Start My Family Tree Welcome to Geni, home of the world's largest family tree.
Join Geni to explore your genealogy and family history in the World's Largest Family Tree.

Tornooi van Brugge (1393)

Project Tags

view all

Profiles

Le Tournoi de Bruges

The Tournement of Bruges

Eén van de voornaamste middeleeuwse steekspelen had plaats op de Grote Markt te Brugge, op 11 maart 1393. Twee kampen van elk een vijftigtal deelnemers namen het tegen elkaar op onder leiding van Jan van Gruuthuse en Jan van Gistel.

One of the most important medieval joustings took place on the marketplace of Bruges, on March 11, 1393. It opposed two camps of about fifty participants each, under the leadership of Jan van Gruuthuse and Jan van Gistel.

_____________________________________________________________________________________

Kamp van Jan van Gruuthuse

  • Jan II van der Aa, heer van Gruthuyse, echtgenoot van Isabel de Looz d'Agimont. Leider van het eerste kamp.
  • Hendrik van Boutershem, van Bergen-op-Zoom in Brabant, zoon van Hendrik en Beatrice van Wassenaere. Eerste huwelijk met Joanna vander Aa, genoemd van Gruthuyse, vrouw van Grimbergen. Tweede huwelijk in 1408 met Johanna De Witthem. Hij was in 1411 raadsheer van de hertog van Brabant en is overleden in 1418.
  • Willem van Herzele werd vermeld tussen 1377 en 1412.
  • Raes De Warfusée, ridder, heer van Waroux, van Luik, in 1369 getrouwd met Margareta de Harduemont. Hij zegelde in 1383. Overleden in 1403 zonder rechtstreekse erfgenamen. (!!! Deze beschrijving heeft betrekking op de vader. Onze Rasse de Warfusée is dus zoon van Rasse en Marguerite de Haduemont !!!)
  • Wouter van Ranst, van een belangrijke familie uit de streek uit Mechelen-Antwerpen.
  • Hendrijk van Berghen (Bautershem), mogelijk een bastaard, broer van 2.
  • Robrecht van Leeuwerghem, van Gent, zoon van Giselbrecht (I) en jongere broer van Giselbrecht (II), heer van Leeuwerghem. Eerst gehuwd met Margareta van Ingelmunster en vervolgens met Maria van Halewyn. Hij was ridder, heer van Ghiseghem en baljuw van Aalst en Gerardsbergen van 1405 tot 1407 en daarna van Kortrijk tot 1413. Leenhouder van het leenhof van Aalst in 1406.
  • Ridder Jan van Rockeghem, van Oudenaarde. Hij was een zoon van Pieter, heer van Kerkem, overleden rond 1380.
  • Jan van Branteghem, grafelijk ontvanger van Aalst van 1390 tot 1404, baljuw van Ninove 1390-1405. Jan trouwde een dochter van Goesin Cabeliau. In 1411 vertrok hij, samen met Jan van Clessenaere en Jan vande Kerckhove, naar Douai als kapitein van de stedelijke militie.
  • Wouter van Weldene, van Oudenaarde, waarschijnlijk een bastaardtak vander Aa, genaamd Oultre, kasteelheren van Ieper. Hij werd in 1382 door het Rekenhof vergoed voor gedane kosten.
  • Den bastaard van Parys, waarschijnlijk een bastaard van Jan van Parys, in 1359 voor de veldslag van Nogent-sur-Seine, tot ridder geslagen. In 1377 staat hij vermeld in gezelschap van de ridder Gerard van Gistel, die stierf in 1394. Volgens zijn testament erfden Gerard van Gistel, zijn vrouw en hun zoon Jan zijn goederen.
  • Jan vander Haghen, van Sluis. Een Jan vander Haghe was in 1440 baljuw van Aardenburg.
  • Jan III vander Aa, echtgenoot van Agnes de Mortagne, dame van Espierre en zoon van Jan II, heer van Gruthuyse.
