Maria Thomassen

Op 4 oktober 1735 maakten Adriaan zoon van Anthonij Verstraeten en Maria de Bruijn ter eenre en Maria Thomassen dochter van Thomas Derx bij Petronella Peters ter andere zijde hun huwelijkscontract op. Adriaan kreeg een huis genaamd De Voort met de brouwerij en alle gereedschappen van dien, de schuur en de varkenskooi alsmede landerijen, die zijn ouders in 1735 van Derck Theunissen en Maria Peters voor 700 gulden hadden gekocht. Verder kreeg hij nog een som van 221 gulden en twaalf stuivers en een nieuw bed. Maria kreeg van haar ouders een som van 300 gulden. Er zou geen gemeenschap van goederen voor de aangebrachte goederen zijn, alleen ten aanzien van die staande het huwelijk (BHIC, Schepenprotocol Mill, toegang 7040, inv. nr. 556, akte nr. 79, fol. 665-672)

Op 30 oktober 1751 kochten Adriaen Verstraaten en zijn echtgenote Maria Tomassen voor schepenen van Mill van Cornelis en Geurt Jordens beide meerderjarige jongemannen, Wilbert Jordens en diens echtgenote Johanna Hendrix, Peeter Peeters en diens echtgenote Jenneke Jordens en Aert Huibers en diens echtgenote Maria Jordens een stuk bouw- en weiland ongeveer een Hollandse morgen groot, grenzend oost en west Willem Klaessen, zuid de gemeente en noord Geurt Willems (BHIC, Schepenprotocol Mill, toegang 7040, inv. nr. 549, akte nr. 69, fol. 90-91)

Op 18 november 1751 kochten Adriaen Verstraten en zijn echtgenote Maria Tomassen voor schepenen van Mill van Berber Jans weduwe van Jan Sluijs, geassisteerd door haar broer Hendrik Jan Naber als haar momboir, Hendrik Jans en diens echtgenote Berber Jans, Jan Jans Sluijs weduwnaar van Maria Jans, geassisteerd door Arnoldus Tomassen en Hendrik Jans als zijn gekozen momboiren van zijn minderjarige kind, Reijn Willems en diens echtgenote Jenneke Jans, Jan Willems de Bruijn en diens echtgenote Aelke Jans en Hermen Jans en diens echtgenote Johanna Jans een stuk bouwland ongeveer een halve Hollandse morgen groot te Mill, grenzend oost Thijs Lamers Zelten, west Gielen Jans, zuid en noord de gemeente (BHIC, Schepenprotocol Mill, toegang 7040, inv. nr. 549, akte nr. 72, fol. 95)

Op 22 november 1753 verkochten Adriaan Verstraaten en zijn echtgenote Maria Thomassen voor schepenen van Mill aan Arnoldus Thomassen en diens echtgenote Maria Theunissen een huis genaamd de Voort met brouwerij, ketel en koelschip en gietketel, riek en trechter, een schuur, varkenskooi en moeshof met aangelegen bouw- en weiland ongeveer drie Hollandse morgen groot te St. Huijbert, grenzend oost Michiel en Theunis Jans, zuid Hermen Geurts en Michiel Jans, west de gemeene straat en noord het gemeene broek, en een stuk bouwland het Brexel genaamd, ongeveer drie Hollandse morgen groot onder St. Huijbert gelegen, grenzend oost de gemeene straat, zuid Hendrik Jans Naber, west de weduwe Joost Nelissen en noord Michiel Jans. Voor de pacht moesten de erfgenamen van Thomas Peters jaarlijks een gulden betalen (BHIC, Schepenprotocol Mill, toegang 7040, inv. nr. 549, akte nr. 88, fol. 117-118)

Op 20 maart 1754 werden momboirs aangesteld over de onmondige kinderen van Maria Thomassen weduwe van Adriaan Verstraten te Sint Hubert (BHIC, Archief Ambtman van Grave en het Land van Cuijk, toegang 745, inv. nr. 62)

