Willem Joseph van Brienen van de Groote Lindt, baron

Notes

   koopman en bankier firma Van Brienen en Zoon te Amsterdam

   lid stedelijk bestuur van Amsterdam, van 1803 tot 1807

   adjunct-burgemeester van Amsterdam, van 1806 tot 1808

   lid Staatsraad, van 11 november 1807 tot januari 1808

   wethouder van Amsterdam, van 12 januari 1808 tot 1811

   lid Staatsraad in buitengewone dienst sectie financiën, van 5 februari 1808 tot 31 december 1808

   lid Raad voor de Zaken van Holland te Parijs, van 22 juli 1810 tot 29 oktober 1810

   maire van Amsterdam, van 1811 tot 1813

   lid algemene raad departement van de Zuiderzee, 1812

   lid Provinciale Staten van Holland voor de steden (Amsterdam), van 1814 tot september 1815

   buitengewoon lid Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden voor de provincie Holland, van 8 augustus 1815 tot 19 augustus 1815

   lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 21 september 1815 tot 10 oktober 1839

   regent R.K.-Jongensweeshuis te Amsterdam, van 1786 tot 1839

   lid Sint Ceciliacollege, vanaf 1777

   lid commissie van inlijving te Parijs; advies aan Napoleon

   commissaris Fonds van amortisatie van de publieke schuld, vanaf 12 mei 1807

   kamerheer honorair koning Lodewijk, van 15 november 1807 tot

   lid dijkbestuur Beemster, omstreeks 1807

   hoofdingeland en hoogheemraad Beemster, omstreeks 1808

   bewindhebber Tweede Amsterdamse Assurantie Maatschappij, omstreeks 1808

   lid Ridderschap van Holland, vanaf 1814

   wetenswaardigheden

   Was in 1829 het enige noordelijke lid dat de talrijke petitiën uit het Zuiden over de rechtspraak en het onderwijs onder de aandacht van de koning wilde brengen

   Commandeur in de Orde van de Unie, 23 april 1808

   Commandeur in de Orde van de Reünie, 29 februari 1812

   lid Legioen van Eer, 30 juni 1811

   Officier Legioen van Eer, 1812

   baron de l'Empire, 23 oktober 1811

   jonkheer, 9 februari 1814

   baron, 12 januari 1825

   heer van Groote Lindt, Dortsmonde en Stad aan 't Haringvliet