III tot raad in de vroedschap van Amsterdam aangesteld, welke benoeming hij te danken had aan de protectie van een tante van den Prins, Albertina Agnes, de weduwe van den prins van Nassau-Dietz. Tot zijn dood heeft hij deze betrekking bekleed. In 1674 werd hij tot schepen gekozen; bovendien was hij in 1660 regent van het O.Z. Huiszittenhuis, in 1672 kapitein der burgerij en in 1673 ontvanger van de kapitale leening. Door den koning van Zweden was hij in de zweedschen rijksadel verheven met den titel van heer van Loirhem en Ohrsee.
In 1675 werd hij door H. Hoog Mogenden als buitengewoon gezant (met den titel van Groot Ambassadeur) uitgezonden naar tsaar Alexéj Michajlowitsj. Het gezantschap werd bij die gelegenheid op vorstelijke wijze uitgerust: de pracht daarvan ging zelfs die van het Hof van den Stadhouder verre te boven. Van Klenck had behalve zijn Hofmaarschalk Willem baron van Keller, een gevolg van bij de 80 personen; hij voerde tal van uiterst kostbare geschenken voor den Tsaar mede, w.o. een geheel vergulde statiekoets met zes zwarte paarden en prachtige tuigen. De ontvangst, die de ambassade te Moskou te beurt viel, was zoo luisterrijk als daar nimmer te voren aanschouwd was. De resultaten beantwoordden echter aller minst aan de verwachtingen: men wilde het recht verkrijgen om handel te drijven op Perzië via Rusland, welke handel een monopolie was van den russischen staat, doch het lukte niet eenige concessie te verkrijgen.
Op bovengenoemde tocht diende de reiziger Jan Jansz Struys van Klenck als paardenknecht; deze droeg later zijn werk Drie aanmerkelijke en seer rampspoedige reysen door Italien, Griekenlandt, Lijflandt, Moscovien enz. (Amst. 1676) op aan Nic. Witsen (dl. IV, kol. 1473) en van Klenck.
Van Klenck huwde 18 April 1656 met Martina Reepmaker, dochter van den koopman Hendrik Reepmaker; na haar overlijden hertrouwde hij 3 Jan. 1668 met Judith van Son, weduwe Van Mr. Pieter van Goeree. Na van Klenck's dood trad zijn weduwe in 1694 in het huwelijk met Mr. Guilhe-Imus Teeckman, burgemeester en raad van Amersfoort. Uit het eerste huwelijk sproot een dochter Geertruida (1664-1720), eerst gehuwd met den koopman Jacob Blom, daarna met den drogist Jacob de Wolff. Uit het tweede huwelijk sproten o.a. twee zoons, Willem Frederik en Wilhelm Albert, bij wier doop in de Nieuwe Kerk te Amsterdam resp. 25 Febr. 1671 en 28 Febr. 1674 getuigen waren prinses Albertina Agnes en mevr. Witsen in plaats van dezelfde.
Zijn portret, geschilderd door Nic. Maes, bevond zich indertijd in het bezit van Mr. A.A. del Court van Krimpen te Haarlem (Hist. Tentoonstelling van Amsterdam (1876) II, no. 466*).
Zie: Jac. Scheltema, Rusland en de Nederlanden (1819) I, 228, 281, 308, 310, 317, 322; C.C. Uhlenbeck, Verslag aangaande een onderzoek in de archieven van Rusland (1891), 256; E.W. Moes, Iconographia Batava (1897) I, no. 1562; A.W. Zowjagin, Pozoljstwo fan Klenka (d.i. Gezantschap van Klenck); C. Hofstede de Groot, Beschreibendes und kritisches Verzeichnis der Werke holl. Maler VI (1915), Maes, no. 154; J.E. Elias, De vroedschap van Amsterdam II (1905), 564, 567; dez., Geschiedenis van het amsterdamsche regentenpatriciaat (1923), 172; mededeelingen van Dr. Boris Raptschinsky te Amsterdam.
Wijnman
Coenraet van Klenck, heer van Loirhem en Ohrsee's Timeline
1628 |
April 13, 1628
|
Amsterdam, Noord-Holland, The Netherlands
|
|
1664 |
February 2, 1664
|
||
1671 |
February 1671
|
||
1674 |
February 1674
|
||
1691 |
October 27, 1691
Age 63
|
Amsterdam, NoordHolland, The Netherlands
|
|
???? |
Oude Kerk te Amsterdam
|