Arnold V, heer van Steyn

Is your surname van Steyn?

Connect to 13,159 van Steyn profiles on Geni

Arnold V, heer van Steyn's Geni Profile

Share your family tree and photos with the people you know and love

  • Build your family tree online
  • Share photos and videos
  • Smart Matching™ technology
  • Free!

Arnold van Steyn

Also Known As: "van Stein", "van Steijn"
Birthdate:
Death:
Immediate Family:

Son of Arnold IV, heer van Steyn and Margaretha van Renesse
Husband of Gertruyd Christaandr van Limbricht
Brother of Margaretha (Agniese) vrouwe van Steyn
Half brother of Walram I von Stein

Managed by: Job Waterreus
Last Updated:

About Arnold V, heer van Steyn

http://www.coolen-online.be/index.htm?genealogie/genealogie_front_N...

M : Arnold V Van Stein Zoon van / Son of : Arnold IV Van Stein & Margaretha Van Renesse

Relat(ie/ed)

F : Onbekend / Unknown Kinderen/Children ; 1: Margaretha Van Stein (* )

https://www.facebook.com/permalink.php?id=413510472079196&story_fbi... ... Met Heer Arnold IV, de laatste Heer van Steyn, stierf anno 1381 de rechte mannelijke lijn uit. Hij was gehuwd met Vrouwe Geertruid van Limbricht, welke laatste het wapen van Born voerde, een schild met drie kepers. Zijn vader moet al vroeg zijn gestorven omdat Arnold IV reeds in 1356 bondgenoot was van de Hertog van Brabant; iemand waaraan hij zich confirmeerde gedurende diens hele leven. Op 4 juni 1357 doet hij leenverheffing aan Dirk, Graaf van Loon en Chiney, als Heer van Heinsberg en Blankenberg, voor honderd bunder akkerland, de halve tienden en cijnsen en kapoenen in de Heerlijkheid Limbricht, een allodiaal goed. Heer Arnold V was door Steyn als een Maaslands leen sterk betrokken bij het graafschap Loon, waartoe de Heerlijkheid als vanouds behoorde. Na de dood van Graaf Dirk van Heinsberg in 1361 werd het graafschap Loon na een korte opvolgingsstrijd in 1366 definitief door het Prinsbisdom Luik ingelijfd. In 1364 was Heer Jan van Arkel van Utrecht naar de prinsbisschoppelijke zetel van Luik overgeplaatst. Wegens zijn Hollandse relaties is het dan ook niet zo verbazingwekkend dat we Heer Arnold V van Steyn zien optreden als eerste “amptman van den lande van Ecyke” en tevens vertrouwensman van de nieuwe Bisschop als Graaf van Loon. In het oudste register van het graafschap Loon, aangelegd in 1364, zien we Heer Arnold IV van Steyn herhaaldelijk als “President” van de leenzaal optreden. Ondanks deze sterke band met de Luikse Bisschop blijkt Heer Arnold toch niet minder betrokken bij de Brabantse politiek, waar hij zich blijkbaar erg thuis voelde. Hij zou er heel zijn leven aan trouw blijven om er uiteindelijk ook aan onder te gaan. Het verlies van zijn Naamse goederen in 1356 ter wille van zijn dienst aan de Hertog van Brabant, zal nog wel door zijn jaargeld gecompenseerd zijn, maar zijn deelname aan de Brabantse oorlog tegen de Hertog van Gulik in 1371, had voor hem en velen met hem, een fatale afloop die met geld niet meer te herstellen viel. Bij de slag van Basweiler op 21 augustus 1371, leed de Brabantse Hertog, na een aanvankelijke overwinning, alsnog een zware nederlaag. De Heer van Steyn bevond zich in de reserve-afdeling van het Brabantse leger onder Graaf Robert van Namen. Door de Hertog van Gulik werd hij met tal van edelen gevangen genomen en opgesloten in diens residentie, het slot Nideggen in de Eifel, hoog op een rots boven het Roerdal, een plaats waar ontsnappen onmogelijk was. Hij zou daar niet uitkomen totdat hij tot de laatste penning betaald had. Ook Heer Nicholaas van der Merwede, vader