Arnt Stamelart van Bruheze

Is your surname van Bruheze?

Connect to 89 van Bruheze profiles on Geni

Arnt Stamelart van Bruheze's Geni Profile

Share your family tree and photos with the people you know and love

  • Build your family tree online
  • Share photos and videos
  • Smart Matching™ technology
  • Free!

Arnt Stamelart van Bruheze

Also Known As: "Arnt Stamelaert", "Arnt Stamelare", "Aert van Brouhese", "Arent van Bruhese", "Arnt van Wedert", "Art van Bruheze", "Arnt van Weerdt", "Arnold Udeman van Wedert", "de Bruhees", "Arnoud Udeman van Bruheze", "Arnt Stamelaert van Bruheze", "Arnt de Bruys", "van Bruhese", "van den"
Birthdate:
Death: after December 06, 1325
Immediate Family:

Son of Daniel I van Horne, heer van Ghoor en Cranendonck
Husband of Clementia (Mijs) and Jutta van Haren
Father of Jan Arnt Stamelartzoon van Bruheze; Arnt Arnt Stamelartzoon van Bruheze; Amelis Arnoud van Bruheze; Oda Arnoud Udeman van Bruheze; Godart Arnt Stamelartzoon van Bruheze and 1 other
Brother of Daniel II van Horne, Heer van Ghoor

Managed by: Masha Rozdestvenskaja
Last Updated:

Over Arnt Stamelart van Bruheze (Nederlands)

Arnt Stamelart van Bruheze werd op 6 december 1325 Van Wedert genoemd. Hij was getuigend leenman van de abdij Echternach (1271-1325), waarschijnlijk van de tienden te Valkenswaard. Ook was hij hertogelijk leenman voor het Bakelse leengoed Bruheze, leenman van Herlaar van de watermolen van Kerspe (Keersop) met de visserij en beemden te Riethoven en gegoed o.a. te Valkenswaard (Wedert), Dommelen, Bakel en Vlierden (hertogelijk cijnsboek van 1340) (bron: Hans Vogels, reactie op de vraag Bruheze Re: Habraken omgeving Stiphout en Muels (Muls,Mols of Moels) op 17 februari 2009 in de Yahoo Group Middeleeuwse Genealogie)

Volgens Ad Teulings was hij de zoon van Udeman van Bruheze, maar gezien de opmerkingen van Hans Vogels over het voorgeslacht van de Van Bruhezes (zie hieronder) heb ik geconcludeerd dat deze link onbewezen en hoogstwaarschijnlijk zelfs incorrect is en heb ik daarom de link verbroken (Willem Nabuurs, 2 oktober 2019)

Hans Vogels schrijft over de mogelijke afstamming van de Van Bruhezes (bron: Hans Vogels, reactie op de vraag Re: Bruheze --- Cranendonk --- Hoorne op 24 maart 2002 in de Yahoo Group Middeleeuwse Genealogie):

Arnt genaamd Stamelare of Stamelart, de stamvader van de 14e eeuwse Van Bruheze's in Peelland en Valkenswaard, zal gezien zijn minimale geboortejaar 1253 (in 1271 is hij namens Echternach getuige - dus leenman, dus minimaal 18 jaar) een jongere zoon zijn van de heer van Cranendonk. Dat was op dat moment nog Engelbert van Horne. De overlevering dat de moeder van Arnt een Catharina van Benthem, dochter van de graaf van Benthem, vind een bevestiging in een afzonderlijke overlevering ("Butkens?") dat Engelbert van Horne met Van Bentheim was gehuwd. Uitgaande van deze mogelijkheid moet worden opgemerkt dat dit Van Bentheim huwelijk dan Engelbert's tweede moet zijn geweest omdat zijn zoon en opvolger Willem uit een ander huwelijk moet stammen. Een dochter van hem huwde namelijk met een Van Bentheim kleinzoon. Als Willem van Horne- Cranendonk ook Catharina van Bentheim als moeder had zou er een te nauwe bloedverwantschap zijn geweest om een dergelijk huwelijk te laten doorgaan.

