Johan Drabbe

Drabbe (Johan), ged. te Bergen op Zoom 3 Dec. 1777, overl. aldaar 27 Juni 1835, zoon van den volgende en van Johanna Lamberdina Scherpingh. Hij werd in 1793 onder-luitenant bij de vesting-artillerie, doch ging later over bij het burgerlijk bestuur; van 1811 tot en met 1813 was hij lid van den conseil municipal te B.o.Z. en werd aldaar in 1814 vice-burgemeester; in 1820 tot lid der Staten van Noord-Brabant benoemd, bedankte hij nog in hetzelfde jaar voor een benoeming tot lid van Gedeputeerde Staten. 1822 burgemeester te B.o.Z. en in 1824 wethouder aldaar. 25 Dec. 1827 werd hij benoemd tot district-commissaris te Roosendaal, in verband waarmede hij in 1828 eervol ontslag kreeg als wethouder van B.o.Z., doch vergunning ontving om aldaar te blijven wonen. Hetzelfde jaar werd hij benoemd tot commandeerend officier der schutterij te Roosendaal. Hij huwde te B.o.Z. 2 Jan. 1803 met Lucretia Johanna Lemmers, ged. te B.o.Z. 3 Mei 1778 en overl. aldaar 2 Sept. 1839, dr. van Jacobus Johannes en van Charlotta Rebecca von Freytag.

bron: P.C. Molhuysen en P.J. Blok (red.), Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1. A.W. Sijthoff, Leiden 1911