Gozelo, count of Montaigu

-https://en.wikipedia.org/wiki/Gozelo_I,_Count_of_Montaigu ..of unknown parentage. He was also avoué of Saint-Barthélémy, Liège, beginning in 1043. Onomastics would suggest that the name Gozelon implies a family connection with the House of Verdun, who had several men with this name and lived in the same Ardennes region. Gozlin, Count of the Ardennes, for example, had a grandson Gozelon, Count of Bastogne, the successor to his father Reginar. Another one of Gozlin's grandsons (the son of Godfrey the Captive), was also known as Gozelo, but there is no direct evidence for a relationship. ....

-https://fmg.ac/Projects/MedLands/LOTHARINGIAN%20(LOWER)%20NOBILITY....

1. GOZELON, son of --- (-1064, bur Saint Hubert). The name Gozelon, as well as the geographical proximity, suggests a family connection with Gozelon Comte de Bastogne, although Gozelon de Montaigu could not have been the son of the former as the latter is recorded with one daughter as his heiress. Archbishop Poppo restored the monastery of St Matheus to Trier by charter dated 2 Sep 1038, witnessed by "Dux Gozelo et comes Gozelo, comes Arnulfus, comes Sigebodo…"[171]. Avoué de Saint-Barthélémy, Liège 1043. Comte de Montaigu 1050. "Gosilonis comitis, Chimonis [Cunonis] et Rodulphi filiorum eius" witnessed an undated charter which records a donation to Brogne by "Heluidis"[172]. The Chronicle of Saint-Hubert records the death of "Gozilo comes Bohaniæ [“Behogne, nom primitif de Rochefort (Belgique, prov. de Namur, arr. de Dinant)”[173]]" after violently destroying the church at Marloie and his burial at Saint-Hubert[174]. It is not certain what "Bohaniæ" refers to, but this entry clearly indicates Gozelo Comte de Montaigu as the same source names his wife and children.

m (before [1040/44]%29 as her first husband, ERMENGARDE [Ermentrude], daughter of [WIDRICH [I] Comte de Clermont] & his wife [Hersende ---] ([1025/35]-[7 or 10 Mar] [1092/1107], bur [Saint-Feuillien de Fosses]). ... .... ....

attention profile with long doble description in Nederlands 

[very long and repetitive]

Gozelo was graaf van Montaigne en werd na zijn overlijden ook graaf van Behogne (de oude naam van Rochefort) genoemd. Mogelijk had hij voor zijn dood al afstand gedaan van Montaigu ten faveure van zijn zoon Cono en had hij zichzelf teruggetrokken te Behogne. Mogelijk was hij ook de graaf Gozelo die vanaf 1028 voorkomt als graaf van Huy en voogd van Dinant en de Gozelo die in 1035 wordt vermeld als graaf van Engis. Hij overleed in 1064, aangezien er uit dat jaar zowel een oorkonde waarin hij nog leefde als een oorkonde waarin hij als overleden wordt aangeduid bekend zijn. Hij werd begraven in de Abdij van Saint Hubert (literatuur: C.-G. Roland. "Les seigneurs et comtes de Rochefort. I. Gozelon Comte de Montaigu et de Behogne (1028?-1064)", Annales de la Société Archéologique de Namur, Tome 20, Namur, 1893, pag. 70-93)

Aachen, 19 april 1028: Koenraad II bevestigt de schenkingen van bisschop Rainard en de verwervingen van proost Lambert aan het Heilige Kruis klooster in Luik. Daaronder onder meer de kerk van Lonchamp in de Ardennengouw in het graafschap van Gozelo de Bastonia en de kerk van Havelange in de gouw Condroz in het graafschap van Gozelo de Hoio (bron: H. Bresslau, herausgeber, unter mitwerkung von H. Wibel und A. Hessel. Monumenta Germaniae Historica. Inde inde ab anno Christii qvingentesimo vsqve ad annvm millesimvm et qvingentesimvm. Edidit societas aperiendis fontibvs rervm germanicarvm medii aevi. Diplomata regvm germaniae et imperatorvm germaniae. Tomvs IV. Conradi II. diplomata. Die Urkunden der Deutschen Könige und Kaiser. Herausgegeben von der Gesellschaft für ältere deutsche Geschichtskunde. Vierter Band. Die Urkunden Konrads II. Mit nachträgen zu den Urkunden Heinrichs II. Hahnsche Buchhandlung, Hannover und Leipzig, 1909; onveranderde nadruk Monumenta Germaniae Historica, München, 2001, nr. 116, pag. 161-162 - niet zeker of dit Gozelo van Montaigu betreft)