en later (bron: Hans Vogels, reactie op de vraag Van Bruheze op 24 maart 2009 in de Yahoo Group Middeleeuwse Genealogie):

Inzake de herkomst van de familie Van Bruheze hebben we het volgende:

1. Twee overleveringen inzake de afstamming uit het geslacht van de heren van Horne. De een is in 1645 in druk verschenen en de ander is in handschrift te vinden in een rond 1650 ingebonden deel aantekeningen van Baron van Leefdael. Deze twee overleveringen zal ik hierna achter elkaar weergeven.

2. De heren van Horne en de (zij-)tak van Cranendonk zijn vanaf 1224 aantoonbaar gegoed in de regio Eindhoven-Cranendonk-Deurne-Son en Breugel. Dat is ook het gebied waarin we eind 13e eeuw de familie Van Bruheze zien opduiken.

3. Er is inderdaad een wapenovereenkomst tussen het geslacht Van Horne (met als hoofdtak de heren van Horne, Altena, Weert, Cortessem, Herlaar, en als zijtak de heren van Cranendonk, Eindhoven etc.). Er valt echter een kleurverschil te bespeuren. De Van Hornes voeren drie rode hoorns met zilveren banden op een gouden veld en de Van Bruhezes voeren drie zilveren hoorns met gouden banden op een zwart veld. Er is bovendien ook nog een ´Hollands´ geslacht Van Oudshoorn dat drie zilveren hoorns met gouden banden op een rood veld voerde. Dit geslacht duikt ook eind 13e eeuw op.

4. De Van Bruhezes vertonen de kenmerken van een jongere adelijke tak. Ze bezitten leengoederen, verspreid liggende allodiale en hertogelijke cijnsgoederene. Diverse telgen zijn aantoonbaar als schildknaap. De bekende huwelijken van de Van Bruhezes in de 14e eeuw vertonen huwelijken binnen hetzelfde adelijke vlak, met telgen van landadel en andere jongere adellijke takken hetgeen duidt op een klassebewustzijn.

5. De Van Bruhezes (opvallend in één tak te bespeuren) hebben ook bemoeienis met de heren van Cranendonk en Eindhoven. Er zijn twee transakties bekend waarbij goederen van de laatstgenoemden werden aangekocht.

6. Een vrij goed gedocumenteerde Van Horne familietak maar ook een Van Cranendonk-tak waar weinig over bekend is. Ik ben zelf al jaren af en aan bezig met een verbetering en aanvulling van hetgeen de heer Klaversma in de jaren zestig gepubliceerd heeft.

7. De oudste generatie in de Van Bruheze stamboom uit de twee overleveringen in de persoon Justus is iemand die qua voornaam niet te plaatsen valt. De naam lijkt fictief. De traditie dat hij een jongere zoon van de ´graaf van Hoorne´ zou zijn kan een echo zijn van een afstamming uit de heren van Cranendonk die gezien wordt als een jongere zijtak van de heren van Horne. Ook de aanduiding dat de stamvader gehuwd was met een dochter van de ....graaf van Bentheim is een item dat beter past bij de oudste zoon dan bij een jongere zoon. Ook dat zou een indicatie kunnen zijn dat de Van Bruhezes afstammen uit de heren van Cranendonk. Dat de ouders van Aert van Bruheze huwden tijdens de regeringsperiode van hertog Hendrik II van Brabant en diens zus ´keizerin´ Maria is een onderdeel in de overlevering dat chronologisch heel goed past in hetgeen bekend is inzake stamvader Aert Stamelaert van Bruheze. Zo zitten er in de overlevering tal van items die gewoon kloppen hetgeen toch wel een vertrouwen in de afstamming uit (echter niet via Justus)de Van Hornes (lees de Van Cranendonks) wekt.

