Willem van Neck

Hij werd op 18 juli 1730 ingeschreven als student in de rechten aan de Hogeschool te Leiden, tegelijk met zijn broeder Johannes. Hij promoveerde op 18 juli 1735 op een proefschrift getiteld: Dissertatio juridica inauguralis ad L. 5 C. De Rei Vindicatione, welke opgedragen is aan zijne vader. Na zijn promotie vestigde hij zich in zijn vaderstad als advocaat en procureur en werd daar ook raad, meermalen burgemeester, en pensionaris, en namens Purmerend gecommitteerde in het college van gecommitteerde raden van Holland en West-Friesland, en in het college van H. Ed. Mog. de Heeren Staten van Holland en West-Friesland, gecommitteerde in het college der Admiraliteit te Harlingen, mitsgaders ontvanger der gemene landsmiddelen te Purmerend. Hij verkocht in 1750 de hofstede in de Zijpe 'Mijn Lust' aan Rens Jongerling. Zie: NL 1901 kol 36.