Philip VIII van Maldeghem, Heer van Maldegem

public profile

Philip VIII van Maldeghem, Heer van Maldegem's Geni Profile

Share your family tree and photos with the people you know and love

  • Build your family tree online
  • Share photos and videos
  • Smart Matching™ technology
  • Free!

About Philip VIII van Maldeghem, Heer van Maldegem

Oud Maldeghem…cont.

Philip VIII of Maldeghem also left no lasting memories in
history. Like most of his forebears, he fell victim to the native tumults and saw his property fall prey to the wrath of the rebellious people, revolting against Duke Philip the Good and his supporters.
Since he had no children from his first marriage with Isabella van Roye, he entered into a second marriage before 1439 with Geertrui van Rijmerswalle, eldest daughter of Nicolaas-Kervin van Rijmerswalle, knight, lord of Lodik, Nieustarie, Ierseke and Hierzekerdamme. , in ter Goed (Zeeland), and of Geertrui van Gaver, wife of Rozendale. That second wife bore him one son and three daughters: namely, Philip IX of Maldeghem, to be discussed
further; Gertrude, died young; Margareta, wife of Moerzeke, Rode and Machelen-bij-Vilvoorde, married for the second time to Francesco Cavalcanti; and Maria, said van Reezinge, died in Maldegem on October 20, 1493. Their father - Philip VIII - died about the year 1445 and his widow remarried in 1449 with Philip van Montmorency (Ibidem)…to be continued

Ryserhove, Alfons. “Oud Maldegem.” Ons Meetjesland, vol. 19, 1986, pp. 1–6.
_________
Maldeghem La Loyale by Mme la de Lalaing

Filips VIII, voortzetter van het geslacht en van het wapen, was toen zijn vader nog leefde, gehuwd met Ysabeau de Roye, oudste dochter van Mathieu, ridder, heer van Roye, Germigny, Aulroy en Muret, en van diens eerste vrouw Margareta van Gistel, oud­ ste zuster van Guy de Roye, die ridder werd van het Gulden Vlies in 1461 . Die dame leefde nog in 1430, als blijkt uit het testament van Johanna van Béthune, vrouwe van Beaurevoir; zij kreeg geen kinderen.

Filips VIII ging vóór 1439 een tweede huwelijk aan met Gertrude van Reimerswaal, oud­ ste dochter van Nikolaas Kervinc van Reimerswaal, ridder, heer van Lodijk, Nieustarie, Yerseke en Yersekerdamme, kerkdorpen in de omgeving van Goes in Zeeland, en van diens vierde vrouw Gertrude van Gavere, dame van Rozendaal, dochter van Arnold van Gavere, heer van Ressegem, Liedekerke en Lens, en van Margareta van Boutersem.
Deze heer van Maldegem stierf omstreeks 1445; zijn weduwe hertrouwde in 1445 met Philippe de Montmorency. De kinderen uit haar eerste huwelijk waren toen nog erg jong; later werden verschillende processen aangespannen tussen haar oudste zoon Filips van Maldeghem en zijn stiefvader, de heer van Montmorency.

De kinderen van Filips VIII van Maldeghem en zijn tweede vrouw Gertrude van Reimerswaal waren:
1° Filips IX, die hierna ter sprake komt;
2° Gertrude van Maldeghem, jong gestorven;
3° Margareta van Maldeghem, dame van Moerzeke, Rode en Machelen Sint-Gertrudis in Brabant. Een charter uit 1459 met een opsomming van lenen, toont aan dat ze toen nog ongehuwd was. De naam van haar eerste echtgenoot is ons niet bekend, haar tweede man heette Francesco Cavalcanti, zoon van Casino, een Florentijns edelman. Op 24 december 1483 stemden zij en haar man tegen hun zin in met de onterving en vervreemding van de heerlijkheid van Maldegem die haar broer twee dagen later liet doorgaan. Zij kregen daarvoor 100 pond groten contant en elk een lijfrente van 80 pond groten. Op 31 januari 1484 verschenen zij en haar man voor de baljuw en de leenman­ nen van de Burg van Brugge voor de opheffing van drie lenen daarvan, te weten ten Torre en twee andere van elk 4 pond parisis, gehypothekeerd op de grote tolrechten te Brugge. Van spijt en verdriet om het verlies van het voorouderlijke erfgoed, stierf ze vóór 14 maart 1484, zonder kinderen na te laten. Op 28 juli 1484 vond voor de burgemeester en schepenen van het Vrije de verdeling plaats van haar nalatenschap tussen de over­ levende echtgenoot Francesco Cavalcanti enerzijds en Karel van Halewijn, heer van Uitkerke, en Jan van Hoogheweghe, beiden voogden van Maria van Maldeghem, enige erfgename van Margareta, anderzijds.
Francesco Cavalcanti overleed op 27 april 1506 en werd begraven in de Onze-Lieve­ vrouwekerk te Brugge, in de kranskapel achter het hoofdaltaar, waar zijn portret in de 17de eeuw nog te zien was.
4° Maria van Maldeghem, haar leven lang van Reesinghe genoemd naar de oude heer­ lijkheid en het familiegoed, overleefde haar broer en zuster, maar als zwakzinnige met gedragsstoornissen stond ze al die tijd onder het gezag en de verantwoordelijkheid van haar voogden. Ze stierf op 20 oktober 1490.

