Godfried I van Malsen, count of Cuyk & Arnsberg

How are you related to Godfried I van Malsen, count of Cuyk & Arnsberg?

Connect to the World Family Tree to find out

Godfried I van Malsen, count of Cuyk & Arnsberg's Geni Profile

Share your family tree and photos with the people you know and love

  • Build your family tree online
  • Share photos and videos
  • Smart Matching™ technology
  • Free!

Godfried I van Malsen, Graaf van Cuyck-Arnsberg

Also Known As: "Godfrey", "Godefroy", "Godfried I", "Godfriett", "van Cuyk", "Kuyk", "Kuyc", "Cuyck", "Cuijk", "Kuijk", "Kuijc", "Cuijck", "Kuik"
Birthdate:
Death: circa 1157 (48-66)
Immediate Family:

Son of Hendrik I lord of Cuijk and viscount of Utrecht and Alveradis of Hostaden, heiress to the county of Osning
Husband of Ida von Werl-Arnsberg, countess of Arnsberg and Heilwig van Rhenen
Father of Heinrich I, count of Arnsberg & Rietberg; Grafin Adelheid von Cuijk-Arnsberg, heiress of Altena & Arnsberg; Ida Von Cuijck-Arnsberg; Alveradis of Arnsberg van Bentheim, lady of Malsen; Friedrich von Arnsberg and 1 other
Brother of Aleid van Cuijk; Ermengarde van Cuyck; Herman II, lord of Cuijk and viscount of Utrecht; Andreas van Cuyk, provoost van Sint Pieters and Ada Hendriksdr van Cuyck

Occupation: Graaf van Cuyck (c1130), Graf von Arnsberg (c1130), graaf van Arnsberg en Jutta, seit 1132 Graf von Werl-Arnsberg, Burggraaf van Utrecht, Graaf van Arnsberg
Managed by: Private User
Last Updated:

Over Godfried I van Malsen, count of Cuyk & Arnsberg (Nederlands)

tussen september 1122 en 23 mei 1125: Keizer Hendrik bevestigt de gift van het graafschap van Friesland (Oostergo en Westergo) door zijn vader aan de Utrechtse kerk gedaan. Als getuigen tekenen onder andere Theodricus bisschop van Münster, bisschop van Vercelli, graaf Gerardus en zijn zoon Gerardus, Godefridus de Malsne en zijn broer Heremannus, Stephanus de Oie, Heremannus Piscis en Arnoldus de Rothe (bron: Dr. Mr. S. Muller Fz. en Dr. A.C. Bouman. Oorkondenboek van het Sticht Utrecht tot 1301. Deel I. A. Oosthoek, Utrecht, 1920, inclusief register, nr. 310, pag. 285)

1129 (voor 13 september): Bisschop Andreas oorkondt, dat de edelvrouwe Alveradis, met toestemming en op verzoek van haar zonen Godfried en Herman en van de medeeigenaren en tiendheffers (Luthardus, prepositus van Sint Maria in Utrecht, Rodolphus de Spike, Helye de Inspihe, Hisboldus de Bisde, Hermannus Calf en Heilewiga), op aandrang van Walter, abt van het Sint Maartensklooster in Laon, op de Herigersweerd het klooster Mariënweerd gesticht en met goederen te Renoyersbosch, Paveien, Rietveld, Tricht, Spijk, Enspijk en Beesd begiftigd heeft, en bevestigt de stichting en de giften. Als getuigen tekenen onder andere graaf Florentius van Holland, Gozwinus de Falkenberga, graaf Tiederici van Utrecht, Tiedericus, Winegerus, Rutcherus de Merethem, Godefridus de Riene en Richwinus de Maltberga (bron: Dr. Mr. S. Muller Fz. en Dr. A.C. Bouman. Oorkondenboek van het Sticht Utrecht tot 1301. Deel I. A. Oosthoek, Utrecht, 1920, nr. 327, pag. 300-301)

september/oktober 1145: Koning Koenraad III verleent graaf Godfried van Arnsberg (Godfridus comes de Arnsberg et de Cuich) het recht een kasteel (castrum) te bouwen op al zijn eigen en leengoederen (bron: Friedrich Hausmann, bearb. Die Urkunden der Deutschen Könige und Kaiser. Neunter Band. Die Urkunden Konrads III. und seines Sohnes Heinrich. Böhlaus Nachf. Wien - Köln - Graz, 1969, nr. 138, pag. 249)

