Jan Bac van Bomale

Jan Bac van Bomale werd vermeld tussen 1270 en 1301. In 1301 was hij leenman van ridder Laurens Volkart voor twee hoeven in Udenhout (bron: Terug naar de Bac-ermat, bericht in Yahoo group Middeleeuwse genealogie, 30 december 2014; Hans Vogels, Terug naar de Bac-ermat II, bericht in Yahoo group Middeleeuwse genealogie, 20 augustus 2019)

20 mei 1301: Laurens Volkart, ridder, oorkondt dat zijn broer, Jan Volkart, ridder, een jaarlijkse cijns van 6 pond te Udenhout, op hoeven in het bezit van de abdij Tongerlo en op hoeven die Iohannes dictus Bac de Boemale in achterleen heeft van de hertog, verkocht heeft aan de abdij van Tongerlo, op voorwaarde dat de abdij hem, Laurens Volkart, jaarlijks een penning, genoemd ghewere, zal betalen. Getuigen waren heer Danekinus de Oerscot ridder, Walterus dictus Toyart, Iohannes de Haren, Hermannus de Rijt en zijn broer Arnoldus Bac, Willelmus dictus de Fine, Geenkinus dictus Vescere en Walterus Bac de Baescot. De overeenkomst wordt door de hertog bekrachtigd met zijn zegel (bron: Dr. H.P.H. Camps. Oorkondenboek van Noord-Brabant tot 1312. Deel I. De Meierij van ’s-Hertogenbosch (met de heerlijkheid Gemert). Tweede stuk (1294-1312). Rijks Geschiedkundige Publicaties uitgegeven in opdracht van de minister van Onderwijs en Wetenschappen onder toezicht van de rijkscommissie voor vaderlandse geschiedenis. Martinus Nijhoff, ’s-Gravenhage, 1979, akte nr. 615, pag. 739-741)