Jutta Jans van Bruheze

30 december 1422: "Arnt des ouden goet bij die oliemolen" is in het bezit van Geverd van Doerne zoon van wijlen Willem en Arnt zijn broer. Jan en Dirck van Bruheze hebben die hoeve in pacht.
Het goed ter Vluet van wijlen heer Gevard van Doerne, ridder, met de gebouwen, de visserij van de gemene brug tot het Hage eynde en hoger op tot in de Peel, en de watermolen zijn gepacht door Jan van Bruheze.
Het goed ten Papenvenne is in het bezit van Gevard van Doerne Willemssoen als man van joffrouwe Jut dochter van wijlen Jan van Bruheze en van Jan en Dirck haar broers (Bossche Protocollen R 1193, fol. 283; op citaat W. Wijnaendts van Resandt. "Vincent van Doerne en zijn voorouders". Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie en het Iconografisch Bureau. Deel 41, 's-Gravenhage, 1987, pag. 36)

16 juli 1435: Jut weduwe Gevard van Doerne verhuurt voor acht jaar aan Jan Jan Robijns twee derde delen van de windmolen, alsmede de watermolen aan het Haghe eynde (Bossche Protocollen R 1205, fol. 217v; op citaat W. Wijnaendts van Resandt. "Vincent van Doerne en zijn voorouders". Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie en het Iconografisch Bureau. Deel 41, 's-Gravenhage, 1987, pag. 36)

28 februari 1439: Juffrouw Jut weduwe Gevard van Doerne, zoon van wijlen Willem van Doerne zoon van wijlen Gevard van Doerne, ridder, doet afstand van tocht ten behoeve van haar zoon Jan, van twee derde van de windmolen van Doerne en van het dwangrecht. Jan verkoopt die twee derde delen aan Lambert en Jan zoons van wijlen Jan Robbijns van Asten en verpacht hun de watermolen (Bossche Protocollen R 1209, fol. 54; op citaat W. Wijnaendts van Resandt. "Vincent van Doerne en zijn voorouders". Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie en het Iconografisch Bureau. Deel 41, 's-Gravenhage, 1987, pag. 36)