Prof. Dr. Barend Joseph Stokvis

Is your surname Stokvis?

Connect to 728 Stokvis profiles on Geni

Prof. Dr. Barend Joseph Stokvis's Geni Profile

Share your family tree and photos with the people you know and love

  • Build your family tree online
  • Share photos and videos
  • Smart Matching™ technology
  • Free!

Prof. Dr. Barend Joseph Stokvis

Birthdate:
Birthplace: Amsterdam, NH, Netherlands
Death: September 28, 1902 (68)
Amsterdam, Netherlands
Immediate Family:

Son of Dr. Joseph Barend Stokvis and Rachel Wittering
Husband of Julia Elisabeth Wertheim
Father of Rachel Maria Stokvis and Carel Samuel Stokvis
Brother of Jacob Joseph Stokvis; Anna Stokvis; Abraham Stokvis; Sophia Stokvis; Anna Julia Stokvis and 1 other

Managed by: Private User
Last Updated:

About Prof. Dr. Barend Joseph Stokvis

http://en.wikipedia.org/wiki/Barend_Joseph_Stokvis

Barend Joseph Stokvis (16 August 1834 – 28 September 1902) was a Dutch physician and professor of physiology and pharmacology who is mainly remembered for his description of acute porphyria in 1889.[1][2] As a researcher in chemical pathology he made contributions to the understanding of a number of diseases. He was also considered an expert in tropical medicine and an influential medical educator.[3] He was one of a number of influential 19th century Jewish physicians in the Netherlands.[4]

Stokvis was born to Joseph Barend Stokvis Jr, a Jewish physician and obstetrician in Amsterdam.[5] He studied medicine in Amsterdam and at the University of Utrecht under Franciscus Donders and Jacobus Schroeder van der Kolk,[3][6] obtaining a doctorate on a dissertation on hepatic glucose production in diabetes in 1856.[3][7][8][9] His thesis closely followed recent work by the French physiologist Claude Bernard.[10] He may also have been influenced by the chemist Mulder in Amsterdam.[11] Subsequently he travelled to Paris and Vienna (and possibly Prague[11]%29 before establishing himself in medical practice in Amsterdam. He continued his medical research under the physiologists Adriaan Heynsius, Wilhelm Kühne and Thomas Place.[6] In 1867 he was awarded a gold medal by the Brussels Academy for an essay on the development of albuminuria (a kidney disorder in which the protein albumin can be detected in the urine).

In 1865 he married Julia Elisabeth,[10] the sister of his close friend, banker and philanthropist A.C. Wertheim.[3] They had two children.[10] He was an ardent swimmer, and wrote poetry under several pseudonyms. He spoke several languages.[3] He died in Amsterdam shortly after returning from a holiday in Ireland,[12] from what was thought to be myocarditis.



Bruidegom
Barend Joseph Stokvis
Beroep
medicinae doctor
Geboorteplaats
Amsterdam
Leeftijd
30
Bruid
Julia Elisabeth Wertheim
Geboorteplaats
Amsterdam
Leeftijd
29
Vader van de bruidegom
Joseph Barend Stokvis
Beroep
medicinae doctor
Moeder van de bruidegom
Rachel Wittering
Vader van de bruid
Carel Wertheim
Moeder van de bruid
Dientje van Minden
Gebeurtenis
Huwelijk
Datum
21-06-1865
Gebeurtenisplaats
Amsterdam

http://nl.wikipedia.org/wiki/Barend_Joseph_Stokvis

Barend Joseph Stokvis (Amsterdam, 16 augustus 1834 - aldaar, 29 september 1902) was een Nederlandse arts en hoogleraar in de fysiologie en pathologie.

Stokvis, geboren als zoon van de arts dr. Joseph Barend Stokvis, volgde van 1843-1850 het gymnasium. Hij promoveerde in de geneeskunde op het proefschrift De suikervorming in de lever in verband met de suikerafscheiding bij Diabetes mellitus.

------------------------------

http://www.whonamedit.com/doctor.cfm/3028.html

Barend Joseph Stokvis

Born 1834

Died 1902

Related eponyms: Stokvis-Talma syndrome

Dutch physician and physiologist, born August, 16, 1834, Amsterdam; died September 28, 1902.