ca. 1033: Vastlegging van een ruil tussen abt Nanther van Sint Martinus te Metz en Poppo van Stablo, van Malmedy en van Sint Maximinus te Trier tijdens een treffen tussen keizer Koenraad II en koning Hendrik van Frankrijk, bevestigd door middel van een oorkonde van Koenraad II, waarbij Poppo bezit te Waldorf ontving van het klooster van Metz en het klooster van Metz daarvoor bezit te Medernach terugkreeg, dat abt Nanther vervolgens ruilde met het klooster Sint Maximinus te Trier tegen bezit te Lucy. Als getuigen tekenden onder andere graaf Becelinus van Biendeburch, graaf Godefridus van Amblauia, graaf Gozelo van Engeis, Gerardus Flamens, Herimannus de Gruosles, Theodorus en Riquinus de Lembruch, Hezel fideiussor van Budelei, Harpero en Roricus de Petra, Arnulfus de Aisno, Stephanus de Malenpreth, Razo de Mecueles en Arnulfus de Uerino (bron: H. Bresslau, herausgeber, unter mitwerkung von H. Wibel und A. Hessel. Monumenta Germaniae Historica. Inde inde ab anno Christii qvingentesimo vsqve ad annvm millesimvm et qvingentesimvm. Edidit societas aperiendis fontibvs rervm germanicarvm medii aevi. Diplomata regvm germaniae et imperatorvm germaniae. Tomvs IV. Conradi II. diplomata. Die Urkunden der Deutschen Könige und Kaiser. Herausgegeben von der Gesellschaft für ältere deutsche Geschichtskunde. Vierter Band. Die Urkunden Konrads II. Mit nachträgen zu den Urkunden Heinrichs II. Hahnsche Buchhandlung, Hannover und Leipzig, 1909; onveranderde nadruk Monumenta Germaniae Historica, München, 2001, nr. 189, pag. 251-252 - niet zeker of dit Gozelo van Montaigu betreft)<

3 november 1034: Reginard, bisschop van Luik, sticht in Luik een abdij gewijd aan Sint Laurentius en schenkt deze verschillende goederen. Als getuigen zegelen onder andere graaf Arnulphus, graaf Gislebertus, graaf Gozelo, voogd Wiggerus, Reimboldus, Humbertus, Bernardus, Heribertus, Wilhelmus, Heribertus, Oldricus en Gerardus (bron: "Historia insignis Monasterii Sancti Laurentii Leodiensis". In dominus Edmundus Martene en dominus Ursinus Durand. Veterum Scriptorum et Monumentorum Historicorum, Dogmaticorum, Moralium, Amplissima Collectio. Tomus IV. Complectens plures scriptores historicos de rebus praesertim Germanicis. Montalant, Paris, 1729, Appendix nr. I, kol. 1164-1166, online beschikbaar via documentacatholicaomnia.eu en via Diplomatica Belgica - niet zeker of dit Gozelo van Montaigu betreft)

3 november 1034: Reginard, bisschop van Luik, bevestigt in een oorkonde enkele schenkingen aan de Abdij van Sint Laurentius te Luik. Getuigen zijn onder andere hertog Gozelo en zijn zoon Godefridus, graaf Hermannus, graaf Arnulphus, graaf Gilbertus, graaf Gozelo, graaf Adalbertus, voogd Wigerus, Rembaldus, Hubertus, Bernardus, Wilhelmus, Heribertus, Olericus, Gerardus, Adelardus en Godefridus (bron: "Historia insignis Monasterii Sancti Laurentii Leodiensis". In dominus Edmundus Martene en dominus Ursinus Durand. Veterum Scriptorum et Monumentorum Historicorum, Dogmaticorum, Moralium, Amplissima Collectio. Tomus IV. Complectens plures scriptores historicos de rebus praesertim Germanicis. Montalant, Paris, 1729, Appendix nr. II, kol. 1166-1168, online beschikbaar via documentacatholicaomnia.eu - niet zeker of dit Gozelo van Montaigu betreft)