English translation by DeepL: Philip VIII, who continued the lineage and the coat of arms, married Ysabeau de Roye, eldest daughter of Mathieu, knight, lord of Roye, Germigny, Aulroy and Muret, and of his first wife Margaret of Gistel, elder sister of Guy de Roye, who became a knight of the Golden Fleece in 1461, while his father was still alive. This lady was still alive in 1430, as evidenced by the will of Johanna of Béthune, lady of Beaurevoir; she had no children.

Before 1439 Philip VIII had a second marriage with Gertrude van Reimerswaal, elder daughter of Nikolaas Kervinc van Reimerswaal, knight, lord of Lodijk, Nieustarie, Yerseke and Yersekerdamme, villages near Goes in Zeeland, and of his fourth wife Gertrude van Gavere, lady of Rozendaal, daughter of Arnold van Gavere, lord of Ressegem, Liedekerke and Lens, and of Margareta van Boutersem.
This lord of Maldegem died about 1445; his widow remarried in 1445 to Philippe de Montmorency. The children of her first marriage were then very young; later, several lawsuits were filed between her eldest son Philip of Maldeghem and his stepfather, the lord of Montmorency.

The children of Philip VIII of Maldeghem and his second wife Gertrude of Reimerswaal were:
1° Philip IX, who will be discussed below;
2° Gertrude of Maldeghem, who died young;
3° Margaret of Maldeghem, lady of Moerzeke, Rode and Machelen Saint-Gertrudis in Brabant. A charter from 1459 with an enumeration of liens, shows that she was still unmarried at that time. The name of her first husband is not known to us, her second husband was named Francesco Cavalcanti, son of Casino, a Florentine nobleman. On December 24, 1483, she and her husband agreed against their will to the disinheritance and alienation of the seigniory of Maldegem which her brother allowed to proceed two days later. For this they received 100 pounds groats cash and each an annuity of 80 pounds groats. On January 31, 1484, she and her husband appeared before the bailiff and the feudal lords of the Burg of Bruges for the dissolution of three liens thereof, namely ten Torre and two others of 4 pounds parisis each, mortgaged on the great toll rights at Bruges. Of regret and grief at the loss of the ancestral heritage, she died before March 14, 1484, leaving no children. On July 28, 1484, before the mayor and aldermen of the Free, the division of her estate took place between the surviving husband Francesco Cavalcanti on the one hand, and Karel van Halewijn, lord of Uitkerke, and Jan van Hoogheweghe, both guardians of Maria van Maldeghem, Margareta's only heir, on the other.
Francesco Cavalcanti died on 27 April 1506 and was buried in the Church of Our Lady in Bruges, in the wreath chapel behind the high altar, where his portrait could still be seen in the 17th century.
4° Maria van Maldeghem, throughout her life called van Reesinghe after the old lordship and the family estate, survived her brother and sister, but as a feeble-minded person with behavioral disorders she was all the time under the authority and responsibility of her guardians. She died on October 20, 1490.

