Jan Jacob Jan 'de jonge' van Zon

JAN (Jan) JACOBSZ. VAN SON (DE JONGE VAN SON), geb. ca. 1430 te Tilburg. Overleden v9 02 1505 te Tilburg.

Overlijdensdatum bepaald naar aanleiding van het maken van het testament. Jan van Son is twee keer in het huwelijk getreden. Eerst met Maria en later met Elisabeth. Sinds 1475 wordt hij vermeld te Tilburg, waar hij gegoed is.

1486 8 februari: Hij wordt vermeld met zijn eerste vrouw Maria in 8 2 1486.

"Johannes, zoon van wijlen Jacobus de Zonne als man van Maria, dochter van wijlen Johannes Krillarts heeft verkocht aan Gerardus, zoon van Johannes Reynersz. van Broechoven een erfelijke pacht van 10 vasorem (lopen) rogge uit een huis met 12 lopensaet land in Tilborch aan de Hasselt belend o.a. door den heer van Tilborch en de straat."(Prot. van 's Hert.bosch 1256 fol. 216v). 1493 19 september: Er is op 19 september 1493 sprake van "zijn eerste vrouw". "Johannes de Haestrecht, Heer van Tilborch heeft verkocht aan Johannes van Zon, zoon van wijlen Jacobus ten behoeve van HEMZELVE EN VAN ZIJN KINDEREN, VERKREGEN BIJ MARIA, ZIJN EERSTE VROUW, dochter van wijlen Johannes Crillart een stuk zaailand groot drie en een halve lopensaet te Tilborch in die Hasselt, ter plaatse Die Tethebraeck, belend door Johannes de Zon, zoon van wijlen Jacobus en zijn kinderen en door den Heer van Tilborch (Protocollen van 's Hertogenbosch: no. 1262 fol 412.) Zijn kinderen moeten dan dus meerderjarig zijn! Op 3 april 1503 (1504): als Jan zijn testament maakt, is sprake van zijn tweede vrouw "ELISABETH ZIJN TEGENWOORDIGE HUISVROUW"."Jan van Son maakt bij consent ende wille Elizabeten sijns wijffs" zijn uiterste wil "om te schouwen allen twyst dissordre die grijpen mocht nae sijn doet".Hij maakt: a. aan "Elizabet zijn tegenwoordige huisvrouw te tochten en zijn nakinderen die hij bij haar had verkregen ten erve: een erfelijken pacht van een mud rogge, die Jan Naes schuldig was aan zijn dochter Lucie uit een huis en aanliggend erf groot 17 lopensaet, welke erfelijke pacht Jan van Son had verkregen van Adriaen Goyaert Loers als man van voornoemde Lucie. Jan van Son's nakinderen mogen deze erfelijken pacht niet verkoopen, voordat zij 'te huwelick' gekomen zijn " b. Aan voornoemde Elizabet met de nakinderen 24 Peters, die Adriaen Lenaert Stevens schuldig is aan Jan van Son. c. Aan Symon zijn voorzoon en aan Elizabeth met de nakinderen elk de helft der haeffelicke gueden, waartegen Symon en Elizabet alle schulden van Jan van Son moeten betalen volgens kerkrecht "nae der oude gewoenten". Indien echter de voorkinderen "hier tegen willen seggen ende daer hynder off belet in doen", dan maakt hij Elizabet zijn huisvrouw 24 Petersgulden, die hij ontvangen heeft toen hij met haar "te huwelick comen is" en aan Symon 24 Petersgulden "voor trouwen dienst ende jaerhuren die Symon inbracht heeft ende overgouwen staen". d. Aan Symon zijn zoon, het kindsgedeelte dat Jan van Son verkregen heeft van zijn zoon Jacob volgens schepenbrieven. doch "bij alsoe off Jacob wederom int lant compt dat Symon alsdan sijnen brueder sal laten volgen sijn kyntsgedeelt". Vervolgens verklaart Jan van Son: dat Jan zijn zoon heeft gehad 24 Peters in have in erffgueden; dat Gherit Heysten als man van Aleyd heeft gehad 8 Peters in have; dat Symon die Mesmeker als man van Engel heeft gehad 8 Peters in have; dat Cornelis als man van Elizabet heeft gehad 3 Peters; Tenslotte draagt hij over aan Elizabet en Symon alle schulden, die men hem schuldig is. (Protocol van Tilburg en Goirle no. 256, fol. 42). Op 9 februari 1504(1505): is Jan in elk geval overleden. Tussen 9 en 10 februari 1504(1505) is namelijk een ongedateerde akte ingeschreven waarin "Jan en Symon, gebroeders, kinderen wilner Jan van Son, Cornelis Henrick als man van Elizabeth, Gherit Herman Heystenzn als man van Aleyt voor zichzelf en voor Symon die Mesmeker als man van Engel hebben een erfdeling gemaakt van de goederen van wijlen Jan van Son. Ingevolge deze deling krijgen:a. Jan, Symon en Gherit die oude stede, huis, hof met toebehooren te Tilborch, ter plaatse die Hasselt, belend door Jan Danels, de straat, Elizabet weduwe Jan Peters Nouwen, de Heer van Tilborch en Jan van Gelden (Gestel); alsmede de helft van een beempt geheten Dat Hoertcken, gelegen int Dongensbroeck, belend o.a. door den Heer van Dongen; b. Gherit een heyvelt; c. Cornelis als man van Elizabeth een acker geheten Den Strijacker, groot drie lopensaet, gelegen in Die Hasselt, een stuk land in Die Teetenbroek, geheten Den Dorenboem, alsmede de andere helft van de beempt geheten Dat Hoertxken int Dongensbroeck".(Protocol van 's Hertogenbosch. nr.257 fol.7) .
Gehuwd voor 1457 met Maria Jans Hendrick CRILLAERTS