3 november 1034: Reginard, bisschop van Luik, stelt de abdij van Sint Laurentius te Luik in het bezit van de kerk van Oteppe die hij verwerft van Lambert d'Oteppe. Getuigen zijn onder andere hertog Gozelo, graaf Adalbertus, graaf Arnulphus, graaf Gozelo, graaf Gislebertus, Reimbaldus, Bernardus, Adelardus, Heribertus, Oldricus en Godefridus (bron: "Historia insignis Monasterii Sancti Laurentii Leodiensis". In dominus Edmundus Martene en dominus Ursinus Durand. Veterum Scriptorum et Monumentorum Historicorum, Dogmaticorum, Moralium, Amplissima Collectio. Tomus IV. Complectens plures scriptores historicos de rebus praesertim Germanicis. Montalant, Paris, 1729, Appendix nr. III, kol. 1168, online beschikbaar via documentacatholicaomnia.eu en via Diplomatica Belgica - niet zeker of dit Gozelo van Montaigu betreft)

3 november 1034: Reginard, bisschop van Luik, stelt de abdij van Sint Laurentius te Luik in het bezit van de molen van Warlege. Getuigen zijn onder andere graaf Arnulphus, graaf Gislbertus, graaf Gozelo, voogd Wigerus, Reimbaldus, Hubertus, Bernardus, Heribertus, Willelmus, Heribertus, Oldricus en Gerardus (bron: "Historia insignis Monasterii Sancti Laurentii Leodiensis". In dominus Edmundus Martene en dominus Ursinus Durand. Veterum Scriptorum et Monumentorum Historicorum, Dogmaticorum, Moralium, Amplissima Collectio. Tomus IV. Complectens plures scriptores historicos de rebus praesertim Germanicis. Montalant, Paris, 1729, Appendix nr. IV, kol. 1169, online beschikbaar via documentacatholicaomnia.eu - niet zeker of dit Gozelo van Montaigu betreft)

3 november 1034: Reginard, bisschop van Luik, stelt de abdij van Sint Laurentius te Luik in het bezit vijf mansis in Baldineis. Getuigen zijn onder andere graaf Arnulphus, graaf Gislbertus, graaf Gozelo, voogd Wigerus, Reimbaldus, Hubertus, Bernardus, Wilhelmus, Oldricus en Gerardus (bron: "Historia insignis Monasterii Sancti Laurentii Leodiensis". In dominus Edmundus Martene en dominus Ursinus Durand. Veterum Scriptorum et Monumentorum Historicorum, Dogmaticorum, Moralium, Amplissima Collectio. Tomus IV. Complectens plures scriptores historicos de rebus praesertim Germanicis. Montalant, Paris, 1729, Appendix nr. V, kol. 1169-1171, online beschikbaar via documentacatholicaomnia.eu - niet zeker of dit Gozelo van Montaigu betreft)

3 november 1034: Reginard, bisschop van Luik, stelt de abdij van Sint Laurentius te Luik in het bezit van goederen te Jest. Getuigen zijn onder andere hertog Gozelo en zijn zoon Godefridus, graaf Herimannus, graaf Arnulphus, graaf Gislbertus, graaf Gozelo, graaf Adalbertus, voogd Wigerus, Reimbaldus, Hubertus, Bernardus, Wilelmus, Heribertus, Oldricus, Gerardus, Adelardus en Godefridus (bron: "Historia insignis Monasterii Sancti Laurentii Leodiensis". In dominus Edmundus Martene en dominus Ursinus Durand. Veterum Scriptorum et Monumentorum Historicorum, Dogmaticorum, Moralium, Amplissima Collectio. Tomus IV. Complectens plures scriptores historicos de rebus praesertim Germanicis. Montalant, Paris, 1729, Appendix nr. VI, kol. 1171-1173, online beschikbaar via documentacatholicaomnia.eu - niet zeker of dit Gozelo van Montaigu betreft)

