Ridder Dirk van der Lecke, Heer van Oud-Haarlem, Kralingen en Honingen

Is your surname van der Lecke?

Connect to 173 van der Lecke profiles on Geni

Ridder Dirk van der Lecke, Heer van Oud-Haarlem, Kralingen en Honingen's Geni Profile

Share your family tree and photos with the people you know and love

  • Build your family tree online
  • Share photos and videos
  • Smart Matching™ technology
  • Free!

About Ridder Dirk van der Lecke, Heer van Oud-Haarlem, Kralingen en Honingen

Alias Dirck van Polanen, genaamt / genoemd / gezegd Van der Leck(e).

In 1379 was Dirk beleend met Kasteel Oud-Haarlem.

Verkreeg de dorpen Castricum en Heemskerk en de Hofstad Haarlem in 1379 verbannen na de moord op Willem Curser en Aleida van Poelgeest

https://books.google.co.za/books?id=U-8TB-RUvTcC&pg=PA1161&lpg=PA11...

Jan van Polanen trouwde:

(1) in 1340 met Oda van Horne-Altena (1318-1353), zij was een dochter van Willem V van Horne, met wie hij drie kinderen kreeg:

Jan III van Polanen

Beatrijs van Polanen (circa 1344-1394). Zij trouwde met Hendrik VIII van Boutersem. Hij was de zoon van Hendrik VII van Boutersem ridder, als Hendrik VII heer van Boutersem, als Hendrik I heer van Bergen op Zoom en Maria Merxheim vrouwe van Wuustwezel en Brecht (circa 1318-).

Oda van Polanen (circa 1351-14??), huwde met Hendrik III van Montfoort, burggraaf van Montfoort.
-------------------------------------------------------------------------------------

(2) in 1353 Machteld van Rotselaer-Brabant (ca. 1324-1366) een bastaarddochter van Jan III van Brabant met wie hij verkreeg:

Dirk van der Lecke (overleden 1416), huwde met Gilisje van Cralingen. Hij was tijdelijk verbannen vanwege verdenkingen van de moord op Aleid van Poelgeest.

Hendrick van der Lecke (overleden 1427), huwde met Jeanne van Ghistelles. Hij had zitting in de hofraad van Jacoba van Beieren.
----------------------------------------------------------------------------------------

(3) in 1370 met Margaretha van der Lippe, zij was de dochter van Otto van Lippe en Irmgard van der Mark. Met Margaretha verkreeg hij:

Otto van der Leck (overleden voor 20 oktober 1428), trouwde voor 1396 met Sophia van den Bergh (-27 mei 1422) erfdochter van den Bergh en Bylandt, de dochter van Frederik III van den Bergh heer van den Bergh en van den Bylandt en Catharina van Buren.

-------------------------------------------------------------------------------------------

Bronnen, noten en/of referenties; Obreen, geschiedenis van het geslacht Wassenaer, blz 186

REPERTORIUM OP DE LENEN VAN HODENPIJL, 1299-1753

  • KRALINGEN 32. 1½ gaarde 4½ voet land, waarop Jan Doez. Stoute woont, gemeen met heer Dirc van der Lecke, strekkende van de Noirtwoude tot aan de landscheiding.

REPERTORIUM OP DE GRAFELIJKE LENEN TE BLEISWIJK, HILLEGERSBERG, KRALINGEN, OVERSCHIE, ROTTERDAM, SCHIEBROEK, SCHOONDERLOO EN ZEVENHUIZEN, 1200-1648