"Maar Floris heeft slechts korte tijd van deze vrede genoten; niet lang daarna is hij door het zwaard gedood. En van deze moord was het volgende de oorzaak. Godfried en Herman [van Cuijk], edele en fameuze mannen, hadden een nichtje, een dochter van hun zuster Aleida en Arnold van Rode (Arnoldus de R|then], Heilwiva geheten. Nadat haar vader was gedood en haar moeder gestorven, had haar oom Herman haar in zijn gezin opgenomen, met het voorstel dat hij haar steden en haar uitgestrekte bezittingen (urbes eius et possessiones latissimas) zou besturen totdat hij haar kon overgeven aan een passende man. Maar de dienstmannen (ministeriales) van het jonge meisje, die hadden gehoord dat Floris een goede man was, vatten het plan op om hem tot heer te kiezen en het meisje in de echt met hem te verbinden. Dus zij ontvingen Floris' zaakgelastigde welwillend en werden zijn mannen, waarna zij de steden van het meisje en de landgoederen (predia) en wat zij maar konden aan Floris toewezen. Bovendien eisten zij indringend samen met hem het meisje op van haar oom Herman om haar met Floris in de echt te verbinden.
Maar die weigerde dat pertinent en hij kon hiertoe op geen enkele manier bewogen worden, noch met geweld, noch met geld of dreigementen. Floris echter verwoestte met zijn manschappen al Hermans bezittingen te vuur en te zwaard en velen hielpen hem omdat hij een verwant van de koning was en hij belaagde zijn goederen en zijn leven op alle mogelijke manieren. Herman echter steunde op de hulp van zijn broer Godfried en vooral van de bisschop van Utrecht, Andreas [1128-1139], en had een niet onaanzienlijke hoeveelheid soldaten verzameld en was niet minder bezig datgene op touw te zetten voor Floris wat deze voor hem in het vat had. De Utrechters echter kozen de partij van Floris, zowel uit ontzag voor graaf Dirk als uit vrees voor koning Lotharius, en zij boden hem hulp naar vermogen en boden de jongeman in- en uitgang van de stad en huizen om te verblijven zo vaak hij wilde. En Floris legde Lexmond, een stad van de bisschop, in de as en de bisschop weerhield hij er met geweld van de stad binnen te gaan omdat hij hem tegenwerkte.
Maar toen Floris op een dag met slechts tien gezellen, niets van een hinderlaag of vijandelijkheid vermoeded, de stad was uitgegaan, is hij plotseling opgemerkt en omsingeld door de twee voornoemde broers, die zonder dat hij het wist met een grote troepenmacht naar de stad waren gekomen, en toen hij probeerde te ontkomen en naar de stad terug te keren, en dat nog mogelijk geweest zou zijn, toen is zijn paard in Abstede gestruikeld, en hij viel eraf en is door hen gedood [26 oktober 1133].
Zijn lichaam is naar Rijnsburg gebracht en terstond is een bode uitgezonden om dit aan koning Lotharius te melden. Deze was zeer ontstemd om deze moord en hij heeft Herman van Cuijk en Godfried van Arnsberg met steun van de graaf van Holland uit huis en vaderland verdreven en tot vluchteling en banneling gemaakt. En hij zou de dood van zijn neef met succes gewroken hebben als niet de dood hem had weggerukt, tot hun grote blijdschap. Terstond keerden zij naar huis terug en zij werden mannen van graaf Dirk en zijn tot vriendschap en vrede met hem teruggekeerd"
(bron: Annales Egmundensis, vertaling van Marijke Gumbert-Hepp en J.P. Gumbert. Annalen van Egmond. De Annales Egmundensis tezamen met de Annales Xantenses en het Egmondse Leven van Thomas Becket. Het Chronicon Egmondanum. Verloren, Hilversum, 2007, pag. 178-183; op citaat Arnoud-Jan Bijsterveld. "Het geslacht Van Rode in de twaalfde eeuw". In prof dr. Arnoud-Jan Bijsterveld en dr. Véronique Roelvink, red. Rondom Sint-OedenRode. Macht, religie en cultuur in de Meierij. Uitgeverij Pictures Publishers, Woudrichem, 2016, pag. 21-23)

view all 11

Godfried I van Malsen, count of Cuyk & Arnsberg's Timeline