Hendrik Jan Gerritsen

Is your surname Gerritsen?

Connect to 4,737 Gerritsen profiles on Geni

Share your family tree and photos with the people you know and love

  • Build your family tree online
  • Share photos and videos
  • Smart Matching™ technology
  • Free!

Related Projects

Hendrik Jan Gerritsen

Birthdate:
Birthplace: Assen, Assen, Drenthe, Netherlands
Death: December 08, 1907 (33)
Folkestone, Kent, England, UK
Immediate Family:

Son of Lambert Gerritsen; Lambert Gerritsen; Alina Buining and Aliena Buning
Husband of Aaltje Hekman
Father of Aliena Lammechiena Gerritsen; Lammechiena Klasina Gerritsen and Klaas Meindert Gerritsen
Brother of Femmigje Gerritsen; Jan Gerritsen and Egbert Gerritsen

Occupation: Gezagvoerder HSM
Managed by: Private User
Last Updated:

Over Hendrik Jan Gerritsen (Nederlands)

  • Gezagvoerder HSM: Hollandsche Stoomboot Maatschappij
    • 19xx-19xx : s.s. ZAANSTROOM
    • 19xx-19xx : s.s. PRO PATRIA
    • 1907-1907 : s.s. SCHELDESTROOM
De Courant 10-12-1907

