Jacobus (Jacob) Thonissen de Bruijn

15 juni 1693: De erfgenamen van Steven van Dueren zaliger, met name: Bastiaen van Dueren en Jan Thonis de Bruijn met zijn vrouw Margriet; Jacob Thonis de Bruijn met zijn vrouw Geritie; Sijmen Lamers met zijn vrouw Jenneke en Hendrick van Dueren en Jan Pennincks als momboirs over de twee kinderen, met name Perijncken van Dueren en Willem van Dueren, verkopen roerende goederen, te weten huisraad en beesten (bron: BHIC, Schepenprotocol Heikantsgericht, toegangnsr. 7618, inv. nr. 159, akte nr. 28, fol. 62-66)

14 juni 1694: De erfgenamen van Steven van Dueren zaliger, met name: Jacob Thonissen welke zich sterk maakt voor allen die afwezig zijn, verhuren het huis, hof, landerijen en weiland van Willem Dirickx zaliger aan de Steegh, weiland in Papencamp naast het klooster. Deze goederen zijn destijds aangekomen aan Steven van Dueren (bron: BHIC, Schepenprotocol Heikantsgericht, toegangnsr. 7618, inv. nr. 159, akte nr. 42, fol. 106-107)

8 december 1694: Bastiaen van Dueren en zijn vrouw Maria; Jacob de Bruijn en zijn vrouw Geurtje van Dueren; Jan de Bruijn en zijn vrouw Margriet; Simon van Boxmeer en zijn vrouw Jenneken; de kinderen van wijlen Steven van Dueren en wijlen Perina dochter van Jan van Lieshout; ter eenre en Joannes Penninckx en Adriaen van Dueren als momboirs over Perina dochter van voornoemde Steven van Dueren en van Wilhelmus van Dueren zoon uit tweede huwelijk van Steven van Dueren met Perina Penninckx zaliger, ter ander zijde. De vier voorkinderen zullen profiteren van het huis, schuur en hof genaamd "De Kroon" gelegen te Uden in de Straat; een perceel land achter Jan Dirckx hof; het Cluijtveltje en een perceel land genaamd de Magerman; welke Steven van Dueren gekocht heeft voor een rente van f 1.000,-- welke hij geleend heeft van de gemeente Aarlebeeck en dat hij tijdens tweede huwelijk voor de helft had "gelicht" van de goederen van Willem van Dueren. De vier voorkinderen moeten f 170,-- betalen aan de twee nakinderen. De vier voorkinderen krijgen de akker welke is gelegen te Helmond (bron: BHIC, Schepenprotocol Heikantsgericht, toegangnsr. 7618, inv. nr. 159, akte nr. 53, fol. 132-133)

8 december 1694: De vier voorkinderen en de twee nakinderen van Steven van Dueren zaliger, met name Bastiaen van Dueren en zijn vrouw Maria; Jacob de Bruijn en zijn vrouw Geurtje van Dueren; Jan de Bruijn en zijn vrouw Margriet; Simon van Boxmeer en zijn vrouw Jenneken; de kinderen van wijlen Steven van Dueren en wijlen Perina dochter van Jan van Lieshout; ter eenre en Joannes Penninckx en Adriaen van Dueren als momboirs over Perina dochter van voornoemde Steven van Dueren en van Wilhelmus van Dueren zoon uit tweede huwelijk van Steven van Dueren met Perina Penninckx zaliger; gaan over tot scheiding en deling van de nalatenschap in drie delen. Aan de voorkinderen gaat: een dries met coolvelt achter het groot huis, perceel bouwland aan de gemene weg; twee percelen bouwland op de Magerman; hooiland te Ooijen genaamd de Flieren; twee groesstrepen in het Leegh; twee percelen bouwland in het Leegh en bouwland op de Sochelse Hoef. Aan de nakinderen: een dries aan het Scholse Hecken, percelen bouwland in het Leegh en op de Sochelse Hoef (bron: BHIC, Schepenprotocol Heikantsgericht, toegangnsr. 7618, inv. nr. 159, akte nr. 54, fol. 134-135)

29 juni 1750: Maria de Bruijn weduwe van Anthonij Verstraaten geassisteerd door haar zoon Laurens Verstraaten als haar gekoren voogd en genoemde Laurens Verstraaten als gelaste van Stephen de Bruijn en Mechteld de Haart e.l. en van Jan van den Heuvel en Petronellla de Bruijn e.l. (vermogens volmacht voor schepenen van Ravenstein d.d. 20e dezer) en tenslotte Wilhelmus van Berkel en Jenneke de Bruijn e.l. allen kinderen en erfgenamen van Jacob de Bruijn en Gertruijd van Duuren in leven e.l. voor zich hebben verkocht aan Jan Broeren en Hendrina Driessen Opheijde e.l. hooiland in een kamp genaamd de Rijsbossen in de Lindensche Marsch onder Linden voor de som van 380 guldens en gedane 10 hogen (BHIC, Schepenprotocol Cuijk, toegang 7040, inv. nr. 416, akte nr. 193, fol. 326-327)