Biography of Barend Joseph Stokvis

Barend Joseph Stokvis was the son of the physician Joseph Barend Stokvis (1808-1887). He studied at the Latin school in Amsterdam before studying medicine at the University of Amsterdam. He also studied for some months at Utrecht under Franz Cornelis Donders (1818-1889) and Jacobus Schroeder van der Kolk (1797-1862). After receiving his doctorate at Utrecht in 1856 he went to Vienna, Prague, and Paris, before returning to his native city of Amsterdam. Here he worked in the physiological laboratory under Adriaan Heynsius (1831-1885), Willy Kühne (1837-1900) and Thomas Place (1842-1910). In 1867 he was awarded a gold medal by the Brussels Academy for his essay "Recherches Expérimentales sur les Conditions Pathogéniques de l'Albuminurie."

Stokvis practised medicine until 1874, when he was appointed professor of general pathology and clinical medicine at the Athenæum illustre. In 1874 he assumed the professorship of general pathology, pharmacodynamics and clinical medicine at the University of Amsterdam.

He was president of the Internationaal Koloniaal Geneeskundig Congres held in Amsterdam in 1883, and also of the first congress of Dutch physicians and surgeons. In 1879 he was elected a member of the Royal Academy of Sciences, and in 1896 its vice-president. In 1884 the University of Edinburgh conferred upon him the honorary degree of doctor of laws (LLD).

Stokvis succeeded his father as president of the Nederlandsche Israelietische Armbestuur at Amsterdam.

In 1906, with Hendrik Fritz August Peypers (1855-1904) he founded Janus, an international journal for the history of medicine. He was an extraordinarily prolific writer.


http://www.jhm.nl/cultuur-en-geschiedenis/personen/s/stokvis,+baren...

Barend Joseph Stokvis

Barend Joseph Stokvis werd in 1834 geboren als zoon van de arts en verloskundige Joseph Barend Stokvis. Hij studeerde medicijnen in Amsterdam en Utrecht. In Utrecht promoveerde hij op een proefschrift over diabetes. In Amsterdam begon hij een artsenprakijk. In 1877 werd hij hoogleraar aan de net opgerichte Universiteit van Amsterdam. Van 1887 tot zijn dood in 1902 was hij als bestuurder verbonden aan het Nederlandsch-Israelietisch Armbestuur, waarvan hij in 1889 voorzitter werd.

  • geboren 1834-08-16 Amsterdam
  • overleden 1902-09-29 Amsterdam
  • vader Stokvis, Joseph Barend (jr.)
  • beroep arts
  • functie bestuurder Ned. Isr. Armbestuur 1887=1902

http://www.jewishencyclopedia.com/articles/14058-stokvis-barend-joseph

STOKVIS, BAREND JOSEPH:

Dutch physician; born at Amsterdam Aug. 16, 1834; died Sept. 28, 1902; son of the physician J. B. Stokvis (1808-87). He studied at the Latin school in Amsterdam (1843-50) and at the Athenæum (1856), visited Paris and Vienna (1857-59), and finally established himself as a physician in Amsterdam. In 1867 he was awarded a gold medal by the Brussels Academy for his essay "Recherches Expérimentales sur les Conditions Pathogéniques de l'Albuminurie." In 1874 he was appointed professor of pathology and pharmacodynamics at the University of Amsterdam. He was president of the Internationaal Koloniaal Geneeskundig Congres held in Amsterdam in 1883, and also of the first congress of Dutch physicians and surgeons. In 1879 he was elected a member of the Royal Academy of Sciences, and in 1896 its vice-president; and in 1884 the University of Edinburgh conferred upon him the degree of LL.D.

Stokvis was the author of the following works: "De Suikervorming in de Lever in Verband met de Suikerafscheiding bij Diabetes Mellitus," 1856; "Over de Glycose Stof in de Lever," 1869; "Bijdragen tot de Physiologie van het Acidum Uricum," 1869; "Over de Sterfte van Croup bij de Nederlandsche Israelietische Gemeente to Amsterdam," 1869; "Voordrachten over Homoeopathie," 1887; "Voordrachten over Geneesmiddelenleer," 3 vols., 1891-1902 (vols. i. and ii., 2d ed. 1895); and "Invloed der Tropische Gewesten," 1893. Stokvis succeeded his father as president of the Nederlandsche Israelietische Armbestuur at Amsterdam.


http://www.historici.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn4/stokvis

STOKVIS, Barend Joseph (1834-1902)

Stokvis, Barend Joseph, arts en hoogleraar in de geneeskunde (Amsterdam 16-8-1834 - Amsterdam 29-9-1902). Zoon van Joseph Barend Stokvis, arts, en Rachel Wittering. Gehuwd op 21-6-1865 met Julia Elisabeth Wertheim. Uit dit huwelijk werden 1 zoon en 1 dochter geboren.

