Wilhelmus Josephus Albers

Is your surname Albers?

Connect to 5,000+ Albers profiles on Geni

Wilhelmus Josephus Albers's Geni Profile

Share your family tree and photos with the people you know and love

  • Build your family tree online
  • Share photos and videos
  • Smart Matching™ technology
  • Free!

Related Projects

Wilhelmus Josephus Albers

Birthdate:
Birthplace: Grave, Grave, North Brabant, The Netherlands
Death: 1895 (81-82)
Immediate Family:

Son of Reinier Johannes Albers and Maria Allegonda Gijsbers
Husband of Johanna Maria Victoria van de Middegaal
Father of Francois Reinier Jacob Albers and Alphonsus Hermanus Reinier Albers
Brother of Regina Johanna Maria Albers

Managed by: Private User
Last Updated:

About Wilhelmus Josephus Albers

Voor meer gegevens en documenten zie hier
Albers creameries-Fotos 1871-1917
Fotoboek ter gelegenheid van het gouden huwelijksfeest

Willem was boterhandelaar, richtte in 1841 Albers Creameries op en opent vestigingen in Gemert, Den Bosch, Dordrecht en Belgie
Daarnaast is hij ook als aannemer actief. In 1882 werd de aanbesteding van de gasverlichting in Gave aan hem en de heer Hillen gegund. (Archief Grave)
In 1875 richt hij een (kunst)boterfabriek op nadat zijn zoon Francois in London geleerd had hoe kunstboter industrieel wordt gemaakt en daar vermoedelijk tussen 1866 en 1877 als handelaar actief is. (Familiearchief van de schrijver van dit artikel)
Nadat de Gemeente hem tegenwerkt bij de aankoop van grond (f 75.000,--) aan de Maas, bij de indertijd geprojekteerde haven en hij bovendien concurrentie krijgt doordat een tweede kunstboterfabriek in Grave wordt gebouwd in 1879 (Vis, Corthauts, Janssen) vertrekt hij naar Dordrecht (Wilgenbosch 10 (Handelsadresboek voor Dordrecht en Omstreken 1926). (Archief Grave)

In 1883 bracht W.J. Albers zijn "margarineboterfabriek" over van Grave naar Dordrecht, waar het bedrijf al spoedig werd omgedoopt naar Albers Creameries. Er werd dan ook veel naar Engeland geëxporteerd. Hier werkten meestal zo'n 100 mensen, maar soms wat minder omdat het bedrijf last had van de import van goedkope boter uit Australië en de VS
Het bedrijf in Dordrecht worrdt in 1908 door zijn zoon Francois aan Jurgens verkocht

===============================================================================================================

Wilhelmus Albers was aanvankelijk kaarsenmaker en winkelier, later koopman. Hij woonde in de Maasstraat 6 en schijnt al vanaf 1841 in de oliën en vetten te zijn gegaan. Hij heeft waarschijnlijk de typisch negentiende-eeuwse ondernemingszin geïnitieerd.

In 1853 was hij koning van de Sint-Barbarabroederschap en van 1875 tot 1879 gemeenteraadslid.

In 1850 was hij voogd over Johanna Cornelissen, dochter van Marten Cornelissen.

Een enkele maal werd een beroep op hem gedaan om geld te lenen: op 16 augustus 1881 leende hij 1000 gulden aan de winkelier Johannes van Beek en op 10 maart 1881 leende hij 100 gulden aan de metselaar Matheus van Gemert.

Op de een of andere wijze moet hij goede zaken gedaan hebben, want op latere leeftijd startte hij een boterfabriek in een vennootschap met twee van zijn zonen: op 2 augustus 1879, hij was toen al 66 jaar oud, stichtte hij samen met zijn zonen Frans en Joseph een vennootschap op onder de naam W.I. Albers. Het doel was om kunstboter te maken en te verkopen, evenals aanverwante producten. De vennootschap werd opgericht voor een periode van tien jaar en zetelde in Grave. Het maatschappelijke kapitaal bedroeg

62.000 gulden, waarin ieder van de vennoten voor een derde deel participeerde. De inbreng voor dit kapitaal bestond uit:

  • Van Wilhelmus Josephus Albers: een kunstboterfabriek met huizen en een stal in de Gasthuisstraat, inclusief de machinerieën, kadastraal B 156, 157, 152, 153 en 654, van samen 34 centiaren, voor een getaxeerde waarde van 20.000 gulden.
  • Van de beide zonen ieder een inbreng van 20.000 gulden.
  • Van alle drie samen een huis met een grote, open plaats in de Oliestraat, gekocht op een openbare veiling van 9 april 1879 voor 2000 gulden, kadastraal B 118 en groot 3 aren.

De nummers B 156 en 157 waren gekocht op een veiling van 12 april 1867 voor notaris De Bruin; de percelen B 152 en 153 waren onderhands gekocht op 31 augustus 1876; het perceel B 654 was verworven via een notariële aankoop van 24 juni 1878. Dat betekent dat de vader met zijn zonen de nodige initiatieven genomen heeft om grond en gebouwen aan te kopen om samen de industriecin te gaan.178 Twee jaar na de oprichting, op 15 mei 1880, trad Joseph uit de vennootschap, maar zijn jongere broer Wilhelmus kwam er per 20 oktober 1881 bij.
Het maatschappelijke kapitaal bleek toen te zijn uitgegroeid naar 111 .900 gulden, bestaande uit:

  • Van vader Willem en van zoon Frans: alle hierboven ermelde percelen, plus een huis in de Oliestraat, kadastraal no. B 503, gekocht op 4 september 1879 via een openbare verkoping.
  • Roerende goederen voor een waarde van 28.900 gulden.
  • In geld 14800 gulden.

