Cornelia Elisabeth de Raet

Cornelia Elisabeth de Raet kon als weduwe van Quirijn van Strijen in 1742 op een vermogen van ongeveer 300.000 gulden geschat worden. In het Haagse belastingregister wordt over haar gemeld dat zij beschikte over een jaarlijks inkomen van 18.000 gulden. Daarnaast wordt gemeld dat zij elk van haar drie kinderen 50.000 gulden in het huwelijk meegaf. Zij had een buitenplaats en beschikte over vier dienstboden (bron: "De Rijkdom van 's Gravenhage in 1742", in: Algemeen Nederlandsch Familieblad. Orgaan van de Vereeniging van het Nederlandsch Familie-Archief, 25 october 1883, no. 50, pag. 5; Kees Zandvliet. De 500 Rijksten van de Republiek: Rijkdom, geloof, macht en cultuur, Walburg Pers, Zutphen, 2020, nr. 18-153: Maria Elisabeth van Strijen)