Adam Mathijs Jans Verhagen

bron: gezinsblad Adam Mathijs Verhagen‏‎‏‎‏‎‏‎ op Stamboom Dortmans-Steverink

1644: Testament van deersame Peter Matijssen van der Haegen ende Aleijdt Evertssen sijne wettige huijsvrouw. Verder vermelding van o.a. een beempd gelegen tot Olland. De Clarisse tot Boxtel. Een kiste staende in Sint Oedenkercke. Jannen sone Adam Matijssen sijne testateurs neeve. Adam Matijssen van de Haegen bruder van de testateur. Nicolaessen van de Sande secretaris deser vrijheijt. Gedaen ten huijse des voorschreven testateuren gestaen alhier binnen Sint Oedenrode tot Ollant (bron: BHIC, Schepenprotocol Sint-Oedenrode, toegangsnr. 7636, inv. nr. 124, akte nr. 243, fol. 173)

1671: Jan ende Mathijs, den voorschreven Mathijs soo voor sijn selve als mede vuijt crachte van procuratie hem gegeven ende verleent bij Jenneke sijne meerderjarige suster. Gerit Laurenssen van Lieshout als man ende momboir van Barbara dochter wijlen Adam Mathijssen van de Hage ende bij wijlen Maijken Jan Hendrick Rietmackers wettelijck verweckt. Johan Cranen als man ende mombair van Catharina dochtere des voorschreven Adam van der Hage ende Maijken voornoemt, alle kijnderen ende erffgenamen des voorschreven Adam Mathijs ende Maijken voorschreven. Hebben gedaen ende gemaeckt eene erffscheijdinge ende deijlinge van de goederen hen luijden vermits der doot van de voorschreven Adam ende Maijken aengecomen. Aen Jan Adams ende Jan Cranen o.a. een huijs, hoff met het aengelach daer bij ende aengelegen, gemeijnlijck genoempt den Auwen hoff, gelegen ter plaetse Ollant. Tusschen erffenis Jan Sijmens de een sijde, ende de andere seijde ende allen eijnde de gemente van Rode ende metten anderen eijnde Francois … Soo sal voorschreven Gerit van Lieshout hebben ende erffelijck besitten, vijftien vatten rogge, maeten van Son in een meerdere pacht van vier en twintich vaten rogge op de kijnderen van Thonis Feders woonende tot Son gande uijt seckere onderpanden op de Sonse hove gelegen (bron: BHIC, Schepenprotocol Sint-Oedenrode, toegangsnr. 7636, inv. nr. 119, akte nr. 386, fol. 472)

1694: Cathalijn weduwe Jan Adaems van de Hage voorde tochte ende Ariaen Willem Kerckhoff man ende momboir van Jenneken dochter Jan Adams van de Hage ende Cathalijn voornoempt ten erffrechte voor een achtsten part. Barbara weduwe Gerit van Lieshaudt dochtere Adam Mathijsse van de Hage voorde tochte, Adam ende Henrick gebroederen, kijnderen des voorschreven Gerit van Lieshaudt ende Barbara voornoemt, mede voor Magriet haere absente suster. Maria weduwe Jan Peeters ende Maijken gesusteren kijnderen des voorschreven Gerit van Lieshaudt ende Barbara voornoemt ten erffrechte mede voor een achtste part in een acker teullant gemeijnlijck genoemt Pan, gelegen binnen den dorpe van Son. Hebben sij vercofft aen Jacob Franssen wonende tot Son. Cijns in het boeck van Helmont, gaende vuijt de gehele acker (bron: BHIC, Schepenprotocol Sint-Oedenrode, toegangsnr. 7636, inv. nr. 131, akte nr. 267, fol. 479)