Noodlottige scheepsramp - De slachtoffers.
Uit onze inlichtingen van gister blijkt ons het volgende: Zeker is ’t, dat zeven man, waaronder de kapitein Hendrik Jan Gerritsen, het leven heb ben gelaten. Bovendien worden er nog drie vermist, waarvan ’t helaas bijna zeker is, dat ze het leven hebben verloren. Het lijk van de kapitein is bij Folkestone aan land gespoeld. Alle slachtoffers zijn te Amsterdam woonachtig. Ziehier de volledige lijst. Verdronken zijn: Kapitein Hendrik Jan Gerritsen, gehuwd. 2e machinist Pieter Beerdsen, gehuwd. Matroos Harmen Molema, gehuwd. Donkey stoker Joh. Aug. Kolkmeier, gehuwd. Stoker Hendrik Salm, gehuwd. Tremmer Huisman, ongehuwd. Stuurmansleerling A. v. d. Berg, ongehuwd.
Vermist worden nog: Matroos P. Visser, ongehuwd. Matroos Dirk van Tatenhoven, ongehuwd. Matroos S. Bakker, ongehuwd. Gered werden: Daniël Rehderbehn, 1e stuurman. Bote Bakker, 2e stuurman. Jan van Laar, timmerman. R. van Brink, hofmeester. C. de Boer, kok. Pieter Joh. Centis, matroos. H. Wulder, matroos. F. Griek, lichtmatroos. B. O. Spoelstra, 1e machinist. Wouter Vis, stoker. L. de Klerk, stoker.
Het eigenaardige is wel, dat meest alle matrozen tot de slachtoffers behoren. Daaronder de matroos S. Bakker, die eerst Dinsdag jl. gemonsterd werd. Men kan dus aannemen, dat door de schok der aanvaring de ongelukkige kapitein en een gedeelte zijner bemanning over boord vielen. Hoe de redding der overige schipbreukelingen plaats greep is ons nog niet bekend. Het Reuter-telegram, dat melding maakt van een stranding en het omslaan van een boot, is enigszins in strijd met de door de maatschappij ontvangen telegrammen. Een feit is het, dat men onmiddellijk na de aanvaring getracht heeft de ,,Scheldestroom” naar de haven van Folkestone te brengen. Doch wijl er te weinig water stond, heeft men deze poging laten varen en het schip geankerd. Wellicht, dat bij deze pogingen de „Scheldestroom” gestrand is. De stuurman en de overblijvenden aan boord, hebben daarop sleepboten gekregen en toen getracht het vaartuig naar Dover te brengen, wat niet lukte. Daarop heeft men om 6 uur gisteravond, wegens de hevige storm, de „Scheldestroom” verlaten. Hedenmorgen werden de pogingen hervat en is men erin geslaagd, de „Scheldestroom” behouden de haven van Dover binnen te brengen, alwaar het nu in het dok ligt en door duikers onderzocht wordt. Dit wordt bevestigd door het volgende Reuter-telegram:
FOLKESTONE, 9 December. De „Scheldestroom” is vlot gekomen, bijgestaan door sleepboten en de reddingboot. Daarna is de „Scheldestroom” naar Dover gesleept. Lloyd seint ons bovendien uit Londen: De „Scheldestroom” is te Dover gedokt en duikers zijn aangenomen om het schip te onderzoeken Volgens een ander Lloydtelegram werd van de „Forfarshire” de boegspriet en het voortuig weggeslagen. De „Scheldestroom” had de machinekamer vol water en ligt bij Folkestone geankerd. Een boot van de „Scheldestroom” is omgeslagen. Dit laatste „Lloyd”-telegram geeft grond voor andere vermoedens, betreffende de wijze, waarop de slachtoffers om ’t leven zijn gekomen. ’t Is lang niet onmogelijk, dat men onmiddellijk na de stranding een boot te water liet, met het doel de wal te bereiken. En deze boot is waarschijnlijk, ten gevolge van ’t zware weder, omgeslagen, de inzittenden een prooi der golven latend. De waarschijnlijkheid van dit vermoeden wordt bovendien bevestigd door de Reuter- en Lloyd-berichten, waarin van ’t omslaan eener boot der „Scheldestroom” gesproken wordt. De „Eemstroom” van de Hollandsche Stoomboot-Maatschappij en de gebouwen der maatschappij vlagden gisteren ten teken van rouw halfstok. Ten burele van de maatschappij had het ongeval diepe ontroering teweeg gebracht. Sinds jaren heeft onze koopvaardij niet zulk een ernstige ramp getroffen, een ramp, welke te groter is, wijl zo velen het leven er bij lieten. Wat de „Scheldestroom” betreft, men heeft goede moed het vaartuig weer spoedig geheel voor de vaart gereed te hebben. Men meldt ons uit Haarlem: De bij de scheepsramp omgekomen stuurmansleerling A. van den Berg, was de zoon van de eigenaar van het hotel „Velserend”, bij de ruïne van Brederode. Hij was 16 jaar oud. Donderdag vierde hij nog opgewekt Sint Nicolaasfeest in de familiekring. Het was zijn eerste reis. Naar wij gisteravond vernamen, zijn nog niet alle lijken der slachtoffers van de „Scheldestroom’ ’-aanvaring gevonden. Met inbegrip van het lijk van de kapitein H. J. Gerritsen zijn slechts drie lijken aan land gespoeld. Men heeft thans de treurige zekerheid, dat ook de drie vermiste matrozen, Visser, Van Tatenhoven en S. Bakker, tot de slachtoffers behoren. De aan land gespoelde lijken zullen zo spoedig mogelijk daar ter plaatse ter aarde worden besteld. Wat de geredden betreft, deze zullen terugkeren met de „Scheldestroom”. Gelijk wij reeds mededeelden, is dit vaartuig zeer hecht en sterk gebouwd. Thans is dan ook gebleken, dat de schade aan het schip niet zo groot is. Ook de lading is ogenschijnlijk onbeschadigd gebleven. De geredden nemen op het ogenblik hun rust en zullen de „Scheldestroom” met wat aanvullingspersoneel naar huis toe brengen; wanneer, is nog niet met zekerheid te melden. En thans past een woord van hulde aan de nagedachtenis van de wakkere kapitein H. J. Gerritsen De directie der Hollandsche Stoombootmaatschappij is ervan overtuigd, dat hij tot het laatste ogenblik zijn plicht heeft gedaan. Hij stond bij de maatschappij zeer hoog aangeschreven, zodat het een werkelijk groot verlies is. Met hem is heengegaan een van die stoere zeevaarders van de echte, goede oude slag. Reeds zes jaar was hij bij de maatschappij in dienst en gedurende die tijd heeft hij zich onderscheiden door nauwgezette plichtsbetrachting, gepaard aan ’n noeste ijver. Een eigenaardigheid, die in deze treurige omstandigheden niet onvermeld mag blijven, is, dat hij deze keer juist zijn 100ste reis maakte. Ten bewijze hoe bemint hij was, moge dienen, dat men plannen had gemaakt, hem te Fowey luisterrijk te ontvangen en hem aldaar bij aankomst te huldigen. Reeds was het huldeblijk, een kostbare zijden vlag, gereed, om de jubilaris te worden aangeboden... ’t Heeft helaas niet mogen zijn. Het huldeblijk kan nu dienen om daar ginds in de vreemde zijn lijkbaar te dekken... Aan een bericht in de „Times” ontlenen wij nog het volgende: De „Scheldestroom” werd op 5 mijlen uit de kust aangevaren. Kapitein Gerritsen beval, dat de reddingsboot moest worden gestreken, daar een grote scheur in de romp van het vaartuig gaapte. Twaalf man konden in de boot komen, die op die tijd niet ver van de kust kon zijn, want even later stootte zij tegen de Copt Rocks, en sloeg om; 4 van de mannen konden de kust bereiken; de anderen, waaronder de kapitein, kwamen om. Eergisteren, omstreeks 9 uur, spoelde zijn lijk aan. De „Scheldestroom” werd naar Folkestone gebracht door de paar manschappen, die aan boord gebleven waren. Een matroos, De Boer genaamd, de enige van de overlevenden, die Engels sprak, zei, dat drie man hadden getracht, op de „Forfarshire” over te springen, maar hij kon niet zeggen, of hun dat gelukt was. Een ander bericht zegt nog, dat de „Scheldestroom” midscheeps werd aangevaren, en dat het water onmiddellijk in de machinekamer drong.

