Petronella Everdina Eldering

Is your surname Eldering?

Research the Eldering family

Petronella Everdina Eldering's Geni Profile

Share your family tree and photos with the people you know and love

  • Build your family tree online
  • Share photos and videos
  • Smart Matching™ technology
  • Free!

Petronella Everdina Eldering

Birthdate:
Birthplace: Rotterdam, Government of Rotterdam, South Holland, Netherlands
Death: June 19, 1989 (79)
Amersfoort, Amersfoort, Utrecht, Netherlands
Immediate Family:

Daughter of ds. Petrus Eldering and Frederika Elisabeth Houtman
Ex-wife of Ben Polak and Johannes Mari Landré
Mother of Private and Private
Sister of Frans Boudewijn Eldering and Hugo Bernhard Eldering

Managed by: Private User
Last Updated:
view all

Immediate Family

About Petronella Everdina Eldering

ELDERING, Petronella Everdina (1909-1989)

ELDERING, Petronella Everdina, essayiste en redactrice (Rotterdam 6-10-1909 - Amersfoort 19-6-1989). Dochter van Petrus Eldering, remonstrants predikant, en Frederika Elisabeth Houtman. Gehuwd op 14-3-1935 met Johannes Mari Landré (1909-1997), journalist. Dit huwelijk bleef kinderloos. Na echtscheiding (2-2-1937) gehuwd op 28-8-1940 met Benjamin Sally Polak (1913-1993), medicus en politicus. Uit dit huwelijk werden 2 zoons geboren. Na echtscheiding (26-11-1945) opnieuw gehuwd op 20-7-1950 met Benjamin Sally Polak. Dit huwelijk werd op 28-8-1969 door echtscheiding ontbonden.

afbeelding van Eldering, Petronella Everdina Petra - voor intimi 'Pim' - Eldering groeide op in een groot remonstrants domineesgezin met zeven kinderen, aan de Rotterdamse Mathenesserlaan. Haar linkse sympathieën heeft zij thuis opgedaan. Petra's vader was een christen-socialist, die, evenals zijn vriend Bart de Ligt, een tegenstander was van particulier bezit en bovendien op pacifistische gronden dienstweigering voorstond. Nog onder de indruk van de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog sloot zij zich tijdens haar middelbare-schooltijd aan bij de Jongeren Vredes Actie, een radicaal-pacifistische jeugdorganisatie.

In 1927 deed Eldering eindexamen gymnasium-alpha aan het Erasmianum in haar geboorteplaats. Toen zij, na eerst twee jaar de piano-opleiding te hebben gevolgd aan het Rotterdams conservatorium, inzag dat haar toekomst niet in de muziek lag, ging zij in 1929 als spoorstudente rechten studeren aan de Universiteit van Amsterdam. In het najaar van 1934 verhuisde Eldering naar de hoofdstad. Zij was toen actief geworden in het Anti-Fascistische Studenten Comité en werkte mee aan het orgaan van dit comité, De Sleutel. In 1938 slaagde zij voor het doctoraalexamen. Hierna werkte zij als verkoopster bij warenhuis de HEMA en doceerde ze recht aan een opleidingsinstituut voor het middenstandsdiploma, beide in Amsterdam.

Nog als studente was Eldering in het voorjaar van 1935 getrouwd met een klasgenoot uit haar gymnasiumtijd, Joop Landré, die als journalist werkzaam was bij het dagblad De Telegraaf. Het huwelijk liep echter al snel op de klippen. Landré weet deze breuk later aan hun verschil in politieke opvattingen. Naar zijn zeggen had Eldering een vriendenkring van 'uiterst linkse jongeren' en kon hij zich hiermee niet verenigen (Landré, 21). Zij scheidden in februari 1937.

