De nakomelingen Van Zoelen Van der Lecke

Bij de derde Van Zoelen-staak, die reeds met Adriaen Adriaensz. van der Leck in de mannelijke lijn uitstierf bepaalde zich de connectie met het platteland tot den handel in zuivelproducten. In 1539 kocht Van der Leck een huis aan de Hoogstraat Zz, dicht bij de Moriaansteeg. In 1545 was hij reeds overleden, uit zijn huwelijk met Elisabeth Pietersdr. een dochter Dirckje nalatende. Te oordeelen naar den woonstand, in verband met andere gegevens, heeft Adriaen van der Leck het beroep van kaaskooper uitgeoefend, en in dezelfde nering zal ook zijne dochter een bestaan hebben gevonden; deze: Dirckje Adriaensdr. van der Leck was reeds vroeg weduwe van Daniel Henricxz. van Neck, (zoon van den haringreeder Henrick Lourisz. Maetheyn, vroedschap) en woonde op den zelfden winkelstand Hoogstraat Zz., bij de Hoofdsteeg.

In tweede huwelijk trouwde Dirckje van der Leck met Jan Pietersz. Kievit, drapenier, vroedschap van Rotterdam. De kinderen uit het huwelijk Van Neck-Van der Leck bleven de traditie volgen : Henrick Danielsz. van Neck zette den kaashandel in het vaderhuis voort; de zoon Adriaen, die zich Adriaen Danielsz. van der Leck noemde, vestigde zich daar dicht bij, zijne weduwe ontmoeten wij later als echtgenoote van Pieter Michielsz. de Leest (Dullaert), kaaskooper; eene dochter Elisabeth Danielsdr. van Neck huwde met haar stiefbroeder Louris Jansz. Kievit, die de olieslagerij als bedrijf koos. Bron: http://rjb.x-cago.com/GARJB/1912/12/19121231/GARJB-19121231-0126/st... blz. 105-106