Fredericus Jacobus van Rossum du Chattel

Fredericus Jacobus van Rossum du Chattel werd geboren in Leiden op 10 februari 1856. Overleden op 06-03-1917 te aan boord van s.s. 'Kawi' die op rede van Yokohama lag op 61-jarige leeftijd.

Huwde op 21-09-1882 te Voorburg met Emma Wilhelmina Koolemans Beijnen, geboren 04-02-1854, overleden op 12-01-1917 te Soerabaia.

Zijn vader Jan Hendrik van Rossum du Chattel was een zondagsschilder die er ook plezier in had oude doeken en panelen te restaureren. Hij begreep dus precies wat er in zoon omging toen deze te kennen gaf door te willen gaan met schilderen.

Hij doorliep de tekenschool in Leiden en mede door de aanwijzingen van zijn vader had hij zijn talent al snel zover weten te ontwikkelen dat hij een toelage van de koning kreeg, die hem in staat stelde lessen te volgen aan de Haagse Academie. Na de academie wijdde Willem Maris hem verder in, in de geheimen van de schilderkunst.

In 1875 debuteerde de jonge du Chattel op de driejaarlijkse tentoonstelling in Den Haag met het schilderij "bij Oegstgeest" . Hij oogstte hiermee veel succes. Aanvankelijk vond hij zijn onderwerpen vooral in de omgeving van Den Haag, in Loosduinen en bij Leidschendam. Zijn werkwijze had iets ambachtelijks, zijn schildershand was snel en trefzeker. Vaak was hij te vinden aan de Broeksloot.

Na een verblijf van drie jaar in Vreeland keerde het gezin du Chattel weer terug naar Den Haag. In Vreeland koos hij de schilderachtige oevers van de rivier de Vecht en vijvers in parken en bossen tot zijn onderwerp.

Hij begon aardig aan de weg te timmeren en de afbeeldingen van zijn schilderijen op vazen en borden van de Porceleyne Fles, droegen hier zeker toe bij. Veel schilderijen verdwenen naar kopers in Engeland, Canada en de VS. In Duitsland en Oostenrijk werden er tentoonstellingen van zijn werk gehouden. Hij behaalde vele medailles en werd verschillende malen koninklijk onderscheiden.

In 1908 kreeg du Chattel een uitnodiging om een reis door Nederlands-Indie te maken. In totaal maakte du Chattel uiteindelijk 3 reizen naar de Indische archipel. Hij had aanvankelijk veel moeite met het verwerken van de vele nieuwe indrukken. Ook stelde hij vast dat het publiek in Indie nog niet openstond voor zijn werk. Toch verkocht hij op zijn eerste verkooptentoonstelling net genoeg om zijn reiskas weer wat aan te vullen.

Er volgde nog twee reizen. Tijdens de laatste besloot hij een bezoek aan Tokyo te brengen. Dit bleek echter te veel voor zijn door het tropische klimaat en de verre, oncomfortabele reizen uitgeputte gestel. Hij overleed in een hotelkamer in Yokohama en werd niet ver daarvandaan begraven.

Werk van F.J. van Rossum du Chattel is o.a. opgenomen in de collectie van het Haags gemeentemuseum.

OVERIGE INFORMATIE:

Woonde en studeerde in Leiden op de tekenschool van het genootschap "Mathesis Scientiarum Genetrix", daarna leerling van de Haagse Akademie van Beeldende Kunsten; raadgevingen van W. Maris, trok in 1884 naar Vreeland, daarna weer naar Den Haag (Scheveningen), van 1887-1908, maakte een reis naar Nederlands Indie en bleef daar tot 1914, keerde terug naar Den Haag en ging in 1916 weer naar Nederlands Indie.

Belangrijk schilder en vooral ook aquarellist van landschappen en vooral watergezichten, heeft ook ge-etst.

Signeerde: F.J. du Chattel.

Tentoonstellingen te Amsterdam, Rotterdam, Den Haag van 1873-1905: stadsgezicht te Leiden; de omgeving van Wassenaar; bij Warmond; bij Oegstgeest; hofje te Leiden; tientallen zomer- en winterlandschappen; watergezichten, o.m. aan de Vecht; vijvers in parken en bossen; veel in aquarel enz., vooral ook de Broeksloot bij Den Haag en gezichten bij Vreeland.

Haags gemeentemuseum: winter; winterlandschap; landschap.

Boeken: Colmjon-Scheen; Luns; Lurasco; Plasschaert; Thieme-Becker; van Hall I en II; Waller.

Bron: Pieter A. Scheen. Lexicon Nederlandse Beeldende Kunst. blz. 92