8. De voorlopige conclusie is dan ook dat er een nog onbewezen maar wel hoogstwaarschijnlijke afstamming is.

Een en ander is nog steeds onderwerp van studie zodat ik voorlopig me wil beperken tot de vermelde info in dit bericht.

Met vriendelijke groet,
Hans Vogels

Overlevering A.

"Hertoch Henrick van Brabandt hadde een suster, die den keyser van Romen ghetrout hadde, die eenen edelen man by haer metter woon hadde, zijnde haren camerlinck gheheeten Justus, een jongher soon van den grave van Hoorne. Ende by deselve keyserinne woonde een jonghe jouffrouwe, ghenaemt Catharina, dochter van den grave van Benthem, dewelcke by de voorschreven keyserinne tsamen gehouwelickt werden. Ende tot behulpe van den selven houwelycke gaf hertoch Henrick voorschreven, ter begheerte van de keyserinne, syne suster, den voorz. Justo, soon van Hoorne, het goedt gheheeten ten Brouhese met alle syne dependentiën, gheleghen onder die heerlickheyt Bakel bij Helmont, tot eenen Leene, groot zijnde omtrent vier hondert buynderen, ende noch andere groote wildernissen ende erfenissen streckende tot in de heerlijckheyt van Doerne, waervan namaels seven groote hoeven ghemaeckt zijn ende andere leengoederen, soo noch in de oude Brabandtsche leenboecken geschreven staet.

Heeft die voorz. Justus van Hoorne by jouffrouwe Catharina, gravinne van Benthem, verweckt eenen wettighen soone, ghenaemt Aert, die hem liet noemen Aert van Brouhese, nietteghenstaende sijn vader was een jongher soon van Hoorne. Welcken Aert van Brouhese troude een edel jonckvrouwe ende daerby verweckte dry soonen, te weten: Jan, Aert ende Pieter.

Welcke Jan, als oudste soon behielt alle dat goedt tot Bakel en Doerne voorschreven, waervan die van Brouhese in den Peel gedescendeert sijn.

Van Aert, den tweeden soon, zijn gekomen Aert Stamelaert, die behouden heeft die chijns-goederen, oock daer omtrent legghende, met eenighe van de voorz. Hoeven. Welcke Aert Stamelaert een soon hadde, gheheeten Jan, troude Stercken dochter tot Breda, daer van oock die van Nerevennen ghekomen sijn, die van Berchem en die van Elst.

Ende die jonghste soon Peter, daervan zijn ghekomen die van Brouhese in de Kempen, soo tot Baerl als tot Rijthoven.

Ende noch hadde die oude Aert van Brouhese seven dochteren, waer van daer twee tot Bynderen in 't clooster waren, waarvan Bynderen behouden heeft twee schoone hoeven ghelegen by Brouhese, gheheeten Rypelberch. Die ander dochter was bestaet aen de heer van Baerl, daer af die heer van Myerloe, graef tot Megen ghekomen is. Een ander dochter was bestaet aen eenen edelman, gheheeten Botnagel van Erp, waer van die van Erp ghedescendeert sijn. Een ander dochter was ghetrouwet aen die van Neerevenne, ende noch een ander aen die van Liedkercke.

Ende is die wapen van die van Brouhese drie silvere krommen hoorens met drie vergulde banden in een Swart (sabel) veldt ."

Aldus Thomas de Rouck (1592-1660), rentmeester en later burgemeester van Bergen op Zoom, ontleend aan een handschrift "onder die pampieren' van jhr. Hendrik van Halmale te Antwerpen".