  • Felix van Steenhuyse en Avelgem bij Oudenaarde, baljuw van Vlaanderen, vader van Marguerite, de latere vrouw van Jan IV van der Aa, heer van Gruthuyse. Felix was de zoon van Oste, heer van Steenhuize en van Elisabeth van Welle. Hij huwde Margareta van Stavele In 1385 volgde hij zijn vader op als heer van Steenhuize en Avelgem. Tussen 1405 en 1424 was hij grootbaljuw van Vlaanderen. In 1411 en 1417 steunde hij hertog Jan zonder Vrees, als kapitein van een Brugse heir, in diens burgeroorlog tegen de Armagnacs. Hij kocht in 1423, samen met zijn zoon Jan, het poorterschap te Brugge.
  • Geldolf van Gruthuyse, baljuw van Aalst 1385, broer van Jan III van Gruthuyse.
  • Arnold van Zweveghem nam in 1391 deel aan de begrafenisplechtigheid van Gerard De Mortagne. Hij staat vermeld in de monsteringlijst van 1410 van Jan, heer van Gistel.
  • Hector vander Gracht/De Fosse, een bastaard van Olivier I vander Gracht, broer van Boudewijn en Willem, ridders van de kasselrij Kortrijk vermeld in 1437. Hector werd door Filips de Stoute gelegaliseerd. (!!! Beschrijving klopt niet: deze beschrijving past bij en Hector die in 1393 geboren werd, dus in het jaar van het tornooi. Er moet dus gezocht worden naar een oudere Hector !!!)
  • Jan Gheerolf, schepen van Sluis in 1406 en landbaljuw van Sluis tussen 1416 en 1422. Hij werd in 1374 gevangen genomen in Basweiler. Hij werd nooit als edelman vermeld.
  • Robrecht Le Rouc, zoon van Dominic Le Rouc, schildknaap, en Catharina De Morialmé (Bailleul), van Namen. In 1395/6 werd hij als opperwachtmeester van Vlaanderen vervangen door Lodewijk De Maerschalk. In 1396 nam hij deel aan de veldslag bij Stavoren, waar de graaf van Henegouwen en Holland ten strijde trok tegen de Friezen. In 1396 deed zijn moeder leenhulde voor de heerlijkheid van Morialmé. Zij schonk de heerlijkheid aan haar zoon.
  • Raas De Renty, van Artesië, diende in Nicopolis in 1396. De Vlaamse ridders leden op 25 of 28.09.1396 in de veldslag bij Nicopolis tegen de Ottomaanse sultan Bajazit een zware nederlaag.
  • Guido/Gewijde De Chaumont, van Caumont, waarschijnlijk een jongere broer van Caumont-en Hesdin in Ponthieu. Hij was klerk van de graaf van Artesië.
  • Jan van Gistel, heer van Dudzele, zoon van Roger van Gistel en Margareta, erfgename van Dudzele, van het Brugse Vrije. Hij huwde met Jacqueline de Craon. Hij overleed in de veldslag van Bovines in 1430.
  • Lodewijk van Moerkerke (Praet), ridder, raadsheer en kamerling van de hertog, graaf van Vlaanderen. Hij staat verschillende malen vermeld als schepen van het Brugse Vrije van 1399 tot 1406, en burgemeester van de schepenen in 1400 en 1407, baljuw van Ieper (1407-1412 en Kortrijk (1412-1413). Lodewijk in overleden in 1423. Hij was getrouwd met Barbara, dochter van Boudewijn Maerschalk. Zij is overleden in 1425. Beiden werden begraven in de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Damme.
  • Jan van Bochoute, van Brugge. Vermeld in 1384/5 in de rekeningen van de stad Brugge. Hij vergezelde de graaf van Nevers, Jan zonder Vrees, in 1396 tot in Bulgarije.