  • KRALINGEN 30. Het huis (1401: en de hofstede) te Cralinghen, vanouds Honinghe geheten, met walen, grachten, singels, boomgaarden en 3 kampen land (1621: en de visserij in de walen), belend ten zuiden: de vloeddijk, ten noorden: de ’s Gravenweg, ten oosten: de vliet die vanouds is genaamd de Hoegenbrugge watering, ten westen: de Nyewelantse vliet.
  • 13-3-1383: Odzier van Cralinghe na opdracht uit eigen (L.H. 118, cap. N.H., fol. 42v en Oud archief Rotterdam, inv.nr. 1837).
  • 25-4-1388: Oedzier van Cralingen (zegel: een achtpuntige ster) geeft aan zijn dochter jonkvrouw Gillis als medegave bij haar huwelijk met heer Dirck van der Lecke, ridder, de volgende goederen: In leen het ambacht van Isselmonde met vertichtingen, boeten, verfeiten, nakoop, de grote en kleine tienden, een vierde deel van het veer, de visserij in de scuttinge buitendijks plus 150 morgen eigen land aldaar en de visserij, de vogelrij van de ruigten binnendijks en het weiden op de uitgorzen. In het ambacht Cralingen 27½ morgen land, genaamd Marten Pietersz. land, 23 morgen land, genaamd Feysen land, 4 morgen land in Jacob Hasensate, 48 morgen land, genaamd het Oude Hofland, 9½ morgen land in een sate van 24 morgen, genaamd Sint Katarinenland, in haar geheel belast met 40 sc. hollands per jaar. Van dit goed mag niets worden verkocht, voordat er kinderen uit dit huwelijk zijn. Zo lang haar vader leeft, mag zij geen rechten doen gelden op de erfenis van haar moeder en na zijn dood zal zijn weduwe jonkvrouwe Sallaern een lijftocht van 100 oude schilden per jaar uit zijn leengoederen hebben. Heer Dirck zal binnen een half jaar jonkvrouwe Gillis tochten aan de helft van al zijn leengoederen. Borgen voor Oedzier zijn Willem van Cralinghen, ridder, (zegel: een achtpuntige ster) en Dirck van Hodenpijl, knape (zegel: 3 wassenaars 2, 1): Johan, heer van der Lecke en van Breda (zegel: 3 wassenaars 2, 1) en Johan van Heemstede, ridder (zegel: 7 merletten zoomsgewijs, vergezeld van een vrijkwartier) (Rijksarchief Utrecht, m.s. inv.nr. 357, fol. 37).
  • 27-3-1390: Willaem van Beyeren, graaf van Oestervant, zoon van de leenheer moet uitspraak doen tussen Odzier van Cralinghe en het kapittel van den Briel, dat zegt het huis te Hoeninghe met 4 morgen land te beziten, waardoor de in de vorige acte vermelde opdracht ongeldig is (1. h. 50, fol. 319; 6-8-1318: Oetsier van Cralinghen, ridder, verkoopt aan de deken het kapittel van den Briele en waarvoor hij is betaald, zijn woning te Honinghe met de boomgaard en 4 morgen land hierbij gelegen, 3 viertel land, dat vroeger van Clais van Ymmichoven was en 9 viertel land in het oosteinde van Cralinghe, belend ten westen: Scoblant heer Apersz. en ten oosten: Heinric die Visscher. Op 4½ gaarde binnen deze 9 viertel doet Clais van Ymmichoven aanspraken gelden, mochten deze hem worden toegewezen, dan zal hij gelijkwaardig goed ervoor in de plaats stellen. Hij neemt het complex in erfpacht tegen 10 pond hollands per jaar, te betalen op 15 oktober en bij gebreke van dien zal het goed aan het kapittel komen. Hij heeft voor het gerecht te Honinghe het kapittel een vrije gift gegeven en behoudt het recht de erfpacht over te brengen op zijn tienden te Yselmonde met toestemming van de heer, van wie hij deze in leen houdt, Huisarchief van Duivenvoorde, inv.nr. 470).
  • ..-.-1390: Oetgier van Cralingen met ledige hand (L.H. 422, fol. 50).
  • 5-10-1398: Heer Dirck van der Lecke en heer Aernt van Duvenvoerde beloven zich te houden op verbeurte van 1000 oude schilden, aan de uitspraak over de erfenis van Oudsier van Cralingen, te doen door heer Willem van Cralinghen en heer Jan die Witte namens de eerste, en heer Dirc van Hodenpijl en Filips Aerntsz. van Damme namens de tweede, indien deze 4 scheidslieden niet tot een uitspraak komen, dan zal deze worden gedaan door heer Filips van Pollanen en heer Wouter van Matenesse (L.H. 320, fol. 34v).
  • 18-12-1401: Vrouwe Gyelize van Cralingen, gehuwd met heer Dirc van der Lecke, bij dode van haar vader Odzier van Cralingen (L.H. 51, fol. 24).
  • 16-1-1432: Jan van der Leck bij dode van zijn moeder vrouwe Gillis van Cralingen (L.H. 62, fol. 156v).
  • 22-3-1439: Jan van der Leck met ledige hand (L.H. 114, fol. 39v).
  • 4-2-1473: Adriaen van der Leck bij dode van zijn vader Jan van der Leck (L.H. 118, cap. N.H., fol. 28v).
  • 18-10-1483: Jonkvrouwe Gillis van der Leck, gehuwd met Jan van Naeldwijck, bij dode van haar broer Adriaen van der Leck (L.H. 120, cap. N.H., fol. 22v).
  • 18-11-1485: Jonkvrouwe Gillis van der Leck tocht haar man Jan van Naeldwijck en draagt het leen over aan haar dochter Alijt van Kijfhouck, gehuwd met Claes van Assendelft, behoudens het vruchtgebruik (L.H. 120, cap. N.H., fol. 23).
  • 8-12-1531: Heer Gerrit, heer van Assendelft, ridder, eerste raad in de Raad van Hollandt, bij dode van zijn moeder Alijt van Kijfhouck, douairière van Assendelft (L.H. 125, cap. N.H., fol. 31v).
  • 23-11-1559: Jonkheer Nicolaes, heer van Assendelft, bij dode van zijn vader heer Gerrit, heer van Assendelft, ridder, eerste raad en stadhouder van de lenen van Hollandt (L.H. 129, cap. Kennemerland, fol. 2).