Deze versie uit 1645 valt in druk (blz. 282)te lezen in:
Den Nederl. Herauld ofte Tractaet van waepenen en politycken Adel, Amst. 1645, Taxandria jaargang 41 (1934), blz. 8-10, en http://www.dbnl.org/tekst/bran038biog01_01/bran038biog01_01_3518.htm

Overlevering B

"l'origines de la maison de Brouhese, sortie par vu cadet de la maison de Hoorne. Als alle de ouders seggen was wijlen een keijserinne, die Henrick hertoge saeliger ghedachte suster was die bij haer eene dienaer hadde gheheeten Justus van Horne ende een jouffrou divers eenen graeven doghter van Bethem die welcke vergaende met wettijgen huwelijcken alsoo dat hertogh Henrijcke voors; ter beede der keijserinne sijne suster voors; hem verleende in reghte van Baeckel houdende in grooten omtrent 400 buijnderen ghelijck dat nogh aldaer geleeghen is ende inden leenboecken mijne geneedighe heere claerlijcken begreepen staedt ; alsoo is den reghten naem van Hoerne, hoewel hij van Bruijhesen heeten, ende noghtans van den ghetrouden bedde coome sijn, item van den Justus is coomen eenen gheheijten.
Arent van Bruhese daer den voors; Justus, vaeder, ofte oude vaeder at was, die welcke Arent hadde 3 soonen. Die een heedt Aert Stammelert, die andere Jan ende den derde Peeter.

Van welcken Arent coomen sijn die possessore noch ter tijt Bruhese besitten ende in leenen, en die andere chijns goederen die bij desen leen liggende wel tot seeven hoeve toe.

Die andere broeder daer af geheete Jan hadde eene (soon HV) gheheete [Stammelert] welcke Stammelert eene soon hadde Jan; Welcke Jan hadden starcken dochter van Breda, van welcke starcken coomende sijn die van Nerven, van Berchum en vander Aesten daervan van coome Derijck van Bruijhese Jans soon.

Ende die derde Petter daer af hoevende is Uman van Bruijhese [Arnst soon] ofte van G[enpe].

Dijghelijcken hadde die selve Aert 7 dochters daer af die 2 waeren jouffrouwen van Bijnderen daer af het clooster nogh heeft ende [lijst ] twee hoeven bij Bruijheze gheleeghen beijden heetende den Rijpelbergh die andere dochtere waeren bestaet die een aen eenen heer [Willem] daer aff wonen is die heere van Mijerllo graef van Meghen ende sijn v[o]orders (ouders?). Die andere doghter waert bestaet aen eenen van Erpe gheheeten Bonagab daer alle die van Erpe afcoomen sijn. Ende een aen die van Gemert, ende aen die van Helrix, welcke geslaghte ende maeghtaele nogh ghesaementlijcke die daer af coomende sijn die waepenen van Bruijheze houden ende setten voor een vierde deel ofte aghten deel.

Welcke waepenen sijn drij hoevens van silver in een veldt van sabel te weten nu Swart met gulde banden.

Item soo ofte waer dat alle die ingesetenen van Bruijheze te wetten Helmont, Baeckel, Doerne en Vlierden spreecke ende neven waecke op die paelen Aerts van Bruijhesen.

Ende wat dit schrift onderteeckent bij mij Gerijt van Meghen alias Brouhese."

Aldus een afschrift in Collectie van Leefdael; Rijksarchief Noord-Brabant (BHIC); toegang 350; inv.nr. 2; folio 314; ca.1650.

Over de wapens van Horne / van Cranendonck / van Bruheze schrijft hij tenslotte (bron: Hans Vogels, reactie op de vraag Re: Van Bruheze op 30 maart 2002 in de Yahoo Group Middeleeuwse Genealogie):

Ik moet bekennen dat ik in het Van Bruheze onderzoek nog niet heb gekeken naar het aspect van de heraldieke breuken middels de kleur-verwisseling. Ik ben er eens voor gaan zitten en kom tot de volgende bevindingen.