  • Iwan vander Straten, zoon van Jan, heer van Jabbeke en van Margareta van Dudzele Hij trouwde met Catharina van Zedelgem. In 1380 werd hij opgenomen als lid van de schepenbank van het Brugse Vrije en zetelde er tot 1418. Hij was meerdere keren burgemeester van het Noordkwartier van het Vrije. In 1383 werd hij hoofd van het huis vander Straten, na het overlijden van zijn vader, heer van Steenkerke. In 1407 verzamelden de graaf van Namen en de Vlaamse ridders zich in het kasteel van Iwan te Jabbeke om Jan zonder Vrees te ontvangen bij zijn aankomst in Brugge. Iwan overleed in 1419 zonder nageslacht. Een Jan vander Straten van het Brugse Vrije was in de Teutonische Orde tot in 1386.
  • Lievin van Steelant, schildknaap, was verscheidene malen schepen van het Brugse Vrije tussen 1390 en 1402. In 1410 werd hij opgeroepen voor de veldtocht van hertog Jan zonder Vrees in Frankrijk.
  • Lodewijk vanden Berghe, schepen in Brugge in 1400. Hij werd in 1404 naar Brussel gestuurd. Het hoofd van de familie, Josse was lord in Watervliet-in-Handzame.
  • Hendrick Craenhals, ridder, zoon van Hendrik en van Maria De Leeuw, genoemd vander Trappen. Hij huwde eerst Elisabeth vander Roosen en vervolgens met Margareta Schotelvoet. Hij was schepen van Brussel in 1394, 1399 en 1404. Hij bezat in 1394 het hof Ter Trappen. Hij behoorde tot het geslacht van 'tSerhuygs.
  • Wouter van Winghene, van het Brugse Vrije, tweede zoon van Hendrik VII, heer van. Boutershem en Bergen-op-Zoom. Wauter, voorheen gevangen te Basweiler, zegelde in 1374. Hij staat vermeld in de rekeningen van de Raad van Vlaanderen in 1423-1425. In 1422 werd hij door de Raad van Vlaanderen geconvoceerd om de hertog te vergezellen voor het beleg van Guyse. In 1424 werd hij vermeld als, ridder, heer van Staden. In 1425 werd hij opnieuw opgeroepen om de hertog Filips de Goede te vergezellen tegen de hertog van Gloucester in Holland.
  • Filips vander Couderborch, ridder van het Land van Waas. Zoon van Philips I en van Kateline vander Lyst. Echtgenoot van Clara Vilain, vrouw van Paddeschoot. In 1399 ingeschreven als poorter van Brugge en eignaar van het leen Couderborch.. Hij was Amman van Brussel in 1411. In 1414 werd hij benoemd tot schout van Antwerpen, met de titel 'markgraaf van het land van Rijen', functie die hij waarnam tot in 1419.
  • Renier van Herzele, van Brussel, zoon van 3. Hij staat vermeld als weduwnaar van 1422 tot 1428 en had nageslacht.
  • De bastaard Uterszwaene, waarschijnlijk Hector Uterszwaene, een natuurlijke zoon van Jan van Halle dit Mirabello dit Uterszwaene, ridder en burger van Gent in 1397. Echtgenoot van Margareta van Harelbeke. Hector was ridder. Hij was tweemaal gehuwd, de eerste keer met Liesbeth Puntinck, overleden in 1415. Hector stierf in 1444. Beiden werden begraven in de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Dendermonde.
  • Jean dit Galois de Masmines (Rassegem), van Aalst, een bastaard. Een zoon van Jan en van Catherine Sneckers werd door Filips de Stoute gelegaliseerd.
  • Gallois Uterszwaene, mogelijk een halfbroer van Hector Uterszwaene. Hij diende in Nicopolis in 1396.
  • Filip I van Aertrycke, zoon van Simon, heer van Tillegem en Isabella van Maldeghem.
  • Lodewijk van Aertrycke, ook een zoon van Simon en Isabella.
