Cornelis Pieter Isaak Dommisse

• School in Vlissingen en Tiel
• Voluntair bij de gemeente-secretariën van Oostburg en Vlissingen
• 1890 : Ambtenaar afd. Alg.Zaken Gemeente Vlissingen - mede verantwoordelijk voor archiefzaken
• 1891 : Conservator Stedelijk Museum te Vlissingen
• 1895-1905 : Gemeente-archivaris van Vlissingen
• 1905-1908 : Burgemeester SLUIS - Zeeland
• 1908-1933 : Burgemeester MAASSLUIS - Zuid-Holland
• Lid bestuur Ambachtsschool te Oostburg - organiseerde in Sluis de eerste huisvlijt-tentoonstelling

Dommisse zette zich in 1914 in voor de opvang van de Belgische vluchtelingen, waarvoor hij de Koning Albert-medaille kreeg uitgereikt. In 1901 benoemde het Historisch Genootschap te Utrecht hem tot lid en in 1904 werd hij benoemd tot lid van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Dommisse was lid van de Antirevolutionaire Partij. Hij was voorzitter van de Vereniging van Calvinistische burgemeesters, wethouders en secretarissen 'Groen van Prinsterer' en redacteur van het tijdschrift De Magistratuur van deze vereniging (1927-1940). Op 31 juli 1930 vierde hij in Maassluis zijn zilveren ambtsjubileum als burgemeester. Tegelijk verscheen een speciaal nummer van De Magistratuur onder de titel 'Dommisse's Feestnummer 1905-31 juli-1930'.

C.P.I. Dommisse verzamelde veel documenten en boeken betreffende zijn interesses op historisch en genealogisch gebied. Daarnaast beheerde hij de nalatenschap van zijn vader, ds. P.K. Dommisse, die onder andere veel van zijn preken bewaarde en eveneens een brede historische interesse had. In 1894 gaf hij het 'Stamboek van het geslacht Dommisse' uit. Na zijn pensionering als burgemeester van Maassluis ging hij in Katwijk aan Zee wonen met de bedoeling het 'Stamboek' te herschrijven en zijn uitgebreide verzameling te ordenen voor een toekomstige verdeling aan diverse organen en bibliotheken. De Tweede Wereldoorlog doorbrak deze wens. Zijn huis in de buurt van de boulevard van Katwijk lag in de evacuatiezone en werd gesloopt. Hij trok in bij zijn zoon C.P.H. Dommisse in Boskoop, maar overleed kort daarna op op 21 augustus 1943. Hij werd op 26 augustus begraven op de Algemene Begraafplaats van Maassluis.