3 november 1034: Reginard, bisschop van Luik, stelt de abdij van Sint Laurentius te Luik in het bezit van dertien mansis in Mosmale. Getuigen zijn onder andere hertog Gozelo en zijn zoon Godefridus, graaf Herimannus, graaf Arnulphus, graaf Gozelo en voogd Wigerus (bron: "Historia insignis Monasterii Sancti Laurentii Leodiensis". In dominus Edmundus Martene en dominus Ursinus Durand. Veterum Scriptorum et Monumentorum Historicorum, Dogmaticorum, Moralium, Amplissima Collectio. Tomus IV. Complectens plures scriptores historicos de rebus praesertim Germanicis. Montalant, Paris, 1729, Appendix nr. VII, kol. 1173-1174, online beschikbaar via documentacatholicaomnia.eu - niet zeker of dit Gozelo van Montaigu betreft)

2 september 1038: Aartsbisschop Poppo van Trier herstelt de abdij Sint Matheus. Als getuigen treden onder andere op hertog Gozelo, graaf Gozelo, graaf Arnulfus, graaf Sigebodo, Odelbertus, Sigemarus, voogd Roricus en zijn zoon Thietfridus, Egino, Anselmus, proost Hungerus, vicedomnus Folmarus, koorbisschop Rambertus, schoolmeester Engilboldus, Bern, Sigebodo en Rodingus (bron: H. Beyer, herausgeber. Urkundenbuch zur Geschichte der, jetzt die Preussischen Regierungsbezirke Coblenz und Trier bildenden mittelrheinischen Territorien. Erster Band. Von den ältesten Zeiten bis zum Jahre 1169. J. Hölscher, Coblenz, 1860, nr. 310, pag. 365, online beschikbaar via Dilibri.de - niet zeker of dit Gozelo van Montaigu betreft)

1043: Wazo, bisschop van Luik, schenkt aan de Collegiale kerk van Sint Bartholomeus te Luik het gehucht van Beche en andere goederen voor de stichting van 10 nieuwe prebendes, na een interventie van graaf Gozelo, voogd van deze kerk. Getuigen waren onder andere graaf voogd Gozilo, hertog Gozilo, Joannes proost van die plaats, decaan Bernardus en koster Warnero (bron: Aubertus Miraeus. Opera Diplomatica et Historica in quibus Continentur Chartae Fundationum ac Donationum piarum, Testamenta, Privilegia, Foedera Principum, & alia tum facrae tam profanae Antiquitatis Monumenta, a Pontificibus, Imperatoribus, Regibus, Principibusque Belgii edita, & ad Germaniam inferiorem, vicinasque Provincias spectantia, ex ipsis Tabularum publicarum fontibus eruta. Editio Secunda. Tomus Secundus. Franciscus Foppens, Bruxelles, 1723, Supplementum Caput IX, pag. 810; online beschikbaar via Google Books - niet zeker of dit Gozelo van Montaigu betreft, aangepaste datering (van 1044 naar 1043) komt van Julien Maquet. Faire justice » dans le diocèse de Liège au Moyen Âge (VIIIe-XIIe siècles). Essai de droit judiciaire reconstitué. Presses universitaires de Liège, 2008, pag. 493)

1046: Wazo, bisschop van Luik, schenkt aan de Collegiale kerk van Sint Bartholomeus te Luik het gehucht en de kerk van Villers in Hasbania, alsmede goederen in Harlue, Taviers, Hemptinne, Froncourt, Fumal en Roteliers, alsmede de kerk van Marchovelette, ten behoeve van de 10 nieuwe prebenden en benoemt graaf Gozelo, voogd van de Collegiale kerk van Sint Bartholomeus, tot voogd van Villers. Getuigen waren onder andere graaf Gozelo, voogd van de kerk, graaf Albertus van Namen en graven Emmo en Otto van Loon (bron: Joannes Franciscus Foppens S.T.L. Opera Diplomatum Belgicorum Nova Collectio sive Supplementum ad Operat Diplomatica in quo Continentur Chartae Fundationum ac Donationum piarum, Testamenta, Privilegia, & alia Antiquitatis Monumenta, a Pontificibus, Imperatoribus, Regibus, Principibusque Belgii edita, & ex ipsis Tabularum publicarum fontibus eruta; una cum Indice locupletiore, duobus etiam praecedentibus Voluminibus Operum Diplomaticorum ejusdem Auberti Miraei correspondente. Tomus Tertius. Petrus Foppens, Bruxelles, 1734, Caput XXI, pag. 303; online beschikbaar via Google Books - niet zeker of dit Gozelo van Montaigu betreft)