  • Everard Rynvisch hield in 1387 een leen gelegen binnen de stad Gent van de heer van Nevele. Hij was in 1391 één van de zes hoofdmannen te Brugge. In 1393 en 1407 was hij schepen van Brugge. In 1408 naam hij deel aan het steekspel gehouden te Rijsel. In 1418 ontving hij een rente op de spijker van Brugge. Overleden in 1423. Hij ligt samen met zijn echtgenote Jacqueline Bondt begraven in de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Brugge.
  • Balthazar van Langheraet, mogelijk een zoon van Willem. Hij staat op een belangrijke lijst van Brugse notabelen die op 04.03.1392 naar Ieper werden gezonden om met de hertog te onderhandelen.
  • Jacob Breydel, zoon van Jan en Clara de Pinckere, eerst getrouwd met Elisabeth van Aertrijke, nadien met Elisabeth van de Walle. Hij was verschillende malen schepen van Brugge tussen 1385 en 1413 en raadsheer tussen 1403 en 1416. Hij zegelde in 1386 als schepen van Brugge. In 1398 was hij Forestier van het steekspel van de Witte Beer.
  • Joris/Georges Hoste, van Brugge. Staat als Joris Osten vermeld in de Brugse stadsrekeningen van 1400-1401. Hij nam deel aan het steekspel gehouden te Rijsel in 1408. Hij was lid van de Sint-Jorisgilde in 1408.
  • Peter Metteneye, van Brugge. Verschillende van zijn familieleden waren getrouwd met van Aertrycke's. In 1398/9 nam hij deel aan het steekspel te Rijsel. Hij was raadsheer van de hertog. Gehuwd met Barbara vanden Zyckele. Hij is overleden in 1427. Beiden werden begraven in de Augustijnenkerk te Brugge. Een Peter Metteneye was schout van de stad Brugge.
  • Jacob Broodloos, mogelijke zoon van Pieter Broodloos, vermeld in 1358. Hij was verscheidene malen schepen van Brugge tussen 1408 en 1412. Hij was burgemeester van de schepenen tussen 1413 en 1439. Met 24 anderen Bruggelingen nam hij deel aan het steekspel gehouden te Rijsel in 1408.
  • Lodewijk Metteneye, burger van Brugge, deelnemer aan de kruistocht in Nicopolis in 1396.
  • Richard Bonin, natuurlijke zoon van Jan Bonin, heer van Meulebeke, schildknaap, echtgenoot van Clara Beughet.
  • Jan van Themseke, schepen van Brugge in 1383, diende in Nicopolis in 1396. Hij nam deel aan het steekspel te Rijsel in 1408. In 1414 ontving hij een rente op de ontvangsten van de brieven van Assenede. Hij was een zoon van Jan en van Katrien van Hoorne. Eerste huwelijk met Agnes van Oostburg. Tweede huwelijk met Katrien van Dudzele. Derde huwelijk met Marie van Melanen.
  • Jacob De Quarouble had land in Valenciennes in Henegouwen, maar diende ook in Vlaanderen. In 1400 gaf hij een leen te Saultain in erfenis.
  • Willem De Quarouble was algemeen procureur van de graaf in 1350.
  • Jean De Quarouble, mogelijk een zoon van 47.
  • Jacob Hacart, van Doornik. Hij was lid van het Minnehof, genoemd Karel VI.
  • Jan Carlier, van Brugge. Een Jan Carlier staat vermeld in de rekeningen van de stad Brugge tussen 1357 en 1402.

Kamp van Jan van Gistel

  • Ridder Jan VI de Gistel, machtige heer van Gistel en Harnes, kapitein-generaal van Vlaanderen in 1393. Hij was een van de hoogste - zo niet de hoogste - Vlaamse edelen. Zoon van Jan V en van Isabella van Rode, vrouw van Ingelmunster. Hij huwde eerst met Margareta van Reyghersvliet en vervolgens met Johanna van Châtillon van Sint Lambert. Hij nam in 1408 deel aan de expeditie ondernomen door Jan zonder Vrees tegen de Luikenaars en aan de veldslag van Othée. Hij overleed tijdens de veldslag van Azincourt in 1415. Leider van het tweede kamp.
