Alias Adriaan van der Leck / van der Leek.

Adriaen was gegoed te Egmond

• goederen afkomstig van wijlen haar broeder Adriaen van der Leck. 1482 1 charter
• Nationaal Archief, Den Haag
• Reg. no.154
• 154 1482 augustus 20.
• Johan, jonge heer van Egmond, Baer enz., oorkondt ten overstaan van zijn leenmannen, dat hij Jelijs van der Lecke Jansdochter met als voogd haar echtgenoot Johan van Naeldwick Adriaenszoen beleend heeft met de goederen van de heerlijkheid van Egmond, komende van wijlen haar broeder Adriaen van der Lecke.
• Oorspr. (Inv. no. 967). Het zegel in rode was van de oorkonder is verloren.
• [Met Jelijs word Gillijs / Gillis bedoeld, die als tweede echtgenoot Jan van Naaldwijk had. Recia]

Het nageslacht en de erfenis van Adriaen

Adriaen stierf zonder wettige kinderen na te laten, met het gevolg dat op 3 april 1482 zijn zus Gillisje (Gilia) als zijn erfgename beleend werd met al zijn Heerlijkheden. Zij was al Vrouwe van Kralingen en Honingen in Schieland en van de kant van Adriaen kwam daar nu bij het Slot Oud-Haarlem in Heemskerk, de ambachtsheerlijkheden van Heemskerk en Castricum en diverse landerijen en inkomsten in die buurt. De echtgenote van Adriaen, Catharina van Assendelft heeft hem helaas geen kinderen kunnen schenken, maar Adriaen had wel twee buitenechtelijke dochters, Jonkvrouwe Dirckje en Jonkvrouwe Janne. Bron: https://books.google.nl/books?id=0ztlzQ9ULl8C&pg=PA135&lpg=PA135&dq...

Uit de archieven

126. Een huis met 20 morgen land in de ban van Nyendorp en 10 rijnse gulden per jaar uit de goederen van Adriaen van der Leek, gelegen binnen het baljuwschap van Schieland. 9-6-1478: Janne, natuurlijke dochter van Adriaen van der Leek, heer van Heemskerck, van Castricum en van Cralingen, bii opdracht van haar vader, de acte is mede bezegeld door Gerrit Gillisz., schout van Cralinge. (11-6-1478: Johan, jonge heer tot Egmondt, bevestigt deze schenking door zijn neef Adriaen van der Leek, die de 20 morgen van hem in leen houdt.) -7-1505: Joost-, Adriaen, Aelbrecht- en Janne. Albout elk met 5/4 deel, bij dode van hun moeder Janne, natuurlijke dochter van der Leek, gehuwd met Geerijt Albout. (De huwelijkse voorwaarden bezegeld door Adriaen van der Leek, Jonge Jan van Assendelft, Geriit- en Aelbert Symonsz.)

DE BEZITTINGEN ROND ROTTERDAM VAN DE ST. PAULUS-ABDIJ, 1264-1666

• KRALINGEN 20. De tienden (1281: grof en smal) van het nieuwe land van Craling en een kwart (1281: een vijfde deel) van de tienden in Craling in het oude land in pacht (1281: en de helft van de smaltienden).
• 9-4-1399: De echtgenote van heer Dirc van der Lecke (A, fol. 88v). (17-10-1398: Philips van Polanen en Wouter van Mathenesse, ridders, als overlieden, Willem van Cralingen en Dirck Hodenpijl, ridders, Jan de Wit, priester en Philips Arensz. van Dam, knape, doen uitspraak tussen heer Dirc van der Lecke met zijn vrouw enerzijds en de heer Aernt van Duvenvoirde met zijn vrouw anderzijds over de nalatenschap van de ouders der beide vrouwen, nl. van Oedzier van Cralingen en zijn vrouw. Zij bepalen o.a. dat zij delen het drie vierde deel van de korentiende en de helft van de smaltienden van het ambacht Cralinghen, die jonkvrouwe Badeloghe van Cralinghen en haar beide zoons tot hun lijven gepacht hebben. Heer Dirc zal behouden het vierde kwart van de korientienden en de andere helft van de smaltienden en de korentienden van het nieuwenlande in leen van de abt. Rijksarchief Utrecht, bibliotheek van handschriften inv.nr. 357 fol. 41).
• 12-5-1475: Quitantie voor de ontvangst van 9 oude frankrijkse schilden en 1 lood fijn zilver wegens de pacht over het jaar 1475 door Adriaen van der Leck (6, fol. 4v).
• 14-12-1486: Gelys van der Lecke, gehuwd met Johan van Naeldwyck, ridder, neemt in erfpacht tegen 7½ oude frankrijkse schild per jaar een derde deel van de korentienden en de helft van de smaltienden van Cralingen en tegen 1½ oude frankrijkse schild een vierde deel van de korentienden en de helft van de smaltienden (C, liber Jacobi de Steegh, Holland en Zeeland, fol. 10v).