1050: Ango en zijn echtgenote Eulalia schenken hun goederen te Honnay en Famenne in het graafschap Huy aan het klooster van Waulsort. Getuigen zijn onder andere UUaltelmus, Franco de Hunai, Helfridus, Albertus de Mainis, Engobrandus en UUedricus de UUansine, Gemaakt in het jaar 1050 onder keizer Henricus, hertog Fredericus, graaf Gothelo, voogd Theodericus en abt Lambertus (bron: Diplomata Belgica - niet zeker of dit Gozelo van Montaigu betreft)

1050: Godfried, hertog van Lotharingen, zoon van hertog Gozelo, geeft, voor het altaar, aan de broeders van de kerk van Sint Servatius te Maastricht zijn goed te Ramioulle, op voorwaarde dat zij voor deze plaats geen andere voogd zullen aanstellen dan die van Sint Servatius, dat wil zeggen de koning zelf. Getuigen zijn onder andere graaf Lambert van Leuven, Giselbert van Loon en Gozelo van Montaigu (bron: J.G. Schoonbroodt, Inventaire analytique et chronologique des archives de l'abbaye du Val-St-Lambert, Lez-Liége. Tome I, Chartes, Imprimerie de J. Desoer, Liège, 1875, nr. 2, pag. 2; online beschikbaar via Google Books)

1050: Wazo, bisschop van Luik, geeft een aantal goederen en kerken voor het onderhoud van 10 nieuwe kanunniken voor het altaar van Sint Bartholomeus in Luik. Hij wordt bijgestaan door graaf Gozelo, voogd van Sint Bartholomeus. Getuigen zijn onder andere graaf Gozelo, voogd van Sint Bartholomeus, graaf Gislebertus, Gozechinus de Hasbines, Robertus de Bece, Girardus, Berenfridus de Firme, Gilbertus de Lens en Tietfridus de Cortereces (bron: https://www.diplomata-belgica.be/charter_details_en.php?dibe_id=4498 Diplomata Belgica])

1050: Abt Lambertus van Waulsort laat weten dat Ottrannus een kapel heeft gebouwd op grond te Wespin onder Dinant die eigendom was van de abdij en dat die kapel daarom bediend moet worden door monniken van de abdij. Getuigen zijn onder andere bisschop Dethuinus, abt Lambertus, hertog Fredericus, paltsgraaf Heinricus, graaf Albertus, graaf Cono en graaf Theodericus de Fan (bron: G. Despy Les chartes de l'abbaye de Waulsort Publications de la Commission royale d'Histoire, Series I, Bruxelles, 1957, nr. 10, pag. 336-337, online beschikbaar via Diplomata Belgica - Maquet (Julien Maquet. Faire justice » dans le diocèse de Liège au Moyen Âge (VIIIe-XIIe siècles). Essai de droit judiciaire reconstitué. Presses universitaires de Liège, 2008, pag. 598) stelt dat de naam Cono een vergissing moet zijn die is ontstaan bij het kopiëren van de oorkonde, omdat er in deze periode in heel Opper-Lotharingen geen Cono bekend is en neemt aan dat het om Gozelo van Montaigu moet gaan)

1055: Keizer Hendrik bevestigt de stichting door Godfried, hertog van Lotharingen, van de priorij van Longlier, en de schenking ervan aan de Abdij van Florennes. Getuigen zijn onder andere bisschop Diethwinus, hertog Fridericus, graaf Goselo en zijn zonen Cuono en Rodulphus, Eustachius de Bolonia, graaf Fulco van Arlon, Godefridus de Bullonio, Engebrans de Mossonio, Ysambardus de Virduno, Adelardus en Thieselinus de Urciso-monte, Walterus de Wadiso-monte, Seifridus neef van hertog Godefridus, Thiebaldus de Tilacio, Stephanus de Prondesino, Hugo de Hollongia, Gislebertus en zijn broer en Godescalcus de Cennaco (bron: Joannes Franciscus Foppens S.T.L. Opera Diplomatum Belgicorum Nova Collectio sive Supplementum ad Operat Diplomatica in quo Continentur Chartae Fundationum ac Donationum piarum, Testamenta, Privilegia, & alia Antiquitatis Monumenta, a Pontificibus, Imperatoribus, Regibus, Principibusque Belgii edita, & ex ipsis Tabularum publicarum fontibus eruta; una cum Indice Topograhico locupletiore. Tomus Quartus. Petrus Foppens, Bruxelles, 1748, Caput XII, pag. 182-183; online beschikbaar via Google Books)