  • Willem van Halewyn/Halluin, van Kortrijk, ridder, heer van Uitkerke en Buggenhout, zegelde in 1405. In 1383 was hij schout van Brugge. In 1396 was hij ridder en inwoner van Brugge,In 1400 was hij leenhouder van het leenhof van Ieper. Hij was een zoon van Roland Halewyn en Marguerite van Gruthuyse. De adellijke familie De Halluin bestond in Vlaanderen vanaf 1109. Zijn broer Oivier werd vermeld als ridder, gouverneur, leenhouder van de Burg te Brugge, baljuw van Aalst (1388-1389), ruwaard en baljuw van Dendermonde. Hij was ookj ontvanger van de goederen van Herzele in het graafschap Vlaanderen, dat toebehoorde aan de hertog van Bourgondië. Samen met zijn broers Olivier en Percheval (schildknaap) nam hij deel aan de begrafenisplechtigheid van Gerard De Mortagne. In 1388 was hij baljuw van Brugge en van 1399 tot 1403 van Aalst. vanaf 1411 was hij raadsheer van de Raad van Vlaanderen. Hij was aangesteld als testamentuitvoerder van Jan VI, heer van Gistel. Overleden in 1419.
  • Percheval van Halewyn, van Kortrijk, heer van Hanaples en Rolleghem, broer van 52 en neef van 54. Zoon van Roland, heer van Halluin en van Marguerite van Gruthuyse. Hij stierf kinderloos.
  • Olivier van Halewyn, van Kortrijk, heer van Hemsrode en Laken. Hij was de broer van Roland, heer van Halewyn, en de oom van Percheval. Hij huwde eerst met Kateline van Rolleghem en vervolgen met Marguerite vander Clyte. Hij was baljuw van Dendermonde van 1382 tot 1387 en vervolgens van Aalst en Geraardsbergen van 1387 tot 1391. Hij vergezelde Jan zonder Vrees in 1396 tot in Bulgarije.
  • Willem van Nevele (Mortagne), van Ieper, zoon van Willem, genoemd Ghauwain/Gauwers, heer van Oosthove, Uutberge en Wervik en van Wilhelmina van Halewyn, genoemd de Deurwaerder, vrouwe van Lichtervelde, overleden op 14.06.1397. De zoon Willem van Nevele was gehuwd met Maria van Gistel, overleden in1394. Willem was in 1391 aanwezig bij de begrafenisplechtigheid van Gerard de Mortagne, overleden ined in 1389/9. Het leiderschap van Nevele bij Gent ging door huwelijken over van afstammelingen van burggraven van Kortrijk naar de Mortagnes en verder naar Fosseux, gehouden door Jean, heer van Pousselle, Nevele en Hubermont. In de lijst van de Vlaamse edellieden en patriciërs van 1362/3 werd onder Veurneambacht vader Messire Guillaume de Nevele vermeld.
  • Jan Blanckaert, van Brugge, ridder van Brugge en het Brugse Vrije, leenhouder van de Burg van Brugge, baljuw van Biervliet (1396-1404), kamerheer van Jan Zonder Vrees, hertog van Bourgondië in 1405/6. Admiraal van der zee in 1404. Hij was kapitein van de vloot en kapitein van Sluis vaan 1407 tot 1422. Kastelein van het kasteel van Rupelmonde. Hij werd in de rekeningen van de Raad van Vlaanderen vermeld in 1423-1425, heer van Voorde in1442.
