Joannes Martinus (Jan Martijn) Antonissen van Deursen

Jan van Deursen was adelborst onder de Compagnie Mol in Staatsen leeger op 30 maart 167.

23 maart 1665: Compareerde voor schepenen Aryan Ambrosius en Leonart van der Asdoncq, de persoon van Peeter Jan Bouwmans, ingezetene van Gemert 56 jaar, die op verzoek van Duits Ordens-ridder en commandeur Ambrosius baron D~ Ylrmundt getuigt dat hij ongeveer tien tot twaalf dagen voor Vastenavond laatstleden; In de Mortel was en daar Theodorus de Vischere tegenkwam, de zoon van schout Otto de Vischere, die een forret (fret) bij zich had en in gezelschap van twee andere personen was, waarvan er één een roer had. Theodorus liet het fretje lopen op de scheure van de persoon van Hendrick Hoevenaers, wonende in de Mortel. De broer van Peeter, Joost Jan Bouwmans, heeft op die dag Theodorus ook bezig gezien op de Warande van de voorschreven commandeur, ter plaatse buiten de Hoogheijnde op Milschot. 23 maart 1665. Ook Paulus Willems, ingezetene en hoevenaar alhier, 26 jaar, getuigt, samen met zijn broer Hendrick, die hoevenaar is van de hoeve op Grootel, onder Bakel, 25 jaar. Zij weten dat op dezelfde dag, 10 à 12 dagen voor Vastenavond, Theodorus de Vischere is gekomen op de scheure van Paulus, genaamd de Nieuwe Hoeve, toebehorende aan de commandeur, gestaan en gelegen op Milschot. Theodorus had een forret bij zich en een net en was in het gezelschap van Jan (en) Martijn zonen van Anthonis Fransen van Deursen, die beide een roer bij zich hadden. Theodorus heeft de fret gezet en laten lopen op de scheure van Paulus. Achter de scheure was het net gespannen en de fret heeft twee konijnen uit het hol het net in gejaagd. Eén konijn kon toch nog ontsnappen en is het veld ingelopen en verdwenen onder een struik op een wal staande. Theodorus heeft uit het huis van Paulus en hak en spade gehaald en samen met Martijn bij die struik het konijn proberen te vangen. Of dat gelukt is weten de getuigen niet. Joost Jan Bouwmans getuigt eveneens. Toen Theodorus de Vischere hem ontwaarde toen laatstgenoemde op de Warande stond (op dezelfde dag, 10 à 12 dagen voor Vastenavond), met een weitas en een roer, is hij naar het huis van Geeff Gommers gegaan. Er was nog een persoon bij. Joost meent dat het Anthonis Hanssen was, maar weet dat niet zeker. Peter Jan Adriaens getuigt ook in deze zaak. Ook hij heeft de konijnenjacht van Theodorus en zijn twee kompanen waargenomen, Peeter Cornelis, wonende in de Mortel, 30 jaar, is de laatste getuige. Het was op zijn scheure dat er met de fret werd gejaagd, en ook Peeter heeft dus de jacht met de fret zien gebeuren (bron: RA Gemert R52, pag. 16)

Peetouders bij de dopen van de kinderen van Jan Martijn van Deursen en Margaretha Pauwels Willems:
1. Antonius, gedoopt Beek en Donk (Rooms katholiek), 14 oktober 1674: Antonius van Duerssen en Luyt Thomas
2. Johanna, gedoopt Beek en Donk (Rooms katholiek), 26 juni 1677: Johannes Pauwels en Johanna vrouw van Paulus Willems
3. Rogerius, gedoopt Beek en Donk (Rooms katholiek), 24 december 1678: Adam Gerits en Maria Rogiers
4. Wilhelmus, gedoopt Beek en Donk (Rooms katholiek), 3 juni 1680: Franciscus van Deurse en Johanna vrouw van Antonius Verbakel
5. Antonius, gedoopt Beek en Donk (Rooms katholiek), 2 april 1682: Antonius Jan Joachims en Petronella Pauwelse
6. Johanna, gedoopt Beek en Donk (Rooms katholiek), 25 februari 1685: Paulus Willems en Judith vrouw van Johannes Pauwels
7. Rogerius, gedoopt Beek en Donk (Rooms katholiek), 6 januari 1687: Thomas Fransse Verbakel en Wilhelma Rogiers van Deurse, Johanna vrouw van Paulus Willems
8. Johannes, gedoopt Beek en Donk (Rooms katholiek), 15 december 1688: Johannes Thyssen en Maria vrouw van Adam Gerits
9. Franciscus, gedoopt Beek en Donk (Rooms katholiek), 8 september 1692: Johannes Janssen en Maria Adams, Maria vrouw van Adam Gerits