van Heer Diederick van der Merwede, was diens medegevangene. Heer Arnold van Steyn kon vrijkomen omdat hij na overleg met vrienden en familie, diens landgoed Ameren aan de Hertog van Gulik kon aanbieden als een losprijs: “van scetzinghen mijns gevenckenisse”. Dit gebeurde in de vorm van een verkoop, waarbij alles wat er toe behoorde werd afgestaan met mannen, schepenen en laten ten eeuwigen dage, maar toch werd overeengekomen dat die Heerlijkheid gedurende drie jaar inlosbaar zou blijven tegen drieduizend zware goudguldens. De overdracht ging uit van Vrouwe Geertruid van Lymborch, Arnolt Here van Steyne, haar zoon en Vrouwe Liesbeth van Dieppenbeke. Deze vorm van verkoop zal wel gekozen zijn om het smadelijke van een gevangenname te verdoezelen. Helaas is er nooit van een latere inlossing van dit pand sprake geweest. De oorkonde is gedateerd op 8 maart 1372 en dat betekent dus minstens een half jaar gevangenschap die de Heer van Steyn had te verduren. Was de kwestie daar maar mee af, helaas voor Arnold IV was het dat niet. Hij had ook nog schulden moeten maken bij Heer Jan van Rudinghen van Roermond, al weten we niet precies waarom. Het enige dat ons bekent is, is een obligatie van 150 gouden “dubbelmottoenen” jegens zijn collega van de leenzaal van Kuringen, Heer Jan van Pietersheym, die daarvoor borg gebleven was. Deze hypotheek op Steyn ging later over op zijn zoon, Heer Gerard van Pietersheym. In 1408 zou hij worden aangesteld door Heer Willem van Brederode om bij diens afwezigheid slot Steyn te beheren en te beschermen. Het moet voor Heer Arnold IV van Steyn te moede zijn geweest zoveel geld op te brengen. Daarom is het dan ook niet verwonderlijk wanneer we hem aanspraak zien maken voor schadeloosstelling door de Heer in wiens dienst hij de oorlog begonnen was, Heer Wenceslaus van Luxenburg, Hertog van Brabant. Deze was ook gevangen genomen en moest bijna een jaar uitzitten in Slot Nideggen. Hij kon zijn losgeld niet betalen en zou daar nog lang hebben gezeten, ware het niet dat zijn halfbroer, Keizer Karel IV, zich persoonlijk met de zaak kwam bemoeien. Deze was in juni 1372 vanuit Aken met groot machtsvertoon opgetrokken tegen de Hertog van Gulik, die wijselijk waar voor zijn geld koos en de Hertog van Brabant vrij liet. De Heer van Gulik moet schatrijk zijn geworden van alle losgelden die hij heeft ontvangen door zoveel edelen te gijzelen; een lucratieve bezigheid van menige Heer, maar zelden op een zo grote schaal. Na zijn vrijlating declareerde Heer Arnold van Steyn bij de Hertog van Brabant een schade van zesduizend zeshonderd en twintig mottoenen. Helaas voor hem, was het Hertogdom Brabant door de oorlog dermate uitgeput zodat zij slechts in staat was om in halfjaarlijkse termijnen te voldoen. Op 21 december 1374 werd een betalingsschema opgezet in zes termijnen van telkens elfhonderd mottoenen te betalen in zes termijnen, met een ruimte van zes weken, waarin de Heer van Steyn de Brabantse belangen niet zou schaden. De laatste termijn zou vervallen met St. Jan de Doper, 24 juni 1377, waarmee dan alles afbetaald zou zijn. Pas op 7 december 1378 kon Heer Arnold IV zijn laatste kwitantie geven aan de Hertog van Brabant, blij dat alle schulden waren voldaan. Steyn had onder de oorlog ook schade geleden, niet rechtstreeks, maar wel door middel van zijn te leveren aandeel in de onderneming van zijn Heer. Dat bracht oorlogslasten en kosten mee, want de Heer moest zijn krijgsuitrusting verzorgen, zijn manschappen bewapenen en onderhouden, allerlei investeringen doen die anders op de