  • Jan van Lembeke, ridder, zoon van Rogier en van Isabella vander Moere. De adellijke familie van Lembeke was bekend sinds 1234. Een van Lembeke nam als schildknaap deel aan de Guldensporenslag bij Kortrijk. Jan was schepen van het Brugse Vrije in 1391 en 1395 en burgemeester van de schepenen in 1393. Hij sneuvelde in de slag van Nicopolis 1396. Hij had een zuster Isabella, die in 1384 vermeld staat als weduwe van Lubrecht Scotelaere.
  • Daniël van Halewyn, van Kortrijk, ridder, heer van Drongen en Hansbeke, vermeld in 194, neef van Willem (52) en broer van Jan, heer van Rozebeke .
  • Wulfard van Gistel, van het Brugse Vrije, waarschijnlijk een kleinzoon van Wulfard, heer van Waudempreau, en zoon van Jean, heer van Gistel en Margaretha van Luxemburg.
  • Otto du Chastel, genoemd Bleu-Chastel, ridder, van Doornik. Hij was een zoon van Mathieu en Maria Halewyn. Hij trouwde met Jeanne de Pacy.
  • Jan van Reyghersvliet diende in Necopolis in 1396. De heerlijkheid van Reighersvliet gelegen ten Noorden van Brugge in Westkapelle, was in handen van Jan VII van Gistel (51) en ging over op zijn zoon Jan, die stierf in 1412.
  • Jan van Halewyn, genaamd Schoonjans, schildknaap van Brugge enhet Brugse Vrije, mogelijk een jongere zoon van Wauthier II en zijn tweede vrouw, Adrienne Cabillau, en broer van Daniel (58). De adellijke famile van Halewyn bestond uit vele tientallen leden.
  • Jan van Varsenaere, heer van Varsenaere, zoon van Iwan/Twain, heer van Varsenaere en van Margareta Bonin, van het Brugse Vrije. Hij huwde Catherina Barbesaen. Hij was een neef van Lievin van Steelant (26). Hij was raadsheer van de hertog van Bourgondië. Hij werd in 1396, samen met Jan zonder Vrees, in Bulgarije door de Turken gevangen genomen en nog hetzelfde jaar vrijgelaten. Jan staat vermeld in de monsteringlijst van 1410 van Jan, heer van Gistel en in de adellijst van het graafschap Vlaanderen van 1425. Tussen 1415 en 1435 was hij verschillende malen burgemeester van de schepenen van het Brugse Vrije. In 1421 verklaarde hij dat hij van de Burg van Brugge twee lenen hield te Meetkerke.
  • Tristan van Messem, zoon van Willem en Marie vander Beurse. Hij was een van de zeldzame overlevenden van Nicopolis in 1396, gevangen genomen, maar vrij spoedig bevrijd. Zijn schoonbroer, Nicolaas Utenhove kwam pas na zeven jaren vrij. Tristan trouwde met Margareta van Vlaanderen, overleden in 1411, een kleindochter van Guy, voormalig bastaard van Vlaanderen, ridders. Margareta ontving in 1398 een rente op de brieven van Assenede.
  • Victor De la Douve, genoemd van Rabeke, ridder, ontving in 1409 en 1410 een rente van de hertog van Bourgondië. Hij staat vermeld in 1420. Hij was raadsheer van de hertog en baljuw van Veurne. Hij is overleden in 1421 en werd begraven in de Sint-Deniskerk te Veurne.
  • Jan vander Beerst, van het Brugse Vrije. Een Jan vander Beerst was in 1367 schepen van het Brugge Vrije, in 1368 schepen van Brugge. van 1405 tot in 1429 was Jan vander Beert schepen van het Brugse Vrije.
  • Boudewijn van Maerschalk. De naam kwam van de dienst als maarschalk van de heer van Brugge. Hij nam deel aan het steekspel gehouden te Rijsel in 1408. In dat jaar was hij ook voogd van het Sint-Juliaangasthuis. Hij staat in 1411 aangegeven als maarschalk van de heer van Brugge. Schepen van Brugge in 1416 en 1427
  • Otto/Hoste Flocques, van een familie van Doornik. Met gelijke wapens zouden ze verwant zijn met de familie van Bruelis uit Zeeland.