De originele Horne-kleuren, zowel van de tak Cranendonck als de tak van Horne Altena, zullen zijn geweest: 3 rode hoorns op een zilveren veld. Voor eerstgenoemde geslacht was dat bekend. A.H. Hoeben beschreef e.e.a. al in zijn artikel "Enkele aantekeningen met betrekking tot het wapen van het geslacht van Ghoor", in: Limburgs Tijdschrift voor Genealogie 1984, blz. 33-40. In mijn vorige bericht beschreef ik dit - in navolging van de Heraut Gelre – als drie roden hoorns op een gouden veld. Zie:
Nr. 818 Jean de Septfontaines, sire de Cranendonck.
http://www.heraldique-europeenne.org/Accueil.htm

Oorspronkelijk dus drie rode hoorns op een zilveren veld. Dit wapenbeeld werd in 1254 gevoerd door Willem I van Horne Altena. Zie de volgende wapenafbeelding uit het wapenboek Bigot':
http://www.heraldique-europeenne.org/Accueil.htm Nr. 237 Guillaume de Hornes.

De 14e eeuwse leden van de heren van Horne hebben evenwel het zilveren veld verwisseld voor een gouden veld. Ook werden de rode hoorns voorzien van een zilveren band. Dit valt te constateren bij de Heraut Gelre (zie boven): nr. 812 Thierry de Hornes, heer van Perwez; nr. 1015 Guillame VII de Hornes; nr. 1341 Arnould de Hornes, Bisschop van Luik; nr. 1727 Gerard II de Hornes.

De traditie verhaald dat de heren van Ghoor afstammen van de heren van Cranendonck (drie rode hoorns op een zilveren veld). In die zin is het dan inderdaad niet verwonderlijk dat de Van Ghoor's als jongere tak hun kleuren omwisselen: drie zilveren hoorns op een rood veld. Maar volgens genoemd artikel hanteerden jongere generatie ook de voorouderlijke drie roden hoorns op een zilveren (wit) veld.

Dezelfde wapenbreuk die we al bij de Van Ghoors zien, treedt ook op bij de Van Oudshoorn's, alleen weten we bij deze tak nog niet of ze ook een zijtak van de Van Hornes vormen. Mijns inziens zijn daar wel indicaties voor maar dat is iets voor een ander bericht. Bij de Heraut Gelre zien we onder nr. 1108 het wapen van Guillaume de Oudshorn: op een rood veld drie zilveren hoorns met gouden banden.

Terug naar de Van Bruhezes. Hier vinden we zelfs twee varianten. Het reeds in de twee 17e eeuwse overleveringen genoemde: drie zilveren hoorns (met gouden band) op een zwart veld, maar ook drie gouden hoorns op een zwart veld . Dit valt te vernemen bij A.H. Hoeben in zowel het artikel
Enkele aantekeningen met betrekking tot het wapen van het geslacht van Ghoor', in: Limburgs Tijdschrift voor Genealogie 1984, blz. 33-40, als in zijn Noord-Brabants Wapenrepertorium', dl. 1.

In laatstgenoemde publicatie vinden we de volgende aan de Van Hornes gelinieerde geslachten: blz. 47 Van den Bosch; 55 Van Bruheze; 67 van Cranendonk; 97 Van Ghoor; 115 Van Heurn; 122 Van Horn/Horne.

Samenvattend kunnen we het volgende stellen.

Drie rode horens op een zilveren veld:
Horne en Altena


> breekt naar 3 rode hoorns op gouden veld.
Cranendonck
> een nakomeling voerde 3 rode hoorns op gouden veld.

Jongere zijtakken:
Bosch
> drie hoorns (kleuren onbekend).
Ghoor
> breekt naar 3 zilveren hoorns op rood veld.
Bruheze
> breekt naar 3 zilveren hoorns op zwart veld.
Bruheze (jongere tak?) -> breekt naar 3 gouden hoorns op zwart veld.
Oudshoorn (zijtak?)
> breekt naar 3 zilveren hoorns op rood veld.