Al tijdens haar huwelijk was Eldering verliefd geworden op Ben Polak, een joodse medicijnenstudent, die lid was van de Communistische Partij Nederland (CPN). Met hem trouwde zij enkele maanden na de Duitse inval. Zij kregen twee zoons: één in 1940, kort vóór hun huwelijk, en één in 1942. De woning van Eldering en van Polak - die vanaf 1943 buitenshuis zat ondergedoken - aan de Amsterdamse Rivierenlaan, was een centrum van verzetsactiviteiten. De leiding van de verboden CPN gebruikte het pand voor overleg, evenals de top van de Raad van Verzet en koeriersters van de Nederlandse regering in ballingschap in Londen. Eldering kwam de bezetting door zonder arrestatie. Haar huwelijk met Polak werd al enkele maanden na de bevrijding door echtscheiding ontbonden.

Intussen was Eldering in september 1944 - kort na 'Dolle Dinsdag' - toegetreden tot de redactie van De Vrije Katheder, een verzetsblad van kunstenaars en intellectuelen. Na de bevrijding werd zij redactiesecretaris. Eldering was in belangrijke mate verantwoordelijk voor de gang van zaken en investeerde veel energie en enthousiasme in het blad. Vanaf juni 1945 verscheen de avant-gardistisch vormgegeven Vrije Katheder iedere veertien dagen; vanaf november kwam het blad wekelijks uit. Eldering - die kort na de bevrijding lid was geworden van de CPN - schreef in vrijwel elke aflevering artikelen over de binnenlandse politiek, de vakbeweging en de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd. Haar specifieke uitgangspunt was de vernieuwing van de Nederlandse politiek door middel van een 'linkse doorbraak' en de algemene versterking van de democratie.

De Vrije Katheder wilde het klankbord vormen van een breed front van linkse intellectuelen. Het debat over de relatie van intellectuelen tot de arbeidersbeweging loopt als een rode draad door de jaargangen van het blad. Centraal stond daarbij de vraag of de intelligentsia zich onvoorwaardelijk op de arbeidersbeweging diende te oriënteren of dat zij een eigen politieke verantwoordelijkheid had. Eldering koos in dit debat onomwonden voor het laatstgenoemde standpunt. Zij noemde de communistische leiderscultus bijvoorbeeld 'een ontaardingsproces', een gevolg van 'de verstarring van de marxistische theorie, een dogmatisch en automatisch herkauwen van eenmaal bejubelde uitspraken'. Volgens dezelfde uiteenzetting moest men terug naar de bron van het socialisme. Niet Karl Marx had gefaald, maar de wijze waarop de socialistische en communistische partijen waren omgesprongen met het marxisme (De Vrije Katheder 7 (1947) 6 (jan.) 402-403).

In maart 1948, ten tijde van de communistische staatsgreep in Praag, legde Eldering het redactiesecretariaat neer. Haar openlijke motivering daarbij was 'studieredenen' (Molenaar, 233), maar vermoed kan worden dat de houding van de communisten tijdens de Praagse staatsgreep haar tot die stap heeft gebracht. Eldering hield zitting in de redactie en bleef vergaderingen daarvan bijwonen, maar zij schreef daarna nog slechts één artikel voor De Vrije Katheder. Het blad ging in mei 1950 ten onder aan de tweespalt tussen sociaal-democraten en communisten. Vooral van de kant van de CPN lag het zwaar onder vuur. Wegens de in het blad geuite kritiek op de persoonsverheerlijking van Stalin had de partijleiding aanhoudend druk uitgeoefend op CPN-redactieleden om het tijdschrift te verlaten. Na de opheffing van De Vrije Katheder werd Eldering als enige van die communistische redactieleden door het CPN-bestuur gestraft met royement uit de partij, wegens kritiek op het stalinisme. Inmiddels had zij in het voorjaar van 1950 - kort vóór haar royement - zelf haar lidmaatschap opgezegd. Daarna is zij nooit meer lid geworden van een andere politieke partij. Na de oprichting van de Pacifistisch-Socialistische Partij in 1957 ging zij hierop stemmen.