  • Pauwel De Bassecourt. Volgens Rietstap is deze familie afkomstig uit Artesië.
  • Joris/Georges van Braderick, ridder, bewoner van Brugge, zegelde in 1384. Schepen van Brugge tussen 1396 en 1404 Joris en zijn broer Jacob staan vermeld in 1423-5 in de rekeningen van de Raad van Vlaanderen. In 1438 nam hij met 23 andere Bruggelingen deel aan de Spinet van Rijsel.
  • Jacob van Aertrycke, zoon van Bernard en gehuwd met Maria van de Walle.
  • Joris van Rijsele was in 1380 en 1382 deken van de Sint-Jorisgilde, raadsheer van de stad Brugge in 1386 en verschillende keren schepen van Brugge tussen 1394 en 1399. In de stadsrekeningen werd hij vermeld in de jaren 1389-1390.
  • Jan van der Beurze, burgemeester van Brugge. Hij was een zoon van Nicolaas van der Beurze en Margareta Reubs. Hij trouwde met Gertrude Bave. Hij is overleden in 1434/5. Hij ligt begraven in de Sint-Jacobskerk te Brugge. Hij was verschillende malen schepen van Brugge tussen 1384 en 1404, en burgemeester van de schepenen in 1385
  • Jacob Vlamincx, in 1384 vazal van de graaf van Vlaanderen.
  • Peter vander Stove, mogelijke zoon van Pieter vande Stove ten Hoye in Brugge, die vermeld staat in de preliminaire lijst, opgemaakt voor het vredesakkoord tussen de graaf en de stad Brugge.
  • Godschalck Peckelmoes staat vermeld in 1369 in de rekeningen van de stad Brugge.
  • Zegher vander Walle was verschillende malen raadsheer van Brugge tussen 1393 en 1405, was schepen in 1395/6 en schatbewaarder van 1396 tot 1400. In 1414 werd hij als magistraat van de stad Brugge verbannen uit Vlaanderen door Jan zonder Vrees en werd Katheline, weduwe van Zegher vande Walle, onterfd van een leen gelegen te Dudzele en verkocht zij een leen te Zuienkerke-Ambacht.
  • Gilles Braderick, ridder, schepen van Brugge van 1390 tot 1406, verschillende malen burgemeester van Brugge, mogelijk een jongere broer van (70). Hij werd in 1407 eveneens door Jan zonder Vrees als magistraat van de stad Brugge verbannen uit Vlaanderen.
  • Jan vander Bruggen (de Ponte), van Leuven. De familie was dikwijls schepen van Brussel, Aerschot en Leuven.
  • Joris van Maetsenare. Zijn vader was schepen van Brugge in 1366. Zijn erfgenamen bezaten landerijen in Aardenburg.
  • Robrecht van Rysele, van Brugge, verwante van (72). In 1404/5 ontving hij geschriften aangaande de schade die lieden uit Castilië op zee aangebracht hadden aan Duitse Hanza kooplieden. Hij vertaalde die in het Nederlands en overhandigde die aan de burgemeester van de stad Brugge.
  • Jacob van Melanen, van Brugge. Hij haalde in 1419 de eerste prijs in het steekspel van de Spinet te Rijsel. Jacob en zijn vrouw Trude droegen in 1398 een hofstede an de westzijde van de Sint-Gillis-Nieuwstraat te Brugge over aan de stad. In 1409 deed de weduwe van Jacob gifte van renten aan de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Brugge.
  • Lubrecht De Scotelaere staat in de Brugse stadsrekeningen vermeld in 1391 en 1404. Mogelijk was hij in 1381 forestier van het steekspel van de Witte Beer.
  • Lievin De Scotelare zegelde in 1389 en in 1404 als schepen van Brugge. In 1411-1413 werd hij als burgemeester van Brugge aangegeven.
