Zeger Jan Godfried van Hedel

Zeger Jans van Hedel is rond 1460 geboren en was in 1524 schepen van Den Bosch. Hij verdiende de kost als zoutkoper en sinds 1515 was hij bovendien waard van de stadsherberg de Gaffel, die in dat jaar op last van het stadsbestuur was ingericht tot theerhuys voor de vergaderende schepenen, hun gasten en gedeputeerden van andere bestuurscolleges. Hij stierf te 's-Hertogenbosch op 7 oktober 1529. De schuld die de stad na zijn overlijden nog aan hem had wegens reparatie- en verbouwingskosten, werd in 1530 omgezet in een lijfrente voor zijn weduwe. Voor 1515 en na zijn overlijden zullen Zeger respektievefijk zijn nakomelingen hebben gewoond in zijn huis die Roess, een huis met daarachter zes kamers in de Visstraat. Hij was gehuwd met Aelken mr Willems van den Bosch, dochter van mr. Willem van den Bosch, schepen van Den Bosch, en van Elsbena Jans Bolcx. Van haar ouders erfde zij twee huizen in de Hinthamerstraat. In 1524 kocht Zeger voor zijn en Aelkens dochters Yken, Magdalena en Marta lijfrenten op de stad Leiden, samen met zijn schoonzus Eva mr. Willems van den Bosch. Aelken stichtte in 1545 samen met haar dochter Martha en vijf andere vrouwen met een kapitaal van ƒ 100:0:0 een eeuwige godslamp in het Sakramentskoor van de Sint-Janskerk.

Bron: L.F.W. Adriaenssen, De erfgenamen van heer Ghijsel Back, § 21. Van Bree, Van Hedel en De Heusch. In: De Brabantsche Leeuw, jaargang 43 (1994)