Adriaen Dericks

Adriaen Dericks was vanaf 1622 richterbode van Mill. Hij was in 1631 één van de oprichters en de eerste deken van het Sint Catharinagilde te Mill (bron: Drs. Jan W.M. Lange, Lange(n) in dun Krommendiek, Deel I. Herziene versie, Februari 2018, sub III e, nr. 62, pag. 80)

Adriaen Dericks en Bertke volgden zijn ouders Dirck Adriaens en Trijn op als cijnsplichtige voor nieuwe afgegraven gronden, die zij ca. 1620 verworden hadden (bron: Nassausche Domeinraad 10092, 10123 en 10126; op citaat Drs. Jan W.M. Lange, Lange(n) in dun Krommendiek, Deel I. Herziene versie, Februari 2018, sub III c, nr. 81, pag. 74)

Adriaen Derickx en zijn echtgenote Bert volgden zijn vader Derick Adriaens op als cijnsplichtige; het goed was herkomstig van Jan Ermens van Luijnen uit een stuk land, geheten (?) Rauensvelt/Cavensvelt (bron: Nassausche Domeinraad 10092 en 10123; op citaat Drs. Jan W.M. Lange, Lange(n) in dun Krommendiek, Deel I. Herziene versie, Februari 2018, sub III e, nr. 62, pag. 80)

Adriaen Dericx heeft 7 morgen cijnsplichtig land onder Mill, door hem gewonnen van Jan Theunissen Zegers, de zoon van Thonis Jans Segeren en Griet (bron: Nassausche Domeinraad 10092 en 10123; op citaat Drs. Jan W.M. Lange, Lange(n) in dun Krommendiek, Deel I. Herziene versie, Februari 2018, sub III c, nr. 40, pag. 74)

Adriaen Dericks en Berthke werden vermeld op 6 februari 1607 en deden op 14 februari 1608 een acte van opdracht aan Peter Jans Ermits, waarin melding van een rente volgens erfbrief van 3 malder rogge. Ook in 1614 werd Adriaen Dericks vermeld (bron: BHIC, Schepenprotocollen Mill, toegangsnr. 7040, inv. nr. 552; op citaat Drs. Jan W.M. Lange, Lange(n) in dun Krommendiek, Deel I. Herziene versie, Februari 2018, sub III c, nr. 40, pag. 74 en sub III e, nr. 62, pag. 80)

In de telling van 1613 vanwege de Prins van Oranje wordt onder Mill genoemd Ariaen Dericx, met als directe buren voor hem genoemd diverse mensen, die wonen op de voorhene Marienweerdse, nu dominiale hoeven van de Prins van Oranje: “Het Hecken” Sijbert Jansen closters, Jan Kerstens goet ”aen (de) kerck”, Jan Jan Goesten, Lenaert Goerts closters, Ariaen Dericx; hierna begint de lijst met de huisplaatsen in Mill- Hollanderbroek (bron: Nassausche Domeinraad 9952; op citaat Drs. Jan W.M. Lange, Lange(n) in dun Krommendiek, Deel I. Herziene versie, Februari 2018, sub III c, nr. 40, pag. 74)

8 februari 1618: Akte van opdracht door Ermit Hanrix en Mery e.l. aan Adriaen Derixsen en Bertke e.l. van een stuk land van ongeveer 1 morgen, grenzend aan de O.L. Vrouwesteeg en de erven van Willem Thijssen Clingels en van de de abdij van Marienweerd, nu van de prins van Oranje, Willem Thijssen en de straat (BHIC, Schepenprotocollen Mill, toegangsnr. 7040, inv. nr. 539.A, akte nr. 165, fol. 96)

18 februari 1618: Akte van opdracht door Hanrick Hanrix en Jenneke e.l. ;Ermit Hanrijcx en Merij e.l; Jan Jans en Aelke e.l; Aeb Jans en Lijske e.l. Arnt Jansen en Hanrijske e.l.; Jan Simons en Metken e.l. ;Jan Peters en Hanrijske e.l.; ,de voorschreven Jan Jans mede als momboir van de onmundige voorkinderen van Jan Peters; Jan Ghijben en Derijske e.l. ;Arnt Henricx de Alde en Aelke e.l.; Lenart Gaerts en Metke e.l. aan Ariaen Derix en Bertke e.l. van een stuk land van ongeveer een ½ morgen gelegen aan de kerk en grenzend aan de erven van de abdij van Marienweerd nu van de prins van Oranje, het erf van voornoemde Arien, de lijkweg en het kleine straatke (BHIC, Schepenprotocollen Mill, toegangsnr. 7040, inv. nr. 539.A, akte nr. 166, fol. 96-97)

5 februari 1622: Akte van opdracht door Willem Thijssen Klingel en Anneke e.l. aan Adriaen Dericx en Bertke e.l. van 1½ morgen land, gelegen aan de O.L.Vrouwesteeg en de erven van Willem Thijssen voornoemd, Adriaen Dericx voornoemd en de abdij van Marienweerd. nu de prins van Oranje, en de gemeynt (BHIC, Schepenprotocollen Mill, toegangsnr. 7040, inv. nr. 539.A, akte nr. 192, fol. 115)

