Maria (Marijke) Jacobs de Bruijn

Maria de Bruijn was lid van het Sint Catharinagilde te Mill (bron: Drs. Jan W.M. Lange, Lange(n) in dun Krommendiek, Deel I. Herziene versie, Augustus 2021, pag. 122)

29 september 1716: Jan Geurts van Dijck gehuwd met Maria Louwerense, leent van Anthony Verstraaten gehuwd met Marijke de Bruin een capitaal van 900 caroli gulden (BHIC, Notarieel archief Cuijk, toegangsnr. 7127, inv. nr. 1, akte nr. 390)

22 oktober 1715: Op verzoek van Anthony Verstraaten weduwnaar van Helena Adriaans, opmaken van een inventaris voor vastlegging van de rechten van zijn nabestaanden. Hij wil in derde huwelijk trouwen met Maria de Bruijn. Betreft een paard, karren en tuig, drie koeien, twee kalveren, twee varkens, elf schapen en de helft van de bijen, rogge en boekweit alsmede huisraad. Verder een huis, schuur, brouwerij en bouwland onder Mill, naast Hendricus Beckers en Jacob Harmens en voorts de gemene straat. Nog bouwland, een mergen hooiland en een schuld van 375 gulden (bron: BHIC, Schepenprotocol Mill, toegangsnr. 7040, inv. nr. 556, akte nr. 9, fol. 69-76)

Op 4 oktober 1735 maakten Adriaan zoon van Anthonij Verstraeten en Maria de Bruijn ter eenre en Maria Thomassen dochter van Thomas Derx bij Petronella Peters ter andere zijde hun huwelijkscontract op. Adriaan kreeg een huis genaamd De Voort met de brouwerij en alle gereedschappen van dien, de schuur en de varkenskooi alsmede landerijen, die zijn ouders in 1735 van Derck Theunissen en Maria Peters voor 700 gulden hadden gekocht. Verder kreeg hij nog een som van 221 gulden en twaalf stuivers en een nieuw bed. Maria kreeg van haar ouders een som van 300 gulden. Er zou geen gemeenschap van goederen voor de aangebrachte goederen zijn, alleen ten aanzien van die staande het huwelijk (BHIC, Schepenprotocol Mill, toegang 7040, inv. nr. 556, akte nr. 79, fol. 665-672)

Op 22 december 1745 was Adriaan Verstraaten samen met zijn broer Laurens borg voor zijn stiefmoeder Maria de Bruijn, toen die voor de schepenen van Cuijk een weikamp te Linden genaamd de Eegden kocht voor F 4750, welke werd gepacht door Hendrik Martens (toegang 7040, inv. nr. 438, akte nr. 68, fol. 361-384)

29 juni 1750: Maria de Bruijn weduwe van Anthonij Verstraaten geassisteerd door haar zoon Laurens Verstraaten als haar gekoren voogd en genoemde Laurens Verstraaten als gelaste van Stephen de Bruijn en Mechteld de Haart e.l. en van Jan van den Heuvel en Petronellla de Bruijn e.l. (vermogens volmacht voor schepenen van Ravenstein d.d. 20e dezer) en tenslotte Wilhelmus van Berkel en Jenneke de Bruijn e.l. allen kinderen en erfgenamen van Jacob de Bruijn en Gertruijd van Duuren in leven e.l. voor zich hebben verkocht aan Jan Broeren en Hendrina Driessen Opheijde e.l. hooiland in een kamp genaamd de Rijsbossen in de Lindensche Marsch onder Linden voor de som van 380 guldens en gedane 10 hogen (BHIC, Schepenprotocol Cuijk, toegang 7040, inv. nr. 416, akte nr. 193, fol. 326-327)

19 augustus 1760: Peeter Smits en Petronella van Weel echtelieden, Peeter Dielz schout en Hendrina Smits echtelieden erfgenamen van Jasper Smits in leven scheepen van de stad Grave, hebben verkocht aan Maria de Bruijn weduwe van Anthonij Verstraaten een halve morgen hooi- of weiland onder Mill, grenzend oost den Vaardijk, west Wilbert Martens, zuid den heer van Turenhout en noord Willem Willems. De ontvanger is mr. W. G. van Oijen en de landschrijver D. van Hoijtema. Aldus gepasseerd op 19 augustus 1760 ten overstaan van de getuigen Laurens Verstraaten schout, Adriaen Jans Kempen en Jan Huijbers schepenen (BHIC, Schepenprotocol Mill, toegang 7040, inv. nr. 549, akte nr. 154, fol. 215)

20 november 1760: Maria de Bruijn wed. van Anthony Verstraaten; Peter van den Heuvel en Jacob Pluk allen wonende te Mill, machtigen Johan Ragaij, procureur te Grave om namens hen op treden tegen Adriaan Sieverts, pachter van de vier specien van het dorp Mill (bron: BHIC, Notarieel archief Cuijk, toegangsnr. 7127, inv. nr. 10, akte nr. 36)