Jhr. Johan Adriaan van der Heim van Duivendijke

https://www.parlement.com/id/vg09ll1jzjzm/j_a_baron_van_der_heim_va...

• Minister van Financien en Binnenlandse Zaken

HEIM (Johan Adriaan baron van der), heer van Duivendijke,

• 15 Jan. 1791 te Rotterdam geb.
• 15 Oct. 1870 te 's Gravenhage overl.
• zoon van Mr. Anthony van der Heim en Elisabeth Antonia van der Does (kol. 1025).
• bacht zijn jeugd in den woelige fransche tijd met zijn oranjegezinde ouders meerendeels in 't buitenland door(te Bremen en elders)
• bezocht hij de latijnsche school te Delft en in
• 1808 de hoogeschool te Leiden
• 29 Juli 1813 promoveerde op een Spec. iur. cont. Explicationem legis V Cort. de contrahenda et committenda stipulatione.
• Als advocaat vestigde hij zich in den Haag
• na zijn huwelijk met jkvr. Petronella Joanna Schorer (19 Mei 1817) koos hij Middelburg tot woonplaats,
• eerst in Middelburg tot rechter-plaatsvervanger
• 1821 tot ontvanger der registratie benoemd.
• Twee jaar later werd hem het ambt van griffier der Provinciale Staten opgedragen.
• Wordt tevergeefs voor het gouverneurschap van Limburg en idem Friesland aangezocht
• voor het secretariaat van den Raad van State werkzaam te zijn aangezocht en
• in 1840 naar de Dubbele Kamer der Stat.-Generaal afgevaardigd,
• vervolgens bewoog v.d.H. zich een poos op het ruimere veld der algemeene staatkunde,
• (opnieuw werkzaam in Middelburg): Griffie te Middelburg.
• In 1843 werd hij benoemd tot 'lid van den Raad van State' en
• in 1844 was hij voor korten tijd (vier maanden) minister van financiën. * *1845 benoemd tot gouverneur van Zuid-Holland, welk ambt hij vier jaar (1844-48) en later nogmaals negen jaar (1853-62) bekleedde, terwijl een korte poos van Mei tot Juli 1846, het ministerie van binnenlandse zaken ad interim aan hem werd opgedragen.
• In de politiek was van der Heim een beslist tegenstander van Thorbecke. * Van 1862-65 was hij afgevaardigde voor de Staten van Zuid-Holland naar de Eerste Kamer.
• Tevens was hij curator van de leidsche hoogeschool.

Charles Baugniet heeft zijn portret op steen geteekend.

Zie: Levensber. Letterk. 1872, 119 en Leidsche Stud. Almanak 1871, 189.

Hoogstaangeslagenen in de Direkte Belastingen