Lees hier over Dirck

REPERTORIUM OP DE LENEN VAN DE LEK EN POLANEN GELEGEN IN DELFLAND, SCHIELAND, OP HET EILAND IJSSELMONDE EN IN DE LEK, ca. 1290 – 1650

  • STORMPOLDER 170. De (1473: ambachtsheerlijkheid van) Stormpolre (1569: met het schoutambacht, dijkgraafschap, de derde penning van de boeten, 1452: met de tienden en 2½ morgen land aldaar). Vermeerderd in 1460 met 13½ morgen land in Stroompolre, nl. 9 morgen, belend ten oosten: Jan Henricksz., ten westen: de zeedijk, strekkende van de Yssel tot de Merwede; 3 morgen, belend ten oosten: Meus Vranckenz., ten westen: Jan Gijsbertsz. (1569: Jan Gybenz.), strekkende van de Yssel tot de watering; 1½ morgen, belend ten oosten: Boudewijn Willemsz., ten westen: Meeus Vranckenz., strekkende van de Yssel tot de watering; en met 7 morgen te Crimpen op de Ysel, belend ten oosten: Katrijn Kempairtsdochter (1569: Katrijn Crimpaertsdochter), ten westen: Mairtijn Gijsbrecht Vranckenzoons. (1569: Mathijs Ghijsbrecht Vranckenz.), ten noorden: de Yssel, ten zuiden: de landscheiding.
  • 23-4-1342: Gillys van Cralingen, neef van de leenheer Jan van Polanen, heer van de Lecke, na overdracht door Gillis Stormsz. op 12-3-1342 (2-3-1342: Gillys van Cralingen er zijn vrouw Badeloghe bepalen dat het leen zal versterven op hun zoon Willem van Cralingen, die het in achterleen zal houden van zijn oudere broer Otsier van Cralingen) (6461, fol. 198v en Staten van Holland na 1572, inv.nr. 2636D).
  • 1-7-1343: Gillijs van Cralingen na overdracht van zijn rechten door Willem Gillis Stormszoonsz., leenman van heer Janne van der Wateringhe (Staten van Holland, inv.nr. 2636D).
  • ..-.-13..: Ogier (Oedsier) van Cralingen, vermeld als leenman op 20-6-1376, wiens broer heer Willem van Cralinge het van hem in leen houdt en die met de leenheer Jan van Pollanen, heer van de Lecke en van Breda, het dijkrecht regelt. De ingelanden van de heer van Pollanen, nl. die van Krimpen mogen dijken tot half de Slicksloot en die van heer Willem van daar af tot de Polre toe en heer Willem zal het dij kgraafschap in leen houden van de heer van Pollanen (6461, fol. 198v en Staten van Holland, inv.nr. 2636D).
  • 13-6-1407: Vrouwe Gillis Oedziersdochter van Cralingen, gehuwd met heer Dirc van der Leck (6461, fol. 198v en Riiksarchief Utrecht, m.s. nr. 357, fol. 37).
  • 11-10-1452: Florijs van Cralingen, bij dode van zijn vader Gillis van Cralingen (6461, fol. 198v).
  • 29-12-1460: Florijs van Cralingen, gehuwd met Lijsbeth van Cats breidt het leen uit in ruil voor het leen 125 (6461, fol. 199).