Eldering - na vijf jaar scheiding opnieuw met Polak getrouwd - concentreerde zich vanaf het begin van de jaren vijftig op de opvoeding van haar beide zoons en op het werk als doktersvrouw. Haar man had inmiddels een omvangrijke huisartsenpraktijk opgebouwd. In 1956 reageerde zij positief op het verzoek van de Amsterdamse hoogleraar sociologie W.F. Wertheim om de eindredactie op zich te nemen van het blad Wetenschap & Samenleving. Dit was het orgaan van het in 1946 opgerichte Verbond van Wetenschappelijke Onderzoekers, dat de nadruk legde op de sociale verantwoordelijkheid van de wetenschap en aan intellectuelen een grotere rol in de politiek toedacht. Eldering deed voor dit blad secretariaatswerk, bereidde redactievergaderingen voor, vertegenwoordigde de redactie zes jaar lang in het Verbondsbestuur en was gedurende tien jaar de onmisbare en drijvende kracht van het tijdschrift.

Wegens een conflict met het Verbondsbestuur, waarin Eldering een versoepeling van het toelatingsbeleid ten gunste van studenten bepleitte, stapte zij in het najaar van 1968 over naar de redactie van het zojuist opgerichte Interlinks, het tweemaandelijkse tijdschrift van de linkse uitgeverij Polak & Van Gennep in Amsterdam. Eldering hoopte dat aan het einde van de jaren zestig mogelijk zou zijn wat tijdens het begin van de Koude Oorlog schipbreuk had moeten lijden. De doeleinden van De Vrije Katheder en Interlinks waren namelijk in menig opzicht met elkaar verwant. Interlinks wilde 'een tribune […] zijn waarop alles wat links is elkaar kan ontmoeten. Een blad dat de bouwstenen wil aandragen voor een coherent links denken en handelen' (1 (1968) 1 (okt.) 2).

In het redactionele woord vooraf van het nieuwe blad werd het 'socialisme met een menselijk gezicht' toegejuicht dat in Tsjechoslowakije een kans leek te maken. Maar hetzelfde nummer moest alweer protesteren tegen de inval van de Sovjettroepen. Voor Eldering was het de tweede keer dat een communistische interventie in Praag haar ideaal van een links verbond doorkruiste. Na een themanummer in mei 1971 over de 'Bevrijding van de vrouw' werd Interlinks stopgezet en moest Eldering opnieuw een forum voor haar politieke opvattingen missen.

Naast de organisatie van het huishouden - met inbegrip van de pleegkinderen die zij voor kortere of langere tijd onder haar hoede nam - en het werk voor zowel Wetenschap & Samenleving als Interlinks werkte Eldering sinds de jaren vijftig herhaaldelijk als vrijwilligster voor de Gezinsvoogdij en de vereniging 'Pro Juventute'. Bovendien verzorgde zij cursussen voor bejaarden en werklozen in het kader van het culturele werk van de Amsterdamse Gemeentelijke Sociale Dienst.

Al die tijd was Elderings huwelijk met Polak broos. Aan het einde van de jaren zestig was hun verbintenis nog slechts een schijnhuwelijk. Polak had al enige jaren een vaste vriendin. Eldering ervoer dit als uiterst kwetsend, en in 1969 beëindigde zij hun huwelijk. Zij verhuisde naar Amsterdam-Noord, waar zij in een appartement op zichzelf ging wonen. Geestelijk ging zij sindsdien langzaam achteruit. Zij isoleerde zich van familie, vrienden en kennissen. In 1982 werd zij wegens dementie opgenomen in de Sinai Kliniek in Amersfoort. Daar overleed zij in 1989 op 79-jarige leeftijd.

Petra Eldering was een bevlogen polemiste, die zich bediende van een scherpzinnige schrijfstijl. Toen zij in de jaren tussen 1945 en 1950 naam maakte als essayiste, was het marxisme van de CPN bedolven geraakt onder stalinistische dogma's, terwijl de PvdA zich van de leer van Marx had afgekeerd. Hiertegenover toonde Eldering zich een pleitbezorger van een ondogmatisch marxisme dat zich aanhoudend kritisch bezon op zijn eigen grondslagen. Haar stellingname zou in Nederland in de jaren zestig en zeventig weerklank krijgen bij de marxistische studentenbeweging en bij Nieuw Links binnen de PvdA. A: Privé-collectie in familiebezit. Archief-Petra E. Eldering in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis te Amsterdam.