Martens, Marc, translator. “MALDEGHEM DIE LOYALE.” De Heemkundige Kring Het Ambacht Maldegem, Jaarboek 6, 26 Dec. 2000, p. 193-194
__________
1425 Familiearchief
French: Philippe, duc de Bourgoigne, comte de Flandres, d'Artois et de Bourgoigne, palatin seigneur de Salins et de Malines, sçavoir faisons à tous présents et à venir nous avoir receu humble supplication de nos bien aymez en Dieu, les religieus, maistre, prieuse, frères et soeurs de l'hospital de Nostre-Dame, situé auprèz nostre salie de Lille, conte­ nant que ils ont droit de prendre et percevoir annuèlement quarante-cinq livres paricis, monnoye de Flandres, de rente héritable amortie audit hospita!, qui se prendent et lèvent sur plusieurs héritages appartenant à nostre aimé et féal escuyer Philippe, seig­neur de Maldeghem, gisans audit Maldeghem et environ, laquelle rente, attendu que elle leur est longtaine et de grand mission à recouvrer, ils échangeroient volontiers pour et contre neuff bonniers de héritaige ou environ, appartenants audit escuyer, gisans auprès de nostre ville de Courtray, en la paroiche de Gheuldeghem, qui leur sont plus prochains, et bien à l'aisement dudit hospital; mais ils n'osoient et ne puvoient, sans sur ce avoir nostre octroy, congé et licence, et si nostre grace ne luy estoit sur ce élargie, sicomme ils dient, de laquelle pour Ie bien et proufit dudit hospita! ils nous ont humble­ ment supplié. Pourquoy nous, ces choses considérées, et après ce que sur icelles nous sommes deuement fait informer, et par ladite information avons trouvé que lesdites neuff bonniers de terre qui sont beaucoup plus prochaine et à l'aise dudit hospital que ladite rente de 45 livres, et qu'ils valent bien ycelle rente, et soit Ie bien et utilité d'icelluy hos­ pita! de faire ledit eschangement, avons auxdits suppliants en faveur et pour Ie bien dudit hospita!, sur ce eu l'advis et délibération de plusieurs de nostre conseil, donné et octroyé, donnons et octroyons, de nostre certaine science et gräce espécial, par ces présentes, octroy, congé et licence d'eschanger lesdites 45 livres de rente héritable, gisants audit lieu de Maldeghem, ausdits neuf bonniers d'héritage appartenants audit Philippe de Maldeghem et gissants en ladite paroisse de Gheuldeghem prez de Courtray, etc. Et afin que ce soit ferme chose et estable à toujours, nous avons fait met­ tre nostre scel à ces présentes, etc. Donné à Bruges au mais de janvier, l'an de gräce mil quatre eens vingt et cinq.

Dutch: Filips, hertog van Bourgoigne, graaf van Vlaanderen, Artois en Bourgoigne, paltsheer van Salins en Mechelen, laat het bekend zijn aan alle aanwezigen en aanstaande dat wij de nederige smeekbede van onze welwillenden in God, de religieuze, maistre hebben ontvangen, prieuse, broeders en zusters van het hospitaal van Nostre-Dame, gelegen nabij onze salie van Lille, betogen dat zij het recht hebben om jaarlijks vijfenveertig pond paricis, munt van Vlaanderen, aan erfpacht te nemen en te innen afgeschreven aan genoemd hospitaal!, die zijn genomen en geheven op verschillende erfgoederen die toebehoren aan onze geliefde en feodale heer Philippe, heer van Maldeghem, gelegen in voornoemd Maldeghem en omgeving, welke lijfrente, gezien het feit dat het lang en van grote missie is om te herstellen, Zij willen graag ruilen voor en tegen negen blokken onroerend goed of daaromtrent, toebehorend aan de genoemde landsheer, gelegen bij onze stad Courtray, in de parochie van Gheuldeghem, die dichter bij hen liggen, en goed bij het gemak van het genoemde ziekenhuis; maar zij konden en zouden dat niet kunnen, zonder onze toelage, verlof en vergunning, en als onze genade niet tot hen werd uitgebreid, zoals zij zeggen, waarvan voor het welzijn en voordeel van de genoemde hospita! ze hebben ons nederig gesmeekt. Waarvoor wij, deze dingen in overweging genomen, en na wat hierover naar behoren is ingelicht, en door voornoemde inlichtingen hebben bevonden dat de voornoemde negenhonderd kilo grond die veel dichter bij en aan het gemak van het voornoemde hospitaal liggen dan de voornoemde huur van 45 pond, en dat zij de voornoemde huur goed waard zijn, en dat het goed en nuttig is voor het voornoemde hospitaal om de voornoemde ruil uit te voeren, hebben aan voornoemde supplianten ten gunste en ten goede van het voornoemde hospitaal! op deze, met de raad en beraadslaging van verscheidene van onze raad, hebben wij, met onze zekere kennis en bijzondere genade, door deze heden, subsidie, verlof en vergunning gegeven om de genoemde 45 pond erfpacht, liggend in de genoemde plaats Maldeghem, te ruilen tegen de genoemde negen acres erfpacht, toebehorend aan de genoemde Philippe de Maldeghem en liggend in de genoemde parochie van Gheuldeghem prez de Courtray, enz. En opdat het voor altijd stevig en stabiel is, hebben wij onze zegel op deze geschenken gezet, enz. Gegeven te Brugge in de maand januari, in het jaar der genade duizend vierhonderd vijfentwintig.

