Karl Leopold Ludwig Leopold Ludwig Julius von Maldeghem, Graf von Maldeghem

KARL LEOPOLD LUDWIG VON MALDEGHEM (Münster, in ballingschap, op 18 april 1797 - +lgling, 27 juli 1877) huwt op 24 juni 1823 te Wurzach met Maria Theresia Ludowica von Waldburg-Zeil-Wurzach (Wurzach, 26 augustus 1800 - +Cannstatt, 13 oktober 1856).

Karl Leopold wordt op zevenjarige leeftijd, tijdens de Napoleontische oorlogen, op bevel van keizer Napoleon 1 als gijzelaar naar Parijs overgebracht, waar hij in de strenge mi­ litaire academie van Saint-Cyr wordt opgeleid voor een militaire carrière. Van 181 1 tot 1814 is hij page van de keizer. Later wordt hij kamerheer van de Nederlandse koning, ereridder van de orde van Malta, drager van het Commandeurskruis van het Franse Erelegioen en erfelijk Reichsrat van de Beierse kroon.

Het is Karl Leopold die in 1809 in het bezit komt van de adellijke goederen van de fa­ milie von Stain. De graaf vestigt zich definitief in Niederstotzingen en verkoopt al zijn bezittingen in Belgiê, Frankrijk en Bohemen. Met de opbrengst ervan koopt hij, voor 226.000 gulden, het kasteel en het landgoed van Oberstotzingen, Kaltenburg, Reuendorf en het riddergoed van Stetten. In 1830 kan hij verschillende lenen, wouden en landerijen, die in 1661 aan het klooster Kaisheim verkocht waren en in 1802 in het bezit van de Würtembergse kroon waren gekomen, opnieuw aankopen voor de som van 133.000 gulden. Daardoor vormt het oude von Stain-bezit opnieuw één groot geheel, bestaande uit: Niederstotzingen, Bergenweiler, Stetten, Kaltenburg en Oberstotzingen. In Niederstotzingen bezit hij verder het Freihaus, de tiendenschuur, boerderijen en gasthoven. In de venen die eigendom waren van de graaf, werd door de bevolking van Niederstotzingen lange tijd turf gestoken, het was de enige brandstof.

Pas in de eerste helft van de 19d• eeuw komt in Duitsland een einde aan de feodaliteit: cijnsbelastingen en vroondiensten worden afgeschaft, aan de boeren wordt grond toegewezen, het gewoonterecht verdwijnt en in 1806 wordt in Niederstotzingen de galg - hatelijk symbool van de middeleeuwse rechtspleging - afgeb·roken. Niederstotzingen wordt vanaf 1811 een zelfstandige gemeente, bestuurd door een schout en een verkozen gemeenteraad. Uiterlijk is de macht van de graaf verdwenen.

English translation by DeepL: KARL LEOPOLD LUDWIG VON MALDEGHEM (Münster, in exile, on April 18, 1797 - +lgling, July 27, 1877) married Maria Theresia Ludowica von Waldburg-Zeil-Wurzach (Wurzach, Aug. 26, 1800 - +Cannstatt, Oct. 13, 1856) on June 24, 1823 in Wurzach.

Karl Leopold was taken as a hostage to Paris at the age of seven, during the Napoleonic Wars, by order of Emperor Napoleon 1, where he was trained for a military career in the strict mi litary academy of Saint-Cyr. From 181 1 to 1814, he is page to the emperor. Later he becomes chamberlain of the Dutch king, honorary knight of the Order of Malta, bearer of the Commander's Cross of the French Legion of Honor and hereditary Reichsrat of the Bavarian crown.

It is Karl Leopold who comes into possession of the noble property of the fa milie von Stain in 1809. The count settles permanently in Niederstotzingen and sells all his possessions in Belgium, France and Bohemia. With the proceeds he buys, for 226,000 guilders, the castle and estate of Oberstotzingen, Kaltenburg, Reuendorf and the knight's estate of Stetten. In 1830, he is able to repurchase various borrows, forests and lands, which had been sold to the Kaisheim monastery in 1661 and had come into the possession of the Würtemberg crown in 1802, for the sum of 133,000 guilders. As a result, the old von Stain property again formed one large entity, consisting of: Niederstotzingen, Bergenweiler, Stetten, Kaltenburg and Oberstotzingen. In Niederstotzingen he further owns the Freihaus, the tithe barn, farms and guest houses. In the fens owned by the count, the population of Niederstotzingen burned peat for a long time; it was the only fuel.

Only in the first half of the 19th century did feudalism come to an end in Germany: taxes and feudal services were abolished, land was allocated to the peasants, customary law disappeared and in 1806 the gallows - an odious symbol of medieval justice - was dismantled in Niederstotzingen. From 1811, Niederstotzingen becomes an independent municipality, governed by a bailiff and an elected town council. Outwardly, the power of the count disappeared.

Het kasteel wordt in 1821 met een paar vleugels uitgebreid. Bij het kasteel hoorde een renteniershuis en een poortgebouw - nu verbouwd tot de Schloss-Passage, luxueuze appartementen - waarin de bureaus waren ondergebracht van de graaf, van de beheerder van de domeinen, van de houtvester, enz. Hier gebeurde het beheer van de wouden, de boekhouding van de brouwerij, de inning van de pachten van bezittingen in Hasslankreuth, lgling, Riedhausen, Reuendorf , van de gasthoven, gronden, huizen en boerderijen in Niederstotzingen, Obertotzingen, Stetten, Hürben, Burgberg en Bergenweiler. Geelrood geschilderde ramen van een huis, boerderij of gasthof waren het teken van eigendom van de graaf von Maldeghem. Bij het kasteel was ook een bloe- men- en groentetuin annex serre om het kasteel steeds te voorzien van frisse bloemen en verse groenten. Er werden ook groenten verkocht en de gärtnerei werd na de Eerste Wereldoorlog geloofd om het moderne beheer. In 1956 verdween zowel de bloemen- als groentekweek.