P: Artikelen in De Vrije Katheder, 1945-1950, in Wetenschap & Samenleving, 1956-1968 en in Interlinks, 1968-1971.

L: A. Mellink, 'Het Comité van Waakzaamheid na veertig jaar' in Jaarboek voor de geschiedenis van socialisme en arbeidersbeweging in Nederland 1977 (Nijmegen 1977) 247-275; Max van Weezel en Annet Bleich, Ga dan zelf naar Siberië! Linkse intellektuelen en de koude oorlog (Amsterdam 1978); Fenna van den Burg, De Vrije Katheder 1945-1950. Een platform van communisten en niet-communisten (Amsterdam 1983); Jolande Withuis, Opoffering en heroïek. De mentale wereld van een communistische vrouwenorganisatie in naoorlogs Nederland, 1946-1976 (Meppel 1990); Joop Landré en Sietze Dolstra, Joop Landré vertelt. Een anekdotische autobiografie (Cadier en Keer 1994); Leo Molenaar, 'Wij kunnen het niet langer aan de politici overlaten …'. De geschiedenis van het Verbond van Wetenschappelijke Onderzoekers (VWO), 1946-1980 (Delft 1994); Herman Noordegraaf, P. Eldering (1868-1954). Een radicaal sociale predikant in de Remonstrantse Broederschap (Gorinchem 2006).

  • Bron: Huygens/KNAW
  • Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 6 Laatst gewijzigd op 12-11-2013

Translated to English:

Eldering, Petronella Everdina (1909-1989) Home Design Editorial committee Authors Search & Select BWN 1780-1830 BWN 1880-2000 Contact

Zoek in alle resources

 Submit

English | Dutch © Huygens ING - Amsterdam. Source: H. de Liagre Böhl, 'Eldering, Petronella Everdina (1909-1989)', in the Biographical Dictionary of the Netherlands . URL: http: //resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn6/eldering [11-12-2013]

ELDERING, Petronella Everdina (1909-1989) ELDERING, Petronella Everdina , essayist and editor (Rotterdam 6-10-1909 - Amersfoort 19-6-1989). Daughter of Petrus Eldering, Remonstrants minister, and Frederika Elisabeth Houtman. Married on 3/14/1935 to Johannes Mari Landré (1909-1997), journalist. This marriage remained childless. After divorce (2/2/1937) married on 8/28/1940 to Benjamin Sally Polak (1913-1993), physician and politician. From this marriage 2 sons were born. After divorce (26-11-1945) remarried on 20-7-1950 to Benjamin Sally Polak. This marriage was dissolved by divorce on 28-8-1969.

picture of Eldering, Petronella Everdina Petra - for close friends 'Pim' - Eldering grew up in a large Remonstrant pastor family with seven children, on the Rotterdam Mathenesserlaan. She acquired her left-wing sympathies at home. Petra's father was a Christian Socialist who, like his friend Bart de Ligt, was an opponent of private property and, moreover, advocated conscientious objection on pacifist grounds. Still impressed by the horrors of the First World War, she joined the Youth Peace Action, a radical pacifist youth organization during her high school days.

In 1927, Eldering graduated from gymnasium-alpha at the Erasmianum in her hometown. When, after first studying piano for two years at the Rotterdam Conservatory, she realized that her future was not in music, she went to study law at the University of Amsterdam in 1929 as a track student. In the fall of 1934 Eldering moved to the capital. She had then become active in the Anti-Fascist Student Committee and contributed to the organ of this committee, De Sleutel . In 1938 she passed her doctoral exam. After this she worked as a saleswoman at the HEMA department store and taught law at a training institute for the middle class diploma, both in Amsterdam.