De kavels II en III waren eveneens bezit van de eerste twee vennoten. De nieuwe vennoot, Willem junior, bracht een bedrag in van 37.300 gulden.179 Joseph werd tevreden gesteld met een derde van het maatschappelijke kapitaal, zijnde een derde van 107.089,92 gulden, dat is 35.696,64 gulden. Daarop vertrok hij naar , s-Hertogenbosch.

Op de een of andere wijze liep het niet zoals de familie Albers het wilde of hoopte: het schijnt dat de gemeente geen verlof wilde geven tot het uitgeven van een groter terrein om de productie uit te breiden, maar een bewijs daarvan is vooralsnog niet te vinden. In ieder geval zien we weer twee jaar later, op 19 april 1883, dat alle gebouwen en fabrieken worden verkocht. Beide zonen Frans en Willem waren toen al verhuisd naar Dordrecht, waar een nieuwe kunstboterindustrie werd gestart. Behalve de boterfabrieken in de Oliestraat en de Gasthuisstraat werden ook het eigen herenhuis in de Maasstraat van Willem senior verkocht, alsmede een winkel op de hoek van de Hoofschestraat en de Begijnestraat. Uit het feit dat van die twee laatste panden geen eigendoms- of overdrachtspapiere konden worden gevonden, kunnen we aannemen dat het oude familiepanden waren.
De boterfabriek in de Oliestraat ging naar Wilhelmus Friesen voor 2450 gulden. Deze verkocht korte tijd later de fabriek aan Johannes Driessen.

Toen Willem Albers wat ouder was geworden en ging verhuizen, werden er enkele roerende goederen verkocht via een veilig. Bij de onbelangrijke spullen was ook een pianostoel; de piano zelf zal wel meeverhuisd zijn naar Dordrecht.

Op 17 maart 1881 en Op 22 juli 1882 lieten Willem en zijn vrouw een testament passeren voor de notaris, waarbij zij elkaar als erfgenaam aanwezen.

Op 2 augustus 1883 verkocht hij zijn grote herenhuis aan de Maasstraat van 1 are en 56 centiare aan Hendrikus Mathildus Janssen voor 2500 gulden. Ook een winkelhuis zonder eigendomspapieren, gelegen op de hoek van de Hoofschestraat

en de Begijnestraat, kadastraal B 214 en 215, werd verkocht en wel voor 1000 gulden. Het feit dat er geen eigendomsof overdrachtspapieren te vinden waren zal wel betekenen dat het huis allang in de familie was. Waarom verkocht hij dit familiehuis?

Nog op 70-jarige leeftijd verhuisde hij op 27 maart 1883 met zijn vrouw naar Dordrecht, waar hij bij zijn zoon Wilhelmus zal hebben gewoond aan de Prinsenstraat 4. Het moet voor deze man, die zijn hele leven in Grave had gewoond, er zijn geluk had beproefd en er vele functies had bekleed, niet gemakkelijk zijn geweest op die leeftijd uit Grave weg te trekken. Nog twaalf jaar woonde het echtpaar in Dordrecht, waar Willem overleed op 20 april 1895. Zijn vrouw ging toen weer terug naar Grave, waar zij overleed op 24 augustus 1899. In haar memorie van successie is een nagelaten vermogen van 66.721 gulden opgevoerd, voor die tijd een aanzienlijk kapitaal. Haar man moet zeer ondernemend zijn geweest en haar zo goed achtergelaten te hebben, want van huis uit begon Wilhelmus vrij bescheiden en al jong als zelfstandig ondernemer

===============================================================================================

Graafsche courant. 4 mei 1895.
G R A V E
4 mei - Grave, In memoriam.

Een bekende persoonlijkheid, een man met geestkracht en werkijver bijna zeldzaam groot, een man van wien als van Thorbecke gezegd kan worden:

Geen reeks van geslachten plaveiden zijn pad,'t Was zich zelf verworven al wat hij bezat! is in de afgeloopen week aan het graf toevertrouwd. Zijn heengaan is geen "vergeten - worden". Eene gansche industrie in het leven geroepen hebben, een hele kolonie menschen een menschwaardig bestaan, ja zelfs rijkdom verschaft en verzekerd te hebben, dat zijn de daden die met onuitwischbare letters in de historiebladen der geslachten schrijven. Zo iemand was de overleden heer W.J.Albers. En dat hij Gravenaar was met hart en ziel, dat hij, niet tegenstaande voor hem onaangename invloeden zijn laatste levensdagen in een vreemde stad moest doorbrengen, Grave in het hart droeg, dat zal wel niet van de daken gepredikt worden, maar het is waar, en menige binnenkamer zal er van getuigen, dat hij Gravenaar bleef in den vreemde en zijn helpende hand ook nog vanuit Dordrecht menig behoeftige, menig hulpbehoevende de hand reikte. Daar ginds bleef hij zijn liefste keus volgen : goed te doen, te werken, te ijveren, zonder zich een auréool te wenschen. Nooit aanvaarde hij daar een eereambt of nam hij een standplaats in, die hem in de rijen der eersten zou geplaatst hebben. Hij bleef daar, wat hij hier was: een ijverig Katholiek, wiens plaats in de kerk nooit onbezet was, een vriend der armen, die in stilte weldeed. Daar en hier treuren velen om zijn heengaan en bidden velen.

" Dat hij ruste in vrede".

view all

Wilhelmus Josephus Albers's Timeline

1813
1813
Grave, Grave, North Brabant, The Netherlands
1842
March 9, 1842
Grave, Noord-Brabant, Nederland (Netherlands)
1843
November 8, 1843
Grave, Noord-Brabant, Netherlands
1895
1895
Age 82