De huidige Petrus- en Pauluskerk in Niederstotzingen werd in 1844 volledig afgebroken en heropgebouwd dankzij een milde gift van graaf Karl Leopold, die van de 50.000 gulden er 36.500 voor zijn rekening nam. Het bleef nog een tijdlang een 'simultaankerk', ze werd namelijk gebruikt door zowel katholieken als protestanten. De kerk staat op het domein van het kasteel. In 1 836 liet graaf Karl ook een pastorij bouwen achter de kerk, naast zijn kasteelpark.

The castle was expanded by a pair of wings in 1821. To the castle belonged a renter's house and a gatehouse - now converted into the Schloss-Passage, luxurious apartments - which housed the offices of the count, of the administrator of the domains, of the forester, etc. Here the administration of the forests, the accounting of the brewery, the collection of rents from possessions in Hasslankreuth, lgling, Riedhausen, Reuendorf , of the guest courts, lands, houses and farms in Niederstotzingen, Obertotzingen, Stetten, Hürben, Burgberg and Bergenweiler took place. Yellow-red painted windows of a house, farm or gasthof were the sign of ownership of the Count von Maldeghem. There was also a flower and vegetable garden annex greenhouse at the castle to provide the castle with fresh flowers and vegetables at all times. Vegetables were also sold there and the gärtnerei was believed after World War I for its modern management. In 1956, both flower and vegetable cultivation disappeared.

The present Peter and Paul Church in Niederstotzingen was completely demolished and rebuilt in 1844 thanks to a generous gift from Count Karl Leopold, who provided 36,500 of the 50,000 guilders. It remained a "simultaneous church" for some time, as it was used by both Catholics and Protestants. The church stands on the grounds of the castle. In 1 836, Count Karl also had a presbytery built behind the church, next to his castle park.

Karl Leopold en Maria Theresia krijgen dertien kinderen waarvan er verscheidene bij de geboorte of kort erna overlijden:
1 . Georg Guillaume Maria (Niederstotzingen, 1 8 april 1 822 - +Algiers, 5 juli 1 845, begraven in Niederstotzingen). Hij was luitenant van de koninklijke Würtembergse garde.
2. Oscar (Niederstotzingen, 16 mei 1825, dezelfde dag overleden) en Charles (twee­ lingbroer, + 18 mei 1 825 om 16 uur, allebei begraven in Niederstotzingen).
3. Edmund Leopold Maria (Niederstotzingen, 16 juli 1826 - +Niederstotzingen, 15 augustus 1 826).
4. Ottmar Carl Maria (Niederstotzingen, 30 oktober 1827 - +Friedrichshafen, 4 maart 1860, begraven in Niederstotzingen) huwt op 17 november 1857 met Thérèse Fugger zu Glött, Oberndorf und Hilgartsberg (28 juli 1829 - +8 decem.oer 1899). Thérèse is een dochter van Sebastian en een kleindochter van rijksgraaf Leopold Fugger zu Glött, Königliches Bayerisches Regierungspräsident. Graaf Ottmar is kamerheer aan het hof van Würtemberg. Kort na het overlijden van de graaf, sterft ook een zoon van hem, op zijn grafplaat immers lezen we: "lhm folgte bald ins Grab sein Sohn". Deze zoon is Arnuld (20 december 1859 - +7 april 1860). Een andere zoon, Edmond (18 november 1858 - +6 juni 1912) huwt met Elisabeth Weichert.
Het is aan haar neef Ottmar dat Madame de Lalaing haar boek Maldeghem la Loyale opdraagt.
5. Karl Joseph Maria (volgt onder IV)
6. Edmond (Niederstotzingen, 28 mei 1831 - +Graz, 10 september 1909) huwt op 24 juli 1 880 met Française Schwartz.
7. Camill (Niederstotzingen, 17 december 1832 - +Gainfarn, 10 mei 1900), koninklijk kamerling, luitenant en ridder van de Soevereine Maltezer Orde.
8. Arthur (Niederstotzingen, 21 juli 1835 - +Pressbourg, 21 mei 1912) huwt op 6 juni
1868 met Georgine Maria Thérèse Bauer (015 augustus 1848 - +Meran, 30 april 1907).
9. Maximilian (Niederstotzingen, 29 juli 1836 - + 13 augustus 1836).
10. Max Friedrich Maria (Niederstotzingen, 17 augustus 1 837 - +29 augustus 1837)
11 . Heinrich Karl Maria (Niederstotzingen, 19 februari 1840 - +20 mei 1876), koninklijk kamerheer, eerste luitenant, houder van de Oorlogsmedaille.
12. Arnuld Leopold Maria (Niederstotzingen, 2 mei 1841 - +2 februari 1842).

The tombstone of Countess Maria Theresa, in the burial chapel in the Niederstotzingen cemetery, depicts her entire life in a few striking lines:

Husband love, mother love
She carried within her faithful and warm
Your whole being was cloudy
Light from the anxious dream recovered
She rests in Maria's arms

Martens, Marc, translator. “MALDEGHEM DIE LOYALE.” De Heemkundige Kring Het Ambacht Maldegem, Jaarboek 6, 26 Dec. 2000, p. 43-47