Lambert Van den Bulcke

Het wapenschild bij sommige voorvaders is dit van de parochie, heerlijkheid en nadien de gemeente Zonnebeke en is dus niet gerelateerd aan de familie zie Info gemeente Zonnebeke.
De eerst gekende herenfamilie van de heerlijkheid ten Bulcke te Menen-Rekkem, is Van Lampernisse. Zij voerden een wapen met 3 zwarte kepers, gelijk aan dit van de nabij gelegen stad Menen.
De tweede familie is Van Rechem. Zij voerden een wapen met 1 zwarte keper. Beide families bezaten ook andere gronden en schonken een deel als aflaat aan de abdij van Zonnebeke.

Lambert, met de Germaanse betekenis van stralend of beroemd in eigen land, staat niet in het poorterboek van de stad Lier. De familie zou gekend zijn voor waterwerken. Nijlen gelegen tussen de 2 Nete's vormt eigenlijk ook een bulk zoals de heerlijkheid ten Bulcke. De periode van verschijnen in Nijlen valt in de periode nadat in 1396 Margaretha van Male, gravin van Bourgondië en Vlaanderen, van haar hoogbejaarde tante Johanna van Brabant het hertogdom Brabant verkreeg.

Er is een verhaal dat hij zich in Nijlen vestigde na terugkomst uit het Heilige Land. Bronnen zijn niet gekend en dat zou dan na de officiële kruistochten vallen. In Lier was er in zijn tijd wel een huis van de Tempeliers in de huidige Deensestraat. Er is is ook een latere monnik Lambert(us) Van den Bulcke (+1549) van de Sint Bernardus abdij te Hemiksem, vice-abt en nadien pastoor van Loenhout. Deze persoon lijkt logischer om een reis naar het Heilige land gemaakt te hebben.

De abdij van Tongerlo bezat gronden te Nijlen en in een veel breder gebied minstens 40 pachthoeven waaronder hoeve ten Belke te Vissenaken..

De eerste Lierse poorter die verschijnt is Willem Van den Bulck in 1486. Mogelijks één van beide gelijknamige kleinzonen. De volgende Lierenaar gevonden in een oorkonde is de schepen van de bijvang van Lier, Jan Van den Bulcke in 1464. Dit is het begin van een dynastie van schepenen van de bijvang. Zowel van Jan als van Pauwel Van den Bulcke (1555) zijn ambtszegels gedocumenteerd (zie Wikipedia familienaam)

Vanaf het midden van de 14de eeuw is er sprake van de agrarische heerlijkheid ten Bulcke aan de oostelijke oever van de Leie, als een van Rekkem (nu deel van Menen) afgesplitste heerlijkheid. Deze nieuwe dorpsheerlijkheid ten Bulcke, heeft als oudste vermelding 1365, toen ze werd gehouden door Gillis van Rekkem. Ten Bulcke wordt tot aan de Franse Revolutie bestuurd door de adelijke families van Rechem, van Walem , d'Ablai en Raellen.