oorlogsbuit verhaald werden, en nu verloren waren. Ook het beheer van zijn Heerlijkheid brachten kosten met zich mee. Vandaar dat Heer Arnold V, na de dood van zijn moeder in 1378, zijn Heerlijkheid Limbricht verpandde aan Heer Daem of Adam van den Berghe, tegen een jaargeld van 300 gouden schilden. Tenslotte werden ook minder eerlijke middelen toegepast om aan geld te komen. Zo werden vanaf 1373 aan het klooster Munsterbilsen zijn veertig Luikse schellingen onthouden, die sinds 1296 op de Steynse goederen in Boorsem jaarlijks genoten had. Heer Arnold V werd hiervoor op 28 september 1381 door de officiaal van Luik veroordeeld tot betaling van het ingehouden bedrag over al die jaren en in de kosten van het proces. Veel last heeft hij daar echter niet meer van gehad, want zoals we weten overleed hij in de eerste helft van het jaar 1383. Dit leiden we af uit de leenopvolgingen van dat jaar zowel in Kuringen als in Valkenburg, waaraan beide heerlijkheden zowel Steyn als Limbricht leenroerig waren. In Valkenburg verheft Heer Daem van den Berghe op 3 september 1381 de voorburcht van kasteel Limbricht en de Heerlijkheid en op 20 oktober daarop volgend aan de leenzaal te Kuringen datzelfde Limbricht als opvolger van Heer van Steyn voor het graafschap Loon. In Valkenburg wordt in datzelfde jaar ook voor Steyn een nieuwe leenhulde gemeld van de Witte poort, al wordt de nieuwe leenman niet met name genoemd. Waar de Heer van Steyn onder de Bisschop daar als ambtsman optrad in tal van leenverheffingen, missen we hem na 1378 volledig. Daarentegen komen we hem nog een keer tegen in de regesten van de Abdij van Berne waar hij op 8 november 1382 samen met Heer Daniël IX van der Merwede oorkondt dat hun resp. moeder en schoonmoeder Gertrud, Vrouwe van Lymborch, met hun instemming verkocht heeft aan Johan Oem, zoon van Heer Nyclaes van Arckel voor alles wat zij bezat in het gebied van Bockhoven. Heer Arnold V van Steyn was gehuwd met Vrouwe Elisabeth van Diepenbeek, dochter van Heer Lodewijk en van Margaretha van Sombreffe. Samen met haar ouders en haar broer Hendrik wordt zij reeds genoemd in een oorkonde van 1347. Met haar schoonmoeder heeft hij zich in 1372 ingezet om haar man uit zijn Gulikse gevangenis te bevrijden en zijn zorgen verder gedeeld. Hun huwelijk bleef helaas kinderloos, zodat de dynastie gedoemd was in mannelijke lijn uit te sterven. Vrouwe Elisabeth heeft haar man meerdere jaren overleefd. Wanneer en waar zij is gestorven weten wij niet, maar vermoedelijk heeft zij tot begin 1392 geleefd. Haar broer laat de Nobertinessen van Reckheim op 24 juni 1392 bidden voor de zielerust van zijn ouders en van zijn zuster Hesbede, Vrouwe van Steyne. Hendrik zelf is ook kinderloos gestorven in september 1395. Na de dood van Heer Arnold V van Steyn, ging het erfrecht over op diens zuster Margaretha en haar zoon Daniël IX Baanderheer van der Merwede. Met de erfenis van Steyn werd Heer Daniël IX een Rijksbaanderheer en verhief daarmee zijn status niet alleen in bezit, maar ook in titel. Vrouwe Margaretha haar broer, Heer Arnold IV van Steyn, was overleden in 1381 en haar tante, Vrouwe Geertruid van Limbricht, in 1378. Volgens andere bronnen was zij niet de zuster maar de dochter van Arnold IV. Het geslacht van Steyn is genealogisch een nog niet voldoende ontgonnen veld die de onderzoeker vooralsnog de bomen door het bos niet laat zien zodat bij gebrek aan feitelijke gegevens wij in het midden laten of erfvrouwe Margaretha nu een zus of een dochter is geweest. ...

view all

Arnold V, heer van Steyn's Timeline