Jacob van der Westhuizen, b3c8d2e2

SAG Vol 16:

d2 Johannes VAN DER WESTHUIZEN ≈ 12.2.1758, burger Stellenbosch x 2.10.1784 Christina CLOETE

e1 Johannes Nicolaas ≈ 11.9.1785

e2 Jacob ≈ 3.9.1788

e3 Nicolaas ≈ 21.2.1790

e4 Marten ≈ 30.9.1792

e5 Carel * c. 1797

e6 Wietsche ≈ 9.9.1798

e7 Gerrit ≈ 7.7.1799

e8 Petrus * 8.2.1801

e9 Jasper * 8.11.1802

e10 Franciscus Hendricus

e11 Christina ≈ 6.9.1804

e12 Anna Margaretha * 11.2.1807

Familie-legkaart website

e.2. Jacob VAN DER WESTHUIZEN, ged. 03/09/1788

e.2. Jacob, ged. 03/09/1788, Stellenbosch, woonplek aan die Sakrivier, Nuweveld, Beaufort-Wes x 15/04/1806, huwelikshof, Tulbagh met Sara Magdalena KOCK, geb. c. 1790, d.v. Jan Matthys Kock en Wilhelmina Catharina Koopman.

Jacob was die seun van Johannes van der Westhuizen en Christina Cloete.

Jacob Baptised: 1788, 3 Septem 1788 Father: Johs. V: D: WESTHUIJS (Jan zoon) Mother: Chrisstina CLOETE Witnesses: Jacob Cloete en Johanna Chrisstina Krieger , Jasper Cloete Additional notes: Geboore de 20 April

Source: Nederduits Gereformeerde Gemeente (NGK), Swartland (Malmesbury), . ucfirst(baptism) register, 1783-1809, page 41. Repository: NG Kerkargief, Noordwal-Wes, Stellenbosch, G5 3/3. Transcribed by Lizette Svoboda, from photographs of Cape Archives VC 667

Testator(s): Jan Matthijs Kock Wilhelmina Catharina Koopman MOOC8/58.10a 10 April 1809 C: Bird Inventaris mitsg:s tauxatie van alle zodanige goederen als er ab intestato metter dood zijn ontruijmd ende nagelaten door den burger Jan Matthijs Kock ten voordeele zijner nagelatene weduwe Catharina Wilhelmina Koopman ter eenre, mitsg:s hunne bij den anderen in echt verwekte zo mondige als minderjarige kinderen, met namen 1) Elizabeth Maria Kock get:d met Jan van der Westhuijsen ter andere zijde 2) Sara Magdalena Kock get:d met Jacob van der Westhuysen 3) Wilhelmina Sibella oud 16 4) Nicolaas Jurgen oud 12 5) Jan Matthys oud 10 6) Johanna oud 7 7) Johannes Jacobus oud 5 8) Hendrik Johannes Kock oud 3 jaren invoegen als het een en ander door Gerrit St:s Maritz en Gerrit Maritz zijn opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsg:ds door de onderget: gecomm: Weesmeesteren g’inventariseerd en getauxeerd in maniere als volgt, nam: Rd:s twee kisten 4:-- een bedt met toebehooren /:oud:/ 10:-- een Bijbel 10:-- seeven en twintig boeken in zoort 28:-- drie oude tinne schotels 6:-- ses oude tinne borden 3:-- een tinne souskom 1:24 vier vorken 0:24 een mes 0:12 een leepel 0:6 een soepleepel 0:36 een kandelaar en twee snuijters 1:12 een streijkyzer 0:24 een koffymoolen /:defecct:/ 1:-- drie geweers 30:-- vyf geweers /defect/ 15:-- vijf booren 10:-- drie hamers 1:24 vijf oude hoepels 0:30 twee raspes 0:12 twee sikkels 0:12 twee graaven 1:-- een pik 1:-- twee schaaven 1:24 een saag 0:24 een winkelhaak 6:-- een dissel 0:36 twee doozen met oud yzer 1:-- twee potten 9:-- een rooster 0:24 een ysere vork 0:24 een vijzel 0:6 een koevoet 5:-- een bijl 0:36 vier zakken 2:-- een trekpot 1:-- een borsel 0:6 twee p:r zilvere schoengespen 12:-- een p:r zilvere kniegespen 1:24 een halfsleete wagen met zijn toebehooren 200:--

Beestiaal Rd:s twintig trekossen 320:-- dertig aanteelbeesten 240:-- drie rijdpaarden 90:-- twee aanteelpaarden 25:-- twee hondert een en tagtig schapen 421:24 ses en negentig bokken 96:-- Rd:s1555:18

Lasten des boedels Rd:s Rd:s aan den burger Adriaan Louw over koop van paarden op een onderhandsch briefje aan capitaal ƒ900 ofte 300:-- met 2 1/2 jaren daarop verlopene renten 39:38 339:38 aan Jan Visser over smits gereedschap 69:-- aan And:s Salomons over huur van een paard 2:-- aan Ockert Coetzee over koop van een paard 30:-- aan de wed:e Jan van der Westhuysen over contant geleende 25:12 aan David Hoorn over koop van een paard 21:-- aan de vendumeester te Tulbach, J:H: Fisscher, over vendupenn: 95:24 aan Gerrit Visser voor koorn 12:-- aan de zendeling Van der Linde over kruyd en loot 92:-- aan den boedel van H:s Bove 250:-- aan de wed:e Carolus de Wet over koop van een wyn vat 12:-- aan Pieter van der Merwe over koop van ploeg gereedschap 20:-- 968:26 Overzulks den boedel zuyver rendeert Rd:s586:40 Aldus gedaan, g’inventariseerd en getauxeerd ter Weeskamer aan de Kaap de Goede Hoop op den 10 April 1809 ende zulks op het op en aangeeven van de in den hoofde deeses gemelde weduwe, dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder trouwe gedragen, en hunnes weetens niets verzweegen of te rug gehouden te hebben van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zy dan ook getuijgde de deugdelijkheid harer opgaave ten allen tijde des vereischt werdende met solemneele eede nader te bevestigen en verdere belofte zo hier na nog iets tot gez: nalatenschap behoorende, mogte worden ontdekt, daar van nader en getrouwelijk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daarmeede te amplieeren. In teeken der waarheid is dezen ter presentie van ons gecomm: Weesmeesteren ende mij, Adj:t Commis, door de inventariente behoorlijk onderteekeend. Als gecomm: Weesm: A: v: Breda, W:J: Klerck Voor den opgaaf: W:C: Koopman w:d: Kok Mij present: P:E: Faure, Adj:t Commis

Groot Trek trekgeselskap P.D.Jacobs vertrek April/Mei 1838