English: Philip, duke of Bourgoigne, count of Flanders, Artois and Bourgoigne, palatine lord of Salins and Malines, let it be known to all present and to come that we have received the humble supplication of our well-wishers in God, the religious, maistre, prieuse, brothers and sisters of the hospital of Nostre-Dame, located near our salie of Lille, contend that they have the right to take and collect annually forty-five pounds pericis, coin of Flanders, of heritable rent amortized to the said hospita!, which are taken and raised on several heritages belonging to our beloved and feal esquire Philippe, lord of Maldeghem, lying in the said Maldeghem and around, which rent, whereas it is long and of great mission to recover, they would willingly exchange for and against nine blocks of hereditament or thereabouts, belonging to the said esquire, lying near our town of Courtray, in the parish of Gheuldeghem, which are closer to them, and well at the ease of the said hospital; but they could not and would not dare, without having our grant, leave and license, and if our grace was not extended to them, as they say, for the good and benefit of the said hospita! they have humbly begged us. For which we, these things considered, and after what on icelles we are duly made inform, and by the aforementioned information have found that the aforementioned neuff bonniers of land which are much more close and at ease of the aforementioned hospital than the aforementioned rent of 45 livres, and that they are worth well ycelle rent, and be Ie the good and utility of icelluy hos pita! to make the aforementioned change, have to the aforementioned suppliants in favour and for Ie good of the aforementioned hospita! on this having had the advice and deliberation of several of our council, given and granted, let us give and grant, of our certain knowledge and special grace, by these presents, grant, leave and license to exchange the said 45 pounds of heritable rent, lying at the said place of Maldeghem, to the said nine boroughs of inheritance belonging to the said Philippe de Maldeghem and lying in the said parish of Gheuldeghem prez de Courtray, etc. And so that it is firm thing and estable forever, we made put our seal to these present, etc. Given in Bruges in the month of January, in the year of grace one thousand four hundred and twenty five.

Martens, Marc, translator. “MALDEGHEM DIE LOYALE.” De Heemkundige Kring Het Ambacht Maldegem, Jaarboek 6, 26 Dec. 2000, p. 285-286
and
De Lalaing, Marie Henriette Octavie Ghislaine van Maldeghem, La Loyale: Memoires Et Archives Publiés Par Mme La De Lalaing née Comtesse De Maldeghem. Ve Wouters, 1849, p. 426-428
___________
1454 Het originele charter was in het bezit van Lindanus. Familiearchief, B 50
Dutch: Wy Jan van Moerseke, bailliu ende wettelic maenre in dese tydt myns heeren Mer Philips, heere van Maldeghem ende van Moerseke, van zynen have ende heerschepe van Moerseke, ende wy mannen van leene van de voorseit have van Moerseke doen te wetene dat voor ons komen es in propre persone edele ende weerde heere, mynheer Mer Joos van Halewin, rudder, heere van Uutkerke ende van Meeseghem, metgaders vrauwe Passchine s'Maerscalcx, zyne wettelike gheselnede, ende hebben hem wettelic ontuut ende onterft van alzulcken heerlicheden, manscepen, cheinsen, veere, thienden, lande, met zinen toobehoorden niet uutghestoken, dat hy houdende was in leene ende in manscepe uute voorseit have van Moerseke, geheeten de heerlichede ende goed van Ursmaers-Basserode, ende daen geeerf Mr Jan Vanden Driessche, docteur in beede den rechten, etc. Dit was gedaen den 21 november in t'jaer 1454.

English: We John of Moerseke, bailiff and legal maenre in this time my lord Mer Philips, lord of Maldeghem and of Moerseke, of his estate and lordship of Moerseke, and we men of fief of the aforesaid manor of Moerseke do know that before us comes in person the noble and honorable lord, my lord Mer Joos van Halewin, rudder, lord of Uutkerke and of Meeseghem, together with Lady Passchine of Maerscalcx, his legal allies, and have legally discharged and disinherited him from all such lordships, mansions, castles, fiefs, thiends, lands, with all their appurtenances, that he held in fief and in manhood from the aforesaid estate of Moerseke, called the lordlichede and estate of Ursmaers-Basserode, and that this was held by Mr Jan Vanden Driessche, docteur in beede den rechten, etc. This was done on November 21 in the year 1454.

Martens, Marc, translator. “MALDEGHEM DIE LOYALE.” De Heemkundige Kring Het Ambacht Maldegem, Jaarboek 6, 26 Dec. 2000, p. 286
and
De Lalaing, Marie Henriette Octavie Ghislaine van Maldeghem, La Loyale: Memoires Et Archives Publiés Par Mme La De Lalaing née Comtesse De Maldeghem. Ve Wouters, 1849, p. 428
___________
1483 Uittreksel uit het Register vande wettelycke passeringhen van den princelicken have van der Burch van Brugghe, beg. December 1478 ende eynd. Hoymaent 1485
Dutch: Saterdachs XXVI in Decembre LXXXIII
Mer Philippus, ruddere, heere van Maldeghem, vervoocht met Victor Willaert, was ont­ erft by octroye van mynen heeren van der camere van den raede, gheordonneert in Vlanderen, van twee leenen gehouden van der burch van Brugghe, daerof een leen­ goedt wesende de heerlichede van Maldeghem, metten drie leenen, winnende, landen, renten, meeisschen, losrenten, velden, visscherien, waranden, mansschepen, t'goet van Reesinghen ende allen anderen hueren rechten ende toobehoorten, van wat conditien zy syn, niet ghesondert noch vuytgesteken. Ende voort t'ander leen es ghenaemt t'goed te Hallincx, groot 48 ghemeten landts, letter meer of min, ligghende by de voorseit heer­ lichede van Maldeghem, metten mansschepen ende andere rechten daeran clevende ende toebehoerende; ende dit all by consente van François Cavalcanti met Joncvrauw Margueriete van Maldeghem, oudste zustere ende naerste baerblyckenste hoyr vanden zelven M'heer Philips, heere van Maldeghem. Ende bleven deselve twee leenen staen­ de in s'heeren handen te Joncker Charles van Halewins behoof, wyen hyse, uut goede affectien ende minnen, ende omme andere zaecken, hem daertoe puerrende gheghe­ ven hadde, vuyt puerer jonsten, verbiedende de kochgebode die men daerof doen zoude. Bailliu Nievenhove, mannen G. van der Muelne, Pieter van der Muelne, Voorde, Lys, Willem Caervoet, Mergaert, Baers.

English: Saturday XXVI in December LXXXI I I
Mer Philippus, rudder, lord of Maldeghem, conjugated with Victor Willaert, was inherited by patent of my lords of the chamber of the court, ordered in Vlanderen, of two fiefs held by the castle of Brugghe, one of which is a fief property being the lordlichede of Maldeghem, with three fiefs, victories, lands, rents, meeisschen, ransoms, fields, fishing boats, waranden, man ships, the estate of Reesinghen and all others their rights and appurtenances, whatever their conditions, neither included nor excluded. And the other fief is called t'goed te Hallincx, big 48 hectares of land, letter more or less, lying with the first lord lichede of Maldeghem, with man ships and other rights clearing and belonging to it; And all this by the consent of François Cavalcanti with Joncvrauw Margueriete van Maldeghem, oldest sister and second-baerblyckenste hoyr of the same M'heer Philips, lord of Maldeghem. And the two loans remained in the hands of the lord in Joncker Charles of Halewin's estate, which he, out of good affections and affections, and for other reasons, had granted to him for this purpose, out of puerer jonsten, prohibiting the buying bids that would be made. Bailliu Nievenhove, men G. van der Muelne, Pieter van der Muelne, Voorde, Lys, Willem Caervoet, Mergaert, Baers.

Martens, Marc, translator. “MALDEGHEM DIE LOYALE.” De Heemkundige Kring Het Ambacht Maldegem, Jaarboek 6, 26 Dec. 2000, p. 287
and
De Lalaing, Marie Henriette Octavie Ghislaine van Maldeghem, La Loyale: Memoires Et Archives Publiés Par Mme La De Lalaing née Comtesse De Maldeghem. Ve Wouters, 1849, p. 429-430