Lodewijk van Eijndhouts

Lodewijk van Eijndhouts was leenman van de hertog van Brabant. Hij was schepen van Someren in 1379, 1386, 1411 en 1413

bron: Hans Vogels, reactie op de vraag "Re: Eyndhouts (kwartierstaat)" op 13 mei 2002 in de Yahoo Group Middeleeuwse Genealogie

Als schepen van Someren komt hij voor in oorkonden van Someren van 4 mei 1379 (Archief Abdij van Postel; Th.J. Welvaarts, "Zomeren naar de Archieven van Postel's Abdij", pag. 64 en 67), 25 januari 1386 (Archief Abdij van Postel; Th.J. Welvaarts, "Zomeren naar de Archieven van Postel's Abdij", pag. 64 en 67), daags na St. Michael 1411 (Archief Abdij van Postel; Th.J. Welvaarts, "Zomeren naar de Archieven van Postel's Abdij", pag. 64 en 67) en 22 november 1413 (Archief Abdij van Postel; Th.J. Welvaarts, "Zomeren naar de Archieven van Postel's Abdij", pag. 64 en 67). Hij bezat te Someren onroerend goed cijnsplichtig aan de Heer van Helmond (Huisarchief van Helmond 128; Algemeen Cijnsboek voor Peelland 1421-1471 en Huisarchief van Helmond 133; Algemeen Cijnsboek voor Peelland 1507), dat na zijn dood vererfde op 2 niet met name bekende kinderen (Huisarchief van Helmond 127; Algemeen Cijnsboek voor Peelland 1406-1421). Ook te Bakel bezat hij onroerend goed, cijnsplichtig aan de Heer van Helmond (Huisarchief van Helmond 127; Algemeen Cijnsboek voor Peelland 1406-1421). Ten overstaan van het Leenhof van Brabant verhief hij 27 augustus 1374 het bij het overlijden van zijn vader aan hem toebedeelde goed Eijndhout te Someren (Algemeen Rijksarchief Brussel, Leenhof van Brabant, Leenboek Sloot). Ten overstaan van schepenen van Someren kocht hij van zijn broeder Heer Jan van Eijndhouts ten behoeve van zijn dochter Margriet en haar echtgenoot Henric die Weijer de dag na Sint Andries 1395 een rente van een mud rogge jaarlijks rustende op een huis en land te Someren "aen ghenen Houbraicken" (Rechterlijk Archief 's Hertogenbosch 1466, fol. 278). Hij legde 26 september 1402 voor schepenen van 's Hertogenbosch een getuigenis af betreffende het jachtrecht van de Heren van Helmond in de Meijere van 's Hertogenbosch (zie bijlage 1), 27 juli 1407 als leenman van de Hertog van Brabant voor Schout van Peelland en getuigen een getuigenis inzake de rechten van Helmond (Mr. C.C.N. Krom en A. Sassen, "Oorkonden betreffende Helmond", pag. 81) en 10 augustus 1415 als "man van leen" een door hem gezegelde verklaring betreffende de ligging van het goed ter Kemenade in de heerlijkheid Helmond (Huisarchief van Helmond 32; Mr. C.C.N. Krom en A. Sassen, "Oorkonden betreffende Helmond", pag. 94). Blijkens een op dezelfde dag afgelegde getuigenis over dezelfde aangelegenheid was hij woonachtig te Someren (Mr. C.C.N. Krom en A. Sassen, "Oorkonden betreffende Helmond", pag. 97)

15/23 maart 1369: Matheus de Boescot met zijn zoon Hendrik en zijn dochter Elsbene, gehuwd met Ludovicus van den Eyndhouts, beloven Reynirus van Barleham die gehuwd is met Ermgardis, dochter van Matheus, als bruidschat binnen een jaar 850 pond te zullen betalen (bron: Stadsarchief 's-Hertogenbosch, Schepenprotocol 's-Hertogenbosch, inv. nr. 1175, fol. 180; op citaat Mr. C.H. Hanegraaff. "Hanegraaff. Genealogie en historische gegevens", Palma de Mallorca, 1977, pag. 133)

16 februari 1391: Willelmus de Stakenborgh de Boescot doet afstand van 1 mud rogge rente door Ludovicus van den Eyndhouts verkocht uit het goed Snels (of Snobs). Kinderen Goed par. Asten (bron: Stadsarchief 's-Hertogenbosch, Schepenprotocol 's-Hertogenbosch, inv. nr. 1179, fol. 220; op citaat Mr. C.H. Hanegraaff. "Hanegraaff. Genealogie en historische gegevens", Palma de Mallorca, 1977, pag. 135)

27 juli 1407: Getuigenis ten onverstaan van mannen van leen, op last van de hertog van Brabant afgevraagd door de schout van Peelland, aangaande de rechten en gewoonten van Helmond. Genoemd worden onder meer getuigen Heren Dirc en Jan Roeuers, gebroederen, Ridder Gheuart van Dornen Geuerartssoen, Lucas van beke meeuwssoen en Gherart van eyke, mannen van wapenen, Lodewijck van eyndhouts man van leen mijns genedigen Heren van brabant, Dyrc vanden vesten voertijts vorster tot bakel ende van beke ende ny scoutheit van dornen, Henric stakenborch voertijts scoutheit van dornen, Dyrc van Rut van zomeren, Jan boen en heyn Cort van dornen ende van vlierden voertijds vorsteren, willem van de straten nv ter tijt vorster van Bakel, Willem bras, Willem artssoen, Jan van oprode en Symon langsmet dese vitghesetene luden buten Helmont voirgenoemt (bron: Mr. C.C.N. Krom en Aug. Sassen. Oorkonden betreffende Helmond. Werken van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noordbrabant. Nieuwe Reeks, No. 1., Gebroeders Muller, ‘s-Hertogenbosch, 1884, No. LXIII, pag. 81-84)

4 februari 1419: Lodewijk van den Eyndhouts en Willem Stakenborgh van Boescot treffen een overeenkomst met betrekking tot een pacht uit het Snobskinderen goed te Asten (bron: Stadsarchief 's-Hertogenbosch, Schepenprotocol 's-Hertogenbosch, inv. nr. 1191, fol. 68; op citaat Mr. C.H. Hanegraaff. "Hanegraaff. Genealogie en historische gegevens", Palma de Mallorca, 1977, pag. 138)