Jan Gijse Weenink

Burgemeester Gijseweenink was een ordelievend persoon. Hij was een deftig heer, die immer getooid was met hoge hoed. Bij de blijde inkomst in 1879 hadden de inwoners van het dorp een erepoort opgericht aan het begin van de Smidsstraat. Eén van de notabelen uit het dorp zou de burgemeester daar welkom heten en een feestrede uitspreken. Natuurlijk zijn de kinderen present; één van hen is zelfs in de boog geklommen om alles beter te kunnen zien. Bij nadering van de edelachtbare ontbloot men eerbiedig het hoofd, ook de feestredenaar. Dat moest wel, want hij had de rede in zijn pet. Het waaide wat, en zodoende raakt zijn toespraak zoek. Plotseling ontdekt vader zoonlief boven in de boog. Hij roept: Komt dér uut, bengel, d'r bunt al benauwdigheden genog.

afbeelding en bovenstaande tekst http://www.oudzelhem.nl/burgermeesters/gijseweenink/omschrijving.htm

Jan Gijse Weenink is houtkoper en houtzaagmolenaar te Heerenveen die met Antonius Reynier van Voorst, vermoedelijk zijn schoonvader een firma start om een houtzaagmolen te runnen en een handel in bouwmaterialen (Firma Van Voorst & Gijse Weenink) en hierover wordt in het Algemeen Handelsblad een stukje geschreven d.d. 7 maart 1853 > http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?coll=ddd&query=%22Jan+Gijse+W...

http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=%22W+Gijse+Weenink%22&p...