While still a student, Eldering was married in the spring of 1935 to a classmate from her high school days, Joop Landré, who worked as a journalist for the daily newspaper De Telegraaf . However, the marriage soon ended. Landré later attributes this break to their difference in political views. He said Eldering had a circle of friends of 'far-left youngsters' and could not unite with this (Landré, 21). They divorced in February 1937.

During her marriage, Eldering had already fallen in love with Ben Polak, a Jewish medical student who was a member of the Communist Party of the Netherlands (CPN). She married him a few months after the German invasion. They had two sons: one in 1940, shortly before their marriage, and one in 1942. The house of Eldering and van Polak - who had gone into hiding outside the home from 1943 - on the Amsterdamse Rivierenlaan, was a center of resistance activities. The leadership of the banned CPN used the building for consultations, as did the top of the Council of Resistance and female couriers of the Dutch government in exile in London. Eldering got through the occupation without arrest. Her marriage to Polak was dissolved by divorce a few months after the liberation.

In the meantime, in September 1944 - shortly after 'Mad Tuesday' - Eldering had joined the editorial board of De Vrije Katheder , a resistance magazine of artists and intellectuals. After the liberation she became editorial secretary. Eldering was largely responsible for the course of events and invested a lot of energy and enthusiasm in the magazine. From June 1945 the avant-garde designed Vrije Katheder appearedevery fortnight; the magazine was published weekly from November. Eldering - who had joined the CPN shortly after the liberation - wrote articles about domestic politics, the trade union movement and the Indonesian struggle for independence in almost every episode. Her specific starting point was the renewal of Dutch politics by means of a 'left-wing breakthrough' and the general strengthening of democracy.

The Free Lecternwanted to act as a sounding board for a broad front of left-wing intellectuals. The debate about the relationship of intellectuals to the labor movement runs like a thread through the years of the magazine. The central question was whether the intelligentsia should orient itself unconditionally towards the labor movement or whether it had its own political responsibility. Eldering unequivocally chose the latter position in this debate. For example, she called the communist leadership cult "a degeneration process", a consequence of "the rigidity of Marxist theory, a dogmatic and automatic ruminating on once applauded statements". According to the same statement, one had to go back to the source of socialism. Karl Marx had not failed,The Free Lectern 7 (1947) 6 (Jan.) 402-403).

In March 1948, at the time of the communist coup d'état in Prague, Eldering resigned the editorial office. Her overt motivation was 'study reasons' (Molenaar, 233), but it may be suspected that the attitude of the communists during the Prague coup d'état led her to that step. Eldering served on the editorial board and continued to attend its meetings, but after that she wrote only one more article for De Vrije Katheder. The magazine collapsed in May 1950 as a result of the discord between Social Democrats and Communists. Especially from the side of the CPN it came under heavy fire. Because of the magazine's criticism of Stalin's personality cult, the party leadership had exerted persistent pressure on CPN editors to leave the magazine. After the dissolution of De Vrije Katheder , Eldering was the only one of those communist editors who was punished by the CPN board with expulsion from the party for criticizing Stalinism. In the meantime, she had terminated her membership herself in the spring of 1950 - shortly before her expulsion. After that she never joined another political party again. After the establishment of the Pacifist-Socialist Party in 1957, she voted for it.

Eldering - remarried to Polak after five years of divorce - concentrated from the early 1950s on raising both her sons and working as a doctor's wife. Her husband had meanwhile built up a sizeable GP practice. In 1956 they responded positively to the request of the Amsterdam professor of sociology WF Wertheim to take the final editing on from the magazine Science & Society. This was the organ of the Union of Scientific Researchers, founded in 1946, which emphasized the social responsibility of science and gave intellectuals a greater role in politics. Eldering did secretarial work for this magazine, prepared editorial meetings, represented the editorial board on the Covenant Board for six years, and was the indispensable and driving force of the magazine for ten years.

