Pieter Peckius(Peck)

Dietsche Warande

https://nl.wikipedia.org/wiki/Petrus_Peckius_de_Oude

PECKIUS (Petrus). De naam van Peck, gelatiniseerd in Peckius, kwam in Zierikzee reeds vroeg voor. In de St. Lievenskerk aldaar vond men een gedenksteen ter herinnering aan (zijn dochter)Maria Pecx, huisvrouw van jhr. Willem de Rovere van 1580 tot 1592, toen hij stierf, Baljuw van Zierikzee. Maria verdronk in Januari 1584» voor Kortgene, bij het overzeilen van het schip waarop zij zich bevond. Mr. M. F. Lantsheer meent dat zij eene dochter geweest is van Pieter Peck (of Petrus Peckius) en Maria(Catherine) Gillis , hoewel zij niet voorkomt in de genealogie bij de Herckenrode, Nobil. II, bladz. 1533.

• Pieter Peck werd te Zierikzee in 1529 geboren
• studeerde, gelijk toen gebruikelijk was, te Leuven, waar hij in 1554 doctor in de rechten werd.
• Zijn groote geleerdheid trok spoedig de aandacht en niemand verwonderde zich toen Petrus Peckius, gelijk hij genoemd werd, in 1562 tot Hoogleeraar werd gekozen, welk ambt hij vele jaren lang loffelijk bekleedde; terwijl een aantal geschriften , door de la Rue opgenoemd, zijn roem bevestigden.
• Van 1586 tot zijn overlijden te Mechelen op den 17 Juli 1589 was hij Raadsheer in den Hoogen Raad.
• Hij werd in de St. -Michielskerk te Leuven begraven, waar zijne wed. Catherina Gillis (ook uit een oud in Zeeland gevestigd geslacht. Vgl. Zelandia Mostrata, dl. II, bladz. 25) met zijne zonen een gedenksteen met grafschrift liet oprichten.
• Zijn portret komt voor in Foppens Bïbliotheca Belgica, en op nog twee andere wijzen in Zelandia illustrata. Onder het eene afbeeldsel staat een Latijnsch gedicht van zijn na te noemen zoon; onder het andere een bijschrift van Adrianus Hopperus. Uit die afbeeldingen blijkt, dat te recht werd getuigd, dat Peckius niet alleen uitmuntte door een grooten geest en een edel hart , maar ook door schoone gestalte en een indrukwekkend gelaat. Zijne Opera omnia, Antv. 1666, fol zijn in de bibliotheek van het Zeeuwsch genootschap.
• Zijn zoon Petrus Peckius, mede een kundig rechtsgeleerde, was ook dichter en schrijver.
• Zoon Petrus werd ridder en heer van Bouchoute enz.
• Eerst was hij lid van den Raad te Mechelen,
• Lid van den Geheimen Baad
• Lid van den Staatsraad
• vervolgens kanselier van Brabant.
• Door den Aartshertog Albertus werd hij met menige diplomatieke zending belast, o. a. bij koning Hendrik den IV van Frankrijk. Zoo werd hem ook in 1621 opgedragen om met de uitgeweken Remonstranten te onderhandelen en aan deze vrijheid van godsdienst te beloven in de plaatsen die door de Spanjaarden zouden worden veroverd. Hij slaagde echter niet en evenmin in eene zending naar den Haag om tegen het einde van het Bestand eene schikking tusschen Noord en Zuid tot stand te brengen. VgU Waqenaar, Vaderlandsche geschie- denis, dl. X. Zie ook over hem en zijn vader: Butkens TropA. du Brabant , dl. II, bladz. 374, als ook Messager des scienees kist. 1862.

Het geslacht Peckius bleef in Zeeland gevestigd. Jacobus Peckius, uit Goes, promoveerde te Leiden in de rechten in 1640. Drie jaren later werd hij poorter te Middelburg, waar hij van 1647 tot 1675 als Schepen en Baad voorkomt; zijn zoon Jacobus was secretaris der stad, en eene dochter werd de tweede vrouw van den bekenden Middelburgschen burge- meester Hendrik Thibaut.

In 1710 promoveerde te Leiden in de rechten Jacobus Henricus Peckius Ylissinga — Zelandus, met eene dissertatie de Crimine laesae Majestatis. Het wapenschild der familie hing in de Koorkerk en was ook aan de Oostkerk te zien. Het is daar echter vermeerderd met een hartschild , waarop in azuur: een klimmende leeuw van goud en van boven in zilver een faas van sabel.