16 februari 1057: Otbert, bisschop van Luik, ruilt zijn goederen te Soulme met abt Gunzo van Florennes voor de domeinen te Lesve. Als getuigen tekenen onder andere graaf Gozilo, graaf Emmo, graaf Godefridus, voogd Lietbertus, Otbertus, traditor Ramselinus, Wiltramnus zoon van Witfredus, Fastradus, Lambertus en zijn broer zonen van Lambertus, Raynardus, Theofridus, Hermannus aartsdiaken van Florennes, Godescalcus, Gosbertus, Bernerus, Godezo, Gerardus en Humbertus (bron: Diplomata Belgica - niet zeker of dit Gozelo van Montaigu betreft)

1064: Frederik, hertog van Lotharingen, bevestigt de schenking van de kerk van Longlier door Godfried, hertog van Lotharingen aan de abdij van Florennes. Deze schenking vond plaats met toestemming van Godfrieds vrouw Beatrix, aan wie de kerk als erfenis was aangekomen, en met toestemming van zijn zoon Godfried en diens verloofde Mathilde, de dochter van Beatrix. Getuigen zijn onder andere hertog Fridericus, graaf Gozelo en zijn zonen Cuono en Rodulphus, Eustatius de Bolonia, graaf Fulco van Erlon, Rodericus, Warinus, Walcherus, Heribertus, Godefridus de Bullonia, Engebrandus de Mozonio, Adelardus en Thietzelinus de Urcisomonte, Thiebaldus de Soronio, Gislebertus en zijn broer Godescalcus de Cennaco, Humbertus de Leodio, Hugo de Hollongia, Wazo de Foriers, Stephanus de Pondresmo, Waltherus de Waldisomonte, Ysenbardus de Virduno, Refridus neef van hertog Godefridus en fideiussores van Godefridus junior zoon van de hertog, Herbrandus de Bullonio, Ernulphus de Ware en Thietbaldus de Tilacio (bron: Diplomata Belgica)

1064: Ermentrudis de Harenzey, weduwe van Gozolo, schenkt haar goed te Sumay aan de abdij van Saint Hubert en Ardenne met goedkeuring van haar zoons, graaf Cuno, Rodulfus, Guido, Joannes en Henricus en haar broers graaf Hezelinus, Rainaldus en Balduinus. Als getuigen vanuit de familie treden op Hugo, Libertus, Franco, Rodulfus, Arnulfus en Garinus (bron: Godefroid Kurth, ed. Chartes de l'Abbaye de Saint-Hubert en Ardenne. Tome Premier. Librairie Kiessling et Cie, P. Imbreghts, successeur, Bruxelles, 1903, nr. 18, pag. 19-20; online beschikbaar via archive.org)

(1064): Gozilo comes Bohaniae apud Marlidam dominicalem domum violenter fregit, et ad placitum suum abusus ibidem quibusque inventis, res etiam ecclesiasticae familiae satellitibus suis diripiendas permisit, et cum coenatus protraheret noctem iocis et sermonibus, repente percussus ultione divina in ipso crepusculo finivit vitam. Uxor eius Ermentrudis de commisso domini sui humilem satisfactionem beato Huberto et abbati per optimates suos mandavit, et ut ibidem corpus eius sepeliretur expetiit. Abbas ex consilio fratrum et satisfactioni et petitioni annuit, sepultoque Gozilone, Summeium allodium cum matre ecclesia et familia ab Ermentrude uxore illius, et Conone, Rodulfo, Widone et Henrico filiis eius, legaliter ecclesiae donatum acquisivit (bron: L.C. Bethmann en W. Wattenbach Ph.DD., ed. "Chronicon Sancti Huberti Andaginensis". Georgius Heinricus Pertz, herausgeber. Monumenta Germaniae Historica inde inde ab anno Christii qvingentesimo vsqve ad annvm millesimvm et qvingentesimvm. Avspiciis societas aperiendis fontibvs rervm Germanicarvm medii aevi Scriptorvm Tomvs VIII. Hannover, 1848, pag. 578)