Op 30 oktober 1765 verkochten Arnoldus Thomassen weduwnaar van Maria Teunissen, Maria Thomassen weduwe van Adriaen Verstraeten en Theodorus Thomassen, meerderjarig jongman samen me een aantal anderen voor schepenen van Cuijk voor de somma van F 300,- aan Jan Willems de Bruijn de helft van een huis, bakhuis, turfschop met aangelegen bouw- en weiland te Haps, oost Hendricus Bisschops, west Thoon Kerstens, zuid de gemeene straat, noord Jan Keukens (BHIC, Schepenprotocol Cuijk, toegang 7040, inv. nr. 441, akte nr. 87, fol. 451-453)

Op 30 oktober 1765 verkochten Arnoldus Thomassen weduwnaar van Maria Teunissen, Maria Thomassen weduwe van Adriaen Verstraeten en Theodorus Thomassen, meerderjarig jongman samen met een aantal anderen voor schepenen van Cuijk voor de somma van F 300,- aan Jan Willems de Bruijn de helft van een huis, bakhuis, turfschop met aangelegen hof, bouw- en weiland te Haps, oost Hendricus Bisschops, west Thoon Kerstens, zuid de gemeene straat, noord Jan Keukens, en voor de somma van F 1250,- aan Peeter de Bruijn weduwnaar van Jacomina Jans de helft van een stuk bouwland op de Laaracker onder Haps, de helft van een huis, schuur, bakhuis, varkenskot en aangelegen bouw- en hofland, alsmede zoere weijen onder Haps, palende oost het convent Jerusalem, west de weduwe Jan Hendrix, zuid de heer Heinsius, noord de gemeente, de helft van een stuk bouwland onder Haps, het Stokvoort genaamd, oost de weduwe Jan Hendrix, voorts de gemeente, en een stuk bouwland onder Haps, oost, zuid en noord Gerrit Jans, west Huijbert Jacobs (toegang 7040, inv. nr. 441, akte nr. 87, fol. 451-453 en akte nr. 88, fol. 456-458). De andere helft werd schepenen van Cuijk verkocht op 20 november 1765, waarbij Laurens Verstraeten, plaatsvervangend schout te Mill, als gelaste optrad van onder meer Arnoldus Thomassen weduwnaar van Maria Theunissen, Maria Thomassen weduwe van Adriaan Verstraeten en Theodorus Thomassen, meerderjarige jongman, bij volmacht afgegeven voor het gerecht te Mill op 12 november 1765 (toegang 7040, inv. nr. 417, akte nr. 268, fol. 449-450 en akte nr. 269, fol. 451-452)

Op 7 maart 1755 en 30 juli 1770 was de weduwe Adriaan Verstraaten gegoed te Sint Hubert (BHIC, Schepenprotocol Mill, toegang 7040, inv. nr. 561, akte nr. 71, fol. 527-535 en inv. nr. 550, akte nr. 1, fol. 1-4). Op 15 januari 1767 was de weduwe Adriaen Verstraaten gegoed te Sint Hubert in ’t Hollanderbroek en had zij recht van overpad op een aangrenzend weitje, dat door de erfgenamen van Gerrit Michiels en Elisabeth Jans werd verkocht aan Jan Kreemers en diens echtgenote (BHIC, Schepenprotocol Mill, toegang 7040, inv. nr. 549, akte nr. 209, fol. 306-308). Ook op 1 februari 1769 was de weduwe Adriaen Verstraaten gegoed te Sint Hubert in ’t Hollanderbroek (BHIC, Schepenprotocol Mill, toegang 7040, inv. nr. 549, akte nr. 229, fol. 341-342, op citaat www.bhic.nl). Op 10 april 1767 was de weduwe Adriaen Verstraaten gegoed te Mill (BHIC, Schepenprotocol Mill, toegang 7040, inv. nr. 549, akte nr. 212, fol. 312-315)