REPERTORIUM OP DE GRAFELIJKE LENEN TE BLEISWIJK, HILLEGERSBERG, KRALINGEN, OVERSCHIE, ROTTERDAM, SCHIEBROEK, SCHOONDERLOO EN ZEVENHUIZEN, 1200-1648

• KRALINGEN 30. Het huis (1401: en de hofstede) te Cralinghen, vanouds Honinghe geheten, met walen, grachten, singels, boomgaarden en 3 kampen land (1621: en de visserij in de walen), belend ten zuiden: de vloeddijk, ten noorden: de ’s Gravenweg, ten oosten: de vliet die vanouds is genaamd de Hoegenbrugge watering, ten westen: de Nyewelantse vliet.
• 4-2-1473: Adriaen van der Leck bij dode van zijn vader Jan van der Leck (L.H. 118, cap. N.H., fol. 28v).
• 18-10-1483: Jonkvrouwe Gillis van der Leck, gehuwd met Jan van Naeldwijck, bij dode van haar broer Adriaen van der Leck (L.H. 120, cap. N.H., fol. 22v).

REPERTORIUM OP DE LENEN VAN HONINGEN, 1324-1764

Het kasteel Honingen is lange tijd de zetel geweest van de ambachtsheren van Kralingen. De naam Honingen komt het eerst voor op 9 juli 1297, wanneer er sprake is van land gelegen tussen Honingen en Rubroek. Of het kasteel dan reeds bestaat, is niet zeker, maar op 6 augustus 1318 is dit wel het geval. Op deze dag draagt Oetsier van Cralingen, ridder, zijn huis te ‘Honinghe’ op aan het kapittel van Brielle, om het onmiddellijk terug te ontvangen tegen betaling van 10 lb. Hollands per jaar. De acte wordt verleden in de zaal van het kasteel. Op 4 april 1383 draagt Odzier van Cralingen, knape, kleinzoon van Oetsier uit het jaar 1318, het kasteel in leen op aan Margriete, hertogin van Beijeren, waarna het een Hollands leen blijft, een en ander ondanks de protesten van het Brielse kapittel. Odzier wordt opgevolgd door zijn oudste dochter Gillisje, gehuwd met heer Dirc van der Leck, bezitter van het huis ‘Haerlem’ bij Heemskerk, lid van een jongere tak van het geslacht Van Polanen.

Door het huwelijk van hun kleindochter Gillisje van der Leck met Floris van Kijfhoeck, komen de erfenissen Van der Leck en Van Kijfhoeck in één hand, nl. in die van hun dochter Aleyd van Kijffhoeck, welke deze door haar beide huwelijken respectievelijk met Jan en Claes van Assendelft, broers, in dit laatstgenoemde geslacht brengt. Op 12 oktober 1668 koopt de stad Rotterdam van de heer Van Assendelft o.a. de heerlijkheid Kralingen met de ruïne van het kasteel Honingen en wordt hiermede de laatste ambachtsvrouwe van deze heerlijkheid.

• Het Slot van de Heren van Kralingen: http://nl.wikipedia.org/wiki/Slot_Honingen
• http://www.vansandick.com/familie/links/rotterdam.php
• REPERTORIUM OP DE LENEN VAN HONINGEN, 1324-1764 75. De dijkboet, genaamd de Coelwerfjes, de hoop zonder maat, in Jan van der Lecken ambacht (1473: in Adriaen van der Lecken ambacht, 1531: in den Hogenban). Belend ten noorden: de Horenweg, ten oosten en zuiden: de zate van Yeve Bokels, ten westen: de Horenwaal en de heilige geest werve van Ouderschije (1472: groot omtrent 1 morgen).

STORMPOLDER (CRALINGER POLRE)

• 111 bis. Het ambacht van Stormpolre.
• 28-2-1342: Willaem van Cralingen, onmondig, broer van de onmondige leenheer Otsier van Cralinge, voor wie zijn grootvader heer Aernout van Hodenpijle, zijn ooms Dieric van Cralingen en Jan Dieric en zijn neef Philips van der Spange zegelen, na overdracht door hun ouders heer Gillis van Cralingen en Badeloghe (fam.archief van Oldebarneveld, inv. 456). 20-6-1376: Heer Willem van Cralinge komt overeen met heer Jan van Pollanen, heer van der Lecke en Breda, van wien zijn broer Oedsier van Cralingen het leen houdt, betreffende hun landen Stormspolre en Krimpen. De ingelanden van heer Jan mogen dijken tot het midden van de Slicksloete en die van heer Willem van daar tot de Polre toe. De laatste zal het dijkgraafschap over deze bedijkingen in leen houden van de eerste (van Oldebarneveld inv. 456).

75. De dijkboet, genaamd de Coelwerfjes, de hoop zonder maat, in Jan van der Lecken ambacht (1473: in Adriaen van der Lecken ambacht, 1531: in den Hogenban). Belend ten noorden: de Horenweg, ten oosten en zuiden: de zate van Yeve Bokels, ten westen: de Horenwaal en de heilige geest werve van Ouderschije (1472: groot omtrent 1 morgen).