Due to a conflict with the Association Board, in which Eldering advocated a relaxation of the admission policy in favor of students, she switched in the autumn of 1968 to the editorial staff of the newly founded Interlinks, the bimonthly magazine of the left-wing publishing house Polak & Van Gennep in Amsterdam. . Eldering hoped that in the late 1960s, what should have been shipwrecked during the beginning of the Cold War would be possible. The goals of De Vrije Katheder and Interlinks were in many ways related. Interlinks wanted 'to be a platform [??] where everything left can meet. A magazine that aims to provide the building blocks for coherent left-wing thinking and acting '(1 (1968) 1 (Oct.) 2).

The editorial foreword of the new magazine applauded "socialism with a human face" that seemed to have a chance in Czechoslovakia. But the same song had to protest again against the invasion of the Soviet troops. For Eldering it was the second time that a communist intervention in Prague thwarted her ideal of a left alliance. After a special issue in May 1971 on the 'Liberation of Women', Interlinks was discontinued and Eldering again had to miss a forum for her political views.

In addition to the organization of the household - including the foster children she took under her care for a shorter or longer period - and the work for Science & Society as well as InterlinksSince the 1950s, Eldering has repeatedly worked as a volunteer for the Family Supervision and the 'Pro Juventute' association. She also provided courses for the elderly and the unemployed as part of the cultural work of the Amsterdam Municipal Social Service.

All this time, Eldering's marriage to Polak was fragile. In the late 1960s, their union was nothing more than a marriage of convenience. Polak had had a steady girlfriend for several years. Eldering experienced this as extremely hurtful, and in 1969 she ended their marriage. She moved to Amsterdam-Noord, where she went to live in an apartment on her own. Since then, she has slowly deteriorated. She isolated herself from family, friends and acquaintances. In 1982 she was admitted to the Sinai Clinic in Amersfoort for dementia. There she died in 1989 at the age of 79.

Petra Eldering was an enthusiastic polemicist, who used an astute writing style. When she made a name for herself as an essayist in the years between 1945 and 1950, the Marxism of the CPN had become buried under Stalinist dogma, while the PvdA had turned away from Marx's teachings. On the other hand, Eldering showed himself to be an advocate of an undogmatic Marxism that was constantly critical of its own foundations. Her position would be echoed in the Netherlands in the 1960s and 1970s by the Marxist student movement and by the New Left within the PvdA. A : Family owned private collection. Archives Petra E. Eldering in the International Institute of Social History in Amsterdam.

P : Articles in De Vrije Katheder , 1945-1950, in Science & Society , 1956-1968 and in Interlinks , 1968-1971.

L : A. Mellink, 'The Committee of Vigilance after forty years' in Yearbook for the history of socialism and labor movement in the Netherlands 1977 (Nijmegen 1977) 247-275; Max van Weezel and Annet Bleich, Then go to Siberia yourself! Left intellectuals and the cold war (Amsterdam 1978); Fenna van den Burg, The Free Lecturer 1945-1950. A platform of communists and non-communists (Amsterdam 1983); Jolande Withuis, Sacrifice and Heroism. The mental world of a communist women's organization in the post-war Netherlands, 1946-1976 (Meppel 1990); Joop Landré and Sietze Dolstra, Joop Landré tells. An anecdotal autobiography (Cadier en Keer 1994); Leo Miller,"We can no longer leave it to the politicians ??". The history of the Association of Scientific Researchers (VWO), 1946-1980 (Delft 1994); Herman Noordegraaf, P. Eldering (1868-1954). A radically social pastor in the Remonstrant Brotherhood (Gorinchem 2006).

I : Family owned photo [Eldering circa 1947].

H. de Liagre Böhl

Original version included in: Biographical Dictionary of the Netherlands 6 Last modified on 11/12/2013

view all

Petronella Everdina Eldering's Timeline

1909
October 6, 1909
Rotterdam, Government of Rotterdam, South Holland, Netherlands
1989
June 19, 1989
Age 79
Amersfoort, Amersfoort, Utrecht, Netherlands