De Courant 14-12-1907

De 100ste reis van de SCHELDESTROOM.
Men heeft de welwillendheid gehad ons de „Lostwithiel and Fowey Guardian” van Vrijdag 6 December te zenden, waarin een artikel voorkomt over de 100e reis van de „Scheldestroom” naar Fowey. Onder de vele stoomboten — zoo lezen wij — zoowel Britsche als vreemde, die handeldrijven op de haven van Fowey, is er ongetwijfeld geen beter bekend, en zijn geen schipper en zijne officieren meer populair dan die van het Hollandse stoomschip „Scheldestroom”, die deze week haar 100e reis naar onze haven maakte. Om deze belangrijke gebeurtenis te vieren, werd op 27 November een diner gegeven, waaraan behalve de agenten der maatschappij en enige handels-autoriteiten aldaar deelnamen, de kranige kapitein („the genial skipper” — schrijft de „Guardian””) J. H. Gerritsen en zijn eerste machinist Spoelstra. De heren Toyne en Carter vervulden respectievelijk het voorzitter- en vicevoorzitterschap. Nadat gedronken was op de gezondheid van koning Edward en Koningin Wilhelmina van Holland, was het woord aan kapitein Gerritsen, die een toast instelde op „Toyne, Carter & Co.” en hun staf, op de haven van Fowey en de S. W. R. Co. Daarbij heeft de galante kapitein de verschillende officiële persoonlijkheden, met wie hij in de haven van Fowey in contact is gekomen, geprezen. Van de honderd reizen, die de „Scheldestroom” naar Fowey had gemaakt, heeft kapitein Gerritsen haar 53 malen gebracht, twee andere schippers maakten de andere 47 reizen. Slechts eens was de „Scheldestroom” westelijk van Fowey geweest, toen zij namelijk een lading graan voor Falmouth had ingenomen. De verschillende toasten werden beantwoord door de heren Toyne, Symons en Salt. Liederen, die werden gezongen, verhoogden de stemming bij deze bijeenkomst. De „Scheldestroom”, behorende tot de Hollandsche Stoomboot Maatschappij, werd in 1903 te Rotterdam gebouwd. Hoewel niet zo groot de de Farnissbooten, die ook handeldrijven op deze haven, behoort zij tot de best ingerichte boten, welke hier aanleggen. Voorzien van elektrisch licht heeft zij triple expansie-machines en een inhoud van 1600 ton. Hare lengte is 130 voet en zij is bemand met 21 koppen. Kapitein Gerritsen heeft reeds meer dan zes jaar op Fowey gevaren. Vóór hij het commando over de „Scheldestroom” op zich nam, was hij gezagvoerder van de „Zaanstroom” en de „Pro Patria” van dezelfde maatschappij. ’t Is een flinke zeeman, met ’n ferm uiterlijk. Zijn aangename manieren en gentlemanlike optreden hebben hem hier de achting en vriendschap bezorgd van de scheepsagenten, de stuwadoors, loodsen, kortom van allen met wie hij in aanraking kwam. Hij spreekt vloeiend Engels en eerbiedigt nauwgezet de wetten van dit land. In het kiezen van zijn bemanning is hij zeer zorgvuldig. Nimmer, zolang hij hier komt, heeft een zijner mannen onaangenaamheden gehad.” Tot zover de „Fowey-Guardian”. Het feit, dat dit even spontane als vriendelijke artikel in een buitenlands blad werd geschreven, lang vóór het ongeval plaats had, bewijst treffend, welk een uitmuntend en geacht zeeman de als slachtoffer van zijn plicht gevallen kapitein is geweest.

view all

Hendrik Jan Gerritsen's Timeline

1874
April 7, 1874
Assen, Assen, Drenthe, Netherlands
1902
1902
1903
1903
1906
1906
1907
December 8, 1907
Age 33
Folkestone, Kent, England, UK