• 85-1 Paulusabdij te Utrecht
• Inventaris
• 2. Beheer
• 2.1. Algemeen
• 30-40 Leen- en tijnsregisters, registers van akten betreffende het beheer van goederen en renten, 1380- 1521; 1536-1667; benevens betreffende de uitoefening van kerkelijke en wereldlijke rechten, 1380-1572; met afschriften van akten en aantekeningen sedert 1221 31 1420-1485; met afschriften van akten en aantekeningen, 1322-1526
• Akte van kwijting door abt Johan Clauwaart voor Adriaan van der Leck vanwege de ontvangst van tiendbetaling te Kralingen, 1475 (35v);

http://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_Kralingen http://nl.wikipedia.org/wiki/Slot_Honingen

REPERTORIUM OP DE GRAFELIJKE LENEN IN NAALDWIJK,

1198-1648===

• NAALDWIJK 9. De tiende van de Noorden (1333: in Naaldwijk; 1498: zijnde een korentiende in drie blokken, genaamd Adriaan van de Lek tienden; 1355: verpacht aan Meeus Hendriksz. voor 9 pond 6 d. groten).
• ..-.-1281: Floris van Brederode vermeld, LRK 5 fol. 46.
• 4-4-1333: Lijftocht van Dirk Klaas, gehuwd met Willem van Oudshoorn, LRK 2 fol. 79v nr. 529.
• 14-5-1355: Gerrit van Egmond, ridder, bij koop zoals heer Willem van Oudshoorn en daarvoor Dirk Bertoutsz. met lijftocht van Jandirc, zijn vrouw, LRK 23 fol. 68 nrs. 318-319.
• 18-1-1380: Gerrit van Egmond, gehuwd met Jandirc van der Doortoge, te komen op Willem van Egmond, zijn zoon, of op Dirk van Egmond, diens oudere broer, LRK 50 fol. 162.
• 25-10-1398: Willem van Egmond bij dode van Gerrit, zijn vader, met lijftocht van Jandirc, zijn moeder, LRK 52 fol. 300 nr. 1261.
• 18-11-1429: Heer Dirc van Egmond, die aankwam van Gerrit van Egmond, zijn vader, eventueel te komen op Jandirc van Egmond, zijn dochter, voor haar leven, LRK 62 fol. 111v.
• 24-12-1430: Heer Dirk van Egmond, LRK 62 fol. 136.
• 5-12-1435: Heer Hugo van Lannoy, heer van Santes, overste raad van Holland, na de dood van heer Dirk van Egmond, LRK 114 fol. 57v-58.
• 1-5-1437: Jan van de Lek, gehuwd met de dochter van Dirk van Egmond, bij koop van Hugo van Lannoy, LRK 114 fol. 57v-58.
• 4-2-1473: Adriaan van de Lek bij dode van Jan, zijn vader, LRK 118 c. Nd.-Holland fol. 28v.
• 29-10-1498: Pieter Plumion bij koop na de dood van Adriaan van de Lek in 1481, LRK 122 c. Nd.-Holland fol. 10v-12v.

REPERTORIUM OP DE LENEN VAN DE ABDIJ EGMOND, 1174-1650

• OVERSCHIE 197. Een koren- en smaltiende in Schieambacht (1472: in Overschie) in het ambacht van de leenman (1562: van Adriaan van de Lek in de Spaanse polder bij de hofstede Spangen), strekkend oost 10 gaarden over de zool van de Oudendijk in ’s-Gravenambacht zuid tot de Vloetdijk, en de wetering tussen de dijk en de weg scheidt de tiende van die van het ambacht van de vrouwe van Rotterdam, west tot de Landsloot en noord tot het dorp Schie, (1472: jaarlijks 30 pond waardig).
• ..-.-13..: Gillis van Kralingen, als leenman vermeld tijdens abt Dirk Screvel, 1 fol. 76.
• ..-.-1358: Ogier van Kralingen, 1 fol. 70v.
• 10-7-1385: Ogier van Kralingen, knaap, 12 fol. 20v-21, ARA. Brussel, Kerken, nr. 17308.
• 4-9-1397: Dirk van de Lek bij dode van Ogier van Kralingen, zijn ‘zwager’, 12 fol. 21v-23v, 494.
• ..-.-146(5): Jan van de Lek met ledige hand, O., inv.nr. 3371.
• ..-.-1472: Adriaan van de Lek vermeld, LRK 283 fol. 107v.
• 13-5-1482: Filips van der Spangen zoals Adriaan van de Lek, O., inv.nr. 3371, ARA. Brusse, Familie Overschie de Neerijsche, inv.nr. 570 fol. 10v.

Boek: Voor God, graaf en geslacht: de kroniek van de ridders van Assendelft, door Bert Koene

• https://books.google.nl/books?id=0ztlzQ9ULl8C&pg=PA136&lpg=PA136&dq...