Marten Thonissen

14 februari 1627: Akte van opdracht door Ermit Peters en Peterke e.l. ;Willem Peters en Hanriske e.l.; Hanrijck Hanricx en Jenneke e.l.; Jan Thonisen en Neeske e.l. en Ermit Peters als momboir van de voorkinderen van Jan Thonisen verwekt bij Merijke Peters zijn eerste huisvrouw za;iger. Item Derick en Metke Peters, gezamenlijk kinderen en erfgenamen van Peter Ermits en Merijke e.l. aan Marten Thonissen en Metke Peters e.l. haar comparanten respectieve zwager en zuster; van een huis, hofstad met ongeveer 7 morgen land grenzend aan de erven van Jan Jans en Gaert Roloffs, This Jans en de gemene straat (bron: BHIC, Schepenprotocol Mill, toegangsnr. 7040, inv. nr. 539.A, akte nr. 231, fol. 136)

29 november 1627: Akte, waarbij Peter Hack verklaart ontvangen te hebben van Marten Teunissen de som van ƒ 60,-, in verband met een driejarige achterstand in de betaling van een rente van 5 malder rogge (bron: BHIC, Schepenprotocol Mill, toegangsnr. 7040, inv. nr. 541, akte nr. 14, fol. 8)

9 december 1627: Voor Geerit Jans en Gielen Lenders, schepenen, akte, waarbij jonker Peter Hack, heer van Hogerheiden en Ossendrecht, verklaart, dat Marten Teunissen, wonende te Wanroij, aan hem betaald heeft een som van ƒ 400, -, waarmee afgelost is een rente van 5 malder rogge plus twee jaar achterstalligheid. Uit goederen laatst behoord hebbende aan Peeter Ermits z.g. en verkregen uit een magescheit te Hellemond op 22 januari 1621 (bron: BHIC, Schepenprotocol Mill, toegangsnr. 7040, inv. nr. 541, akte nr. 12, fol. 7)

5 augustus 1634: Akte, waarbij J.Trip verklaart ontvangen te hebben van Marten Theunissen de som van ƒ 42, 50 ter betaling van een rente van 5 malder en 4 vat rogge, gevestigd op de Volckmaerschehoeve (bron: BHIC, Schepenprotocol Mill, toegangsnr. 7040, inv. nr. 541, akte nr. 15, fol. 8)

23 maart 1645: Voor Geerit Joordens en Claes Gerrits, schepen, akte van opdracht door Maerten Tonissen en Mettije e.l., aan Aert Reijnen en Jenneke Martens e.l., Hendrik Thijssen en Geertije Martens e.l., van een hofstad met huis en schuur, groot ongeveer 1½ morgen te Wanroij en grenzend aan de erven van Seger Goessens, Roelof Jans, Dirk Aerts en de gemene straat (bron: BHIC, Schepenprotocol Mill, toegangsnr. 7040, inv. nr. 541, akte nr. 1, fol. 1)

30 oktober 1645: Voor Claes Gerrits en Aert Guerts, schepenen, akte van opdracht door Goossen Coenen en Metge e.l. en Thijs Dircx voor zichzelf en als momb. van Peeter Aerts, aan Marten Thonissen en Dirck Peters, als mombers van de kinderen Dirck en Peter Willens, van een weikampke, gelegen te Wanroij en grenzend aan de erven van Jan Hendricx, Jorden Aerts, Hermen Theunissen (bron: BHIC, Schepenprotocol Mill, toegangsnr. 7040, inv. nr. 541, akte nr. 5, fol. 3)

22 februari 1649: Voor Jan Jans Ermers en Claes Geerits, schepenen, akte van opdracht door Peeterke Peeters, verlaten huisvrouw van Jan Janssen, soldaat in de compagnie van kapitein Vaegt, geassisteerd met Dirck Aelberts wonend te Weurt, haar zwager en Dries Peeters Spanjers, richterbode te Wanroij. Aan Aert Reijnen, als man en momber van Jenneke Martens, en Hendrick Thijssen, als man en momber van Geertije Martens, van alzulk kindsgedeelte als de comparante Peeterke Peeters - na het overlijden van Metge Peeters, (-groot) moeder en weduwe van Marten Thonissen, - bij successie en versterf was aangekomen (bron: BHIC, Schepenprotocol Mill, toegangsnr. 7040, inv. nr. 541, akte nr. 72, fol. 48)

BHIC, toegangsnr. 7070 (cijnsen Graafse altaren/broederschappen) meldt in de tijd deze cijnsplichtige lijst: Ermert Verbeeck, Jan Ermers, 1612 Peter Ermers den alden, 1623 erfgenamen Peter Ermers,1640 Marten Thonissen, 1648 zijn weduwe, 1650 de erfgenamen, 1652 Hendrik Thijssen en Aert Reijnen (beiden zijn met een dochter van Marten Thonissen x Metje gehuwd); 1680 Willem Jans gehuwd met dochter van Hendrik Thijssen, 1685-96 Hendrik Thijssen, 1699 Jan Jans Reijnen, 1705 Thijs Hendriks, 1706 Willem Jans namens erfgenamen van Hendrik Thijssen, 1707 Jan Jans Reijnen, 1708 Reijn Thijssen, 1709 schoonzoon van Willem Jansen. Deze cijnslijst bewijst m.i. de afstamming (bron: Drs. Jan W.M. Lange, Lange(n) in dun Krommendiek, Deel I. Herziene versie, Augustus 2021, pag. 243, V vvv nr. 137)