  • Everard Goedericx, echtgenoot van Margareta Belle, van Brugge. Schepen van Brugge in 1368/9.
  • Philips De Bul, woonachtig te Brugge. In 1402 haalde hij de eerste prijs in het steekspel van de Spinet te Rijsel. Hij werd in 1406-1407 vermeld in de rekeningen van de stad Brugge. Hij nam deel aan het steekspel gehouden te Rijsel in 1408. In 1410 werd hij vermeld in de monsteringlijst van Jan, heer van Gistel.
  • Gillis van Rysele, zonder verdere gegevens onder deze naam. Verwante van (72) en (81)?
  • Jacob Deerlijk, van Gent, heerlijkheid Oudenburg.
  • Michel van Assenede, eerste echtgenoot van Isabella van Aertrijke, woonachtig te Brugge.
  • Michel van Deerlyke, waarschijnlijk een broer van (88), staat vermeld in de Brugse stadsrekeningen van 1406-1407. Hij nam deel aan het steekspel te Rijsel in 1408 en aan verschillende steekspelen van de Witte Beer te Brugge, tussen 1418 en 1422.
  • Frans De Slingere werd, samen met zijn echtgenote Anne, vermeld als burger van de stad Ieper. Hij had landerijen in Boesingen, die hij erfde van zijn vader. In 1396 was hij ontvanger voor de stad. In 1396 en 1414/5 was hij voogd van het Heilige Geesthospitaal.
  • Jan Belle, zoon van Frans, heer van Boezinge, leenhouder in de streek van Ieper,en van Maria van Moorslede. Jan trouwde met Maria Medonc, vrouw van Beaureward. In 1397 werd Jan heer van Boezinge. Overleden in 1430, begraven in het Bellehospitaal.
  • Claes/Nicolas/Klaas Belle, van Ieper, heer van Longhien, zoon van Nicolaas en van Catherine Bonin. Hij was de derde echtgenoot van Beatrice/Margareta van Aertrycke, en neef van Jan Belle (92).
  • Cornelis vanden Eechoute, schepen van Ieper, getrouwd met Catharina, natuurlijke dochter van Lodewijk van Crécy, graaf van Vlaanderen. Zij was de weduwe van Pieter Boudins. Cornelis was onderbaljuw van Gent in 1397, in 1402 als baljuw. In 1415 zijn ze gescheiden. In 1420 en 1423 laat hij samen met Jacob Boudins zijn rechten gelden op de erfenis van wijlen Catharina van Vlaanderen.
  • Frans van Diksmude, zoon van Michiel en van Katrien van Belle. Hij huwde in 1420 Maria van Lichtervelde, vrouw van Beaureward. Hij was heer van Dentergem en staat vermeld als schepen van Ieper in 1413 en van 1421 tot 1423. Hij is overleden in 1424.
  • Robrecht/Roeland van Lovendeghem, zoon van Roeland en Margareta van Praet, van de streek van Gent. Hij deed in 1394, na het overlijden van zijn vader, leenhulde voor vier lenen op de heerlijkheid van Lovendegem. Overleden zonder nageslacht.
  • Willem van Raveschoot, van Gent, schildknaap, was een zoon van Boudewijn en van Catherine van Steeland. Hij huwde Mathilde Borluut. Hij overleed in 1420 en ligt, samen met zijn echtgenote, begraven in de Sint-Janskerk te Gent. In de lijst van de Vlaamse edellieden en patriciërs van 1437 staan onder Gent de broeders Jacob en Willem.
  • Simon vanden Hole, zoon van Frans en Gertrude van Ravenschoot. Hij was verschillende malen schepen van Gent tussen 1375 en 1390. Kinderloos overleden.
  • Jan vanden Hole, mogelijk een zoon van Eustache en Margareta Sloefs, van Gent, schepen van de heerlijkheid van Sint-Maria-Oudenhove in 1395. Een Jan vanden Hole ligt begraven in het klooster te Melle.