Derkje van Dijk

Derkje van Dijk is kennelijk kort na de oorlog in Ravensbrück komen te overlijden, waarschijnlijk bezweken aan haar gevangenschap. In de akte staat dat ze 2 december 1945 overleed, terwijl de Oorlogsgravenstichting 1 januari 1945 als datum van overlijden vermeldde.

Achter boerderij De DUINEN werd eind 1943 ten tijde van de bezetting door de familie Meijer een onderduikershol gegraven voor de Joodse Herman (Hans) van Hessen die hier gedurende de bezetting de nacht doorbracht. Dit moest wel, omdat het gevaar van verraad groot was. Eind maart 1944 werd in de boerderij alarm geslagen, want de Duitse soldaten hadden Hans gevangen genomen. Voor de woning werd hij aan een verhoor onderworpen. Onder dwang vertelde hij welke familie hem onderdak bood. In de boerderij verborg de heer deze huizes Jan Meijer, tijdens de razzia onder de vloer. Hij deed dit op aanraden van zijn vrouw Derkje van Dijk. Zij hoopte dat de Duitse bezetters vrouwen en kinderen niets zouden doen. Dit was helaas een misvatting en zij werd toch gearresteerd. Samen met Hans van Hessen werd ze meegenomen naar Groningen. Derkje werd veroordeeld tot een werkkamp, omdat het verboden was Joodse medeburgers onderdak te verlenen. Na enkele maanden verblijf in kamp Vught werd ze overgebracht naar Ravensbrück. Daar is zij bezweken aan de gevolgen van ondervoeding. Ook Hans van Hessen overleefde de oorlog niet. Via het doorvoerkamp Westerbork werd hij op transport gesteld naar Mauthausen, waar hij werd omgebracht. (Tekst van Oorlogsgravenstichting)

Erelijst van gevallenen 1940 - 1945