Op 7 december 1776 en 27 december 1784 waren de erfgenamen van Adriaen Verstraaten gegoed in ’t Hollanderbroek in Sint Hubert (BHIC, Schepenprotocol Mill, toegang 7040, inv. nr. 550, akte nr. 57, fol. 93 en akte nr. 134, fol. 230-231). Op 2 oktober 1781 waren de erfgenamen Verstraaten gegoed te Mill (BHIC, Schepenprotocol Mill, toegang 7040, inv. nr. 550, akte nr. 100, fol. 173-174)

Op 17 november 1775 was de weduwe van Adriaan Verstraaten gegoed in ’t Hollander Broek in Sint Hubert (BHIC, Schepenprotocol Mill, toegang 7040, inv. nr. 550, akte nr. 37, fol. 57). Op 19 oktober 1780 was volgens een akte van de schepenen van Wanroij de weduwe van Adriaan Verstraaten gegoed te Sint Hubert (BHIC, Schepenprotocol Wanroij, toegang 7040, inv. nr. 586, akte nr. 9, fol. 93). Op 30 november 1780 en 13 december 1782 was de weduwe Adriaan Verstraaten gegoed te Sint Hubert (BHIC, Schepenprotocol Mill, toegang 7040, inv. nr. 550, akte nr. 47, fol. 74-76, akte nr. 93, fol. 156-158 en akte nr. 109, fol. 190-191). Dit is vreemd, aangezien Maria Thomassen al in 1772 was overleden (Begraafboek Mill: “1772. 15 junii obiit Maria Thomassen vidúa Adriani Verstraeten”). Mogelijk betrof het hier verschrijvingën en werd hier abusievelijk gesproken over de weduwe in plaats van de erfgenamen Adriaan Verstraaten. Aangezien het verkoopaktes betrof waarin de Verstraatens geen partij waren maar slechts eigenaren van een aangrenzend stuk grond, lijkt deze veronderstelling houdbaar (Willem Nabuurs, 13 juni 2021)

Op 19 december 1791 verkochten de kinderen en erfgenamen van Adriaan Verstraaten en Maria Tomassen, in leven echtelieden, met name Peeter Verstraaten laatst weduwnaar van Derrisken Derx, geassisteerd door Marten Derx en Bernardus Jurgens, momboirs over de minderjarige kinderen uit zijn huwelijk met Derrisken Derx, Hendricus van Abel en diens echtgenote Helena Verstraten, de voornoemde Bernardus Jurgens en diens echtgenote Gertruij Verstraaten; Jacob van Roij en diens echtgenote Maria Verstraaten, Wilbert Peeters weduwnaar Petronella Verstraaten geassisteerd door Peeter Jan Nelissen en Hendricus van Abel als voogden over zijn zeven minderjarige kinderen uit zijn huwelijk met Petronella, voor schepenen van Mill aan Hermen van den Broek en diens echtgenote Maria Raijmakers de volgende onroerende goederen in Sint Hubert: een huis, schuur, bakhuis, put en moeshof met aangelegen bouw-en weiland, groot ongeveer vier en een halve Hollandse mergen, grenzend o.a. de weduwe Jan Sluijs en Huibert Aarts, een stuk bouw-en weiland met de helft van ene weg, waarvan de andere helft toebehoord aan Abel Peeters en Cornelis van Overbeek in het Meuleveld, grenzend o.a. Jan Sluijs en Abel Peeters, een stuk bouw-en weiland, groot ongeveer een en een halve mergen, grenzend o.a. Frans van Sambeek, Antoon Rijnen en een straatje wat voor de helft bij dit perceel hoort en voor de andere helft aan Jan Hendrix Hoef, een schop op het eerste perceel wat voor Pasen zal moeten zijn ontruimd en een Hollandse mergen bouw-of weiland grenzend o.a. de erfgenamen Lucas van den Hooven en Jan Gielens, een perceel weiland, groot ongeveer een halve mergen grenzend o.a. Arnoldus Willems, de weduwe Jan Wilbers, de weduwe Arnoldus Thomassen en Jan Thoonen met uitweg voor de weduwe Arnoldus Thomassen en Jan Franssen (BHIC, Schepenprotocol Mill, toegang 7040, inv. nr. 550, akte nr. 200, fol. 358-364)