5 februari 1622: Akte van opdracht door Hermen Hanrix en Aelke e.l. ; Gerit Hanricx en Aelke e.l. ;Philips Pouwels als momboir van de onmundige kinderen van voorschreven Aelke Hamers? verwekt bij Pouwel Philips zaliger aan Adriaen Dericx en Betke e.l. van een ½ morgen land. gelegen op het hogeveld en grenzend aan de erven van voornoemde Adriaen Dericx, de abdij van Marienweerd, nu de prins van Oranje, Claes Meussen en de Karstraat (BHIC, Schepenprotocollen Mill, toegangsnr. 7040, inv. nr. 539.A, akte nr. 193, fol. 115)

8 februari 1628: Akte van opdracht door Adriaen Dericxsen en Bertke e.l. aan Andrys Swarten en Hanriske e.l. van een huis en hofstad van ongeveer een 2 morgen, grenzend aan een vaarweg en de erven van Lyske Jan Kerstens, de abdij van Marienweerd, nu de prins van Oranje, en de lijkweg (BHIC, Schepenprotocollen Mill, toegangsnr. 7040, inv. nr. 539.A, akte nr. 236, fol. 139)

9 februari 1640: Akte van opdracht door Hermen Hanrix en Grietie e.l. ;Jenneke Hanricx met haar momboir Ceel Hermens; Jan Aeben en Marijke e.l. Jan Tijssen en Marijke e.l. en Hanrick Hanricx; aan Adriaen Derix en Bertie e.l. van een stuk land van ongeveer 4 hont, gelegen op het hogeveld en grenzend aan de erven van de erfgenamen van Laurens Dericx, Jacob Hermens Mooren’ erfgenamen, de vaarweg en het erf van Huijbert Jans (BHIC, Schepenprotocollen Mill, toegangsnr. 7040, inv. nr. 539.A, akte nr. 317, fol. 173)

Rond 1640 zijn Derick en Bertke in een langdurig juridisch conflict verwikkeld met Peter Aerts Verwers en diens zoon Theunis (bron: BHIC, toegangsnr. 7040, inv. nr. 218; op citaat Drs. Jan W.M. Lange, Lange(n) in dun Krommendiek, Deel I. Herziene versie, Februari 2018, sub III c, nr. 40, pag. 74)

16 augustus 1649: Voor Jorden Hermens en Geerit Jans, schepenen, akte, waarbij Peeter Peters, Merry Peters en Peterke Peters met assistentie van Adriaen Dericksen hun grootvader, en Meus Jans, als momber van Merry en Peterke Peters, ener- en Willem Gerits Croeffs en Peterke e.l., anderzijds, een regeling treffen inzake de rechten van de voor- en nakinderen van voornoemde Willem Gerits en Peterke e.l. (BHIC, Schepenprotocollen Mill, toegangsnr. 7040, inv. nr. 541, akte nr. 77, fol. 51-52)

In de Inventarisatie van goederen in 1650 wordt Adriaen Dierckx aangeslagen voor huis, hof en 18 morgen land, in 8 percelen: voor 5 morgen en 3 hond bouwland op het Cauvelt (19 gld. en 5 st.), voor 1 morgen en 3 hond bouwland op het Hoogland (5 gld. en 5 st.), voor 2 morgen en 3 hond bouwland aan de O.L.V.-steeg (8 gld. en 15 st.), voor 3 morgen weiland aan de Voordijk (3 gld.), voor 3 hond weiland achter den Clompmaker (10 st.), voor 2 morgen en 3 hond “sleght suer” weiland (2 gld. en 10 st.), voor 1 morgen en 3 hond slecht en zuur land aan de Veesteeg (1 gld. en 10 st.) en voor 1 morgen slecht/zuur land aan de Vaerdijk; verder cijnsplichtig aan het Gasthuis te Grave (10 st.), aan het St. Anthonis-altaar te Zeeland (4 kannen rogge) en 1 schepel rogge aan het St. Anthonis-altaar te Mill. Totaal betaalt hij na aftrek van kosten 31 gld. en 2 st. (bron: citaat Drs. Jan W.M. Lange, Lange(n) in dun Krommendiek, Deel I. Herziene versie, Februari 2018, sub III c, nr. 40, pag. 74)

9 februari 1650: Voor Hendrik Aerts en Thomas Jordens, heijmraden, testament van Hermke Wilberts, echtgenote van Wilbert Geerits. Getuigen Jan Geurts, Jacob Hermens, Bertge wed. van Adriaen Diricx als vroemoeder en Diricsken huisvrouw van voors. Jan Geurts, Bartholt Aelberts gesub. Richterbode van Goduwaert Adriaens, richterbode te Mill, ten huize van Wilbert Geerits waar zijn echtgenote ziek van de kinderpokken ligt. Zij benoemt tot haar erfgenaam haar man en legateert aan de huijsarmen van Mill een malder rogge om brood te bakken en uit te delen op haar begrafenis. Aan Jenneke Peeters haar zuster, al haar kleren (BHIC, Schepenprotocollen Mill, toegangsnr. 7040, inv. nr. 541, akte nr. 86, fol. 61-62)