Al vrij vroeg was het duidelijk dat Barend Stokvis in de voetsporen zou treden van zijn vader, een in joodse kring in Amsterdam algemeen gerespecteerde arts. In 1850 werd Stokvis ingeschreven voor de studie geneeskunde aan het hoofdstedelijke Athenaeum Illustre. Was hij in de eerste klas van de Latijnse school nog bijna mislukt omdat hij liever versjes schreef dan zijn lessen leerde, hier bleek hij een vlotte student, die voldoende tijd vond zich met vrienden te verdiepen in de schone letteren. Dat hij ook zelf over enig dichterlijk talent meende te beschikken, toonde hij door toen en later onder de pseudoniemen 'V-S' en 'Dr. S. de Jonge' enkele gedichten te publiceren. Aangezien het Athenaeum het promotierecht miste, moest Stokvis zijn academische examens elders afleggen, in zijn geval in Utrecht, waar hij onder anderen de fysioloog en oogheelkundige prof. F.C. Donders ontmoette. Op 12 juni 1856 promoveerde hij hier bij prof. L.C. van Goudoever op De glucogenesi in hepate eiusque nexu cum excretione sacchari in diabete mellito (Over de suikervorming in de lever in verband met de suikerafscheiding bij diabetes mellitus), een proefschrift dat aansloot bij het werk van de Franse fysioloog Claude Bernard.

Na zijn promotie ondernam Stokvis een studiereis naar Parijs en Wenen. Vervolgens vestigde hij zich in maart 1857 als praktizerend geneesheer te Amsterdam, waar hij zijn patiënten vooral in de joodse gemeenschap had. Naast zijn werk als arts hield Stokvis zich - onbezoldigd - intensief bezig met wetenschappelijk werk in het fysiologisch laboratorium van het Athenaeum. In 1867 werd een daar voorbereide verhandeling Recherches expérimentales sur les conditions pathogéniques de l'albuminurie (over het verlies van albumine via de urine) door de Société royale des Sciences médicinales et naturelles te Brussel met goud bekroond.

In 1874 werd Stokvis benoemd tot hoogleraar in de pathologie aan de geneeskundige faculteit van het Athenaeum, als opvolger van J. van Geuns. In zijn op 8 juni van dat zelfde jaar uitgesproken oratie, De eenheid der physiologie en der pathologie in hare beteekenis voor de beoefening van beide wetenschappen geschetst , zette hij zijn algemene standpunt ten aanzien van de medische wetenschap uiteen: in het zieke en het gezonde lichaam werken dezelfde fysiologische wetten, en de natuur- en scheikunde vormen daarom de basiswetenschappen voor de gehele geneeskunde. In 1877, bij de verheffing van het Athenaeum tot universiteit, werd de leeropdracht van Stokvis uitgebreid met de geneesmiddelleer, het vakgebied dat mettertijd zijn eigenlijke specialisme werd. Hoewel de pathologische chemie hem bleef boeien - hij begeleidde ook ettelijke proefschriften op dit terrein -, ging zijn eigenlijke aandacht steeds meer uit naar de pharmacotherapie. De tussen 1891 en 1902 in drie delen gepubliceerde Voordrachten over geneesmiddelleer kunnen worden beschouwd als zijn hoofdwerk. Als specialist op het terrein van de geneesmiddelen voelde Stokvis tevens behoefte zich tegen de onverminderde populariteit van de homeopathie te keren; in 1888 hield hij hierover een paar voor een ruim publiek bedoelde voordrachten, die naderhand in druk verschenen en veel reacties uitlokten.

Stokvis was een van de eerste joodse hoogleraren die aan Nederlandse universiteiten werden toegelaten, en hij heeft zijn afkomst ook nooit verloochend. Evenals zijn vader was hij onder de Amsterdamse joden een gerespecteerde arts; eigenlijk bestond er voor hen maar één geneesheer, namelijk 'de Professor'. Daarnaast diende Stokvis de joodse gemeenschap ook op het bestuurlijke vlak. Hij behoorde tot de kring van zijn zwager, de bankier A.C. Wertheim, die, hoewel zelf niet of nauwelijks religieus, steeds uit solidariteit met zijn geloofsgenoten, een groot deel van zijn tijd besteedde aan het behartigen van de belangen van de joden in Amsterdam. Van 1888 tot zijn dood in 1902 was Stokvis voorzitter van het Nederlandsch Israëlietisch Armbestuur in Amsterdam - een functie die zijn vader tot aan zijn overlijden in 1887 had bekleed - en in die hoedanigheid nam hij in 1898 het initiatief tot de oprichting van een Centraal Israëlietisch Krankzinnigengesticht in Nederland (later gevestigd in Apeldoorn: 'Het Apeldoornsche Bosch'). Het waren overigens niet alleen de joden die van zijn bestuurlijke talent profiteerden. Stokvis was ook voorzitter van de Amsterdamsche Vereeniging voor Gezondheids- en Vacantiekoloniën en lid en vice-voorzitter van de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs in Amsterdam. Zijn liefde voor de schone kunsten toonde hij als lid van het hoofdbestuur van het Nederlandsch Toneelverbond; verder was hij enige tijd voorzitter van het bestuur van de Toneelschool. Zijn streven was erop gericht de acteurs en actrices, op wie aan het begin van de eeuw nog werd neergekeken, te vormen tot 'menschen van beschaving'

Het maatschappelijke aanzien dat Stokvis genoot, steunde echter in de eerste plaats op zijn gezag als arts. Reeds voor zijn benoeming tot hoogleraar genoot Stokvis nationale bekendheid in de medische wereld. In de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der Geneeskunst was hij vele jaren actief bestuurslid - meer dan eens was hij voorzitter - en in het Amsterdamse Genootschap ter bevordering van Genees- en Heelkunde speelde hij een belangrijke rol. Hij was een van degenen die het initiatief namen het werkterrein van dit genootschap uit te breiden met de natuurwetenschappen; in 1870 werd het daarom omgedoopt in Genootschap ter bevordering van Natuur-, Genees- en Heelkunde. Toen in 1887 het Nederlandsch Natuur- en Geneeskundig Congres voor het eerst bijeenkwam, was Stokvis de aangewezen persoon om de openingsrede Nationaliteit en natuurwetenschap te houden. Hij probeerde hierin het eigene van de Nederlandse natuurwetenschap te omschrijven, waarbij hij - evenals in zijn colleges en in verschillende vroegere publikaties - teruggreep op de geschiedenis van de natuurwetenschappen; hij behoort daarmee tot de pioniers van de wetenschapsgeschiedenis in Nederland.

Stokvis' grote belangstelling voor de geschiedenis van de vaderlandse natuurwetenschap verhinderde hem niet op internationaal terrein actief te zijn. Integendeel, in het in de tweede helft van de negentiende eeuw op gang komende internationale congreswezen vertegenwoordigde Stokvis met grote regelmaat de Nederlandse wetenschappelijke gemeenschap. Niet alleen zijn gezag als geneeskundige en zijn beminnelijke en hartelijke persoonlijkheid, ook zijn perfecte beheersing van verschillende vreemde talen maakten hem tot de 'vaandeldrager van de Nederlandse geneeskunde'. Zijn eerste grote optreden vond plaats in 1883, toen hij initiatiefnemer en voorzitter was van het Internationale Koloniale Geneeskundige Congres in Amsterdam. De koloniale geneeskunde droeg hij, hoewel hij nooit de tropen bezocht, altijd een warm hart toe; hij steunde de oprichting van een Koloniaal-Geneeskundig Museum, ijverde voor de invoering van onderwijs in de koloniale geneeskunde en was een warm pleitbezorger van de vestiging van Europeanen in tropische gebieden. Na 1883 heeft hij, hetzij als vertegenwoordiger van de Universiteit van Amsterdam - waarvan hij in 1891/1892 rector was -, hetzij als vertegenwoordiger van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen - waarvan hij sinds 1879 lid was -, hetzij als vertegenwoordiger van de Nederlandse regering, nog tal van internationale congressen en huldigingen bijgewoond. Hoogtepunt was zijn bijdrage aan het internationaal geneeskundig congres in Rome in 1894: zijn aldaar in welluidend Italiaans uitgesproken rede werd met zoveel geestdrift ontvangen dat de Italiaanse koningin Margareta hem zelfs een handkus toestond.

Bij al zijn internationale contacten vergat Stokvis echter niet dat hij Nederlander was. Toen hij in 1902 plotseling aan een hartverlamming overleed, werd in de algemene vergadering van 'zijn' Genootschap speciaal dit punt gememoreerd: 'In tegenstelling met velen wier cosmopolitisme bestaat in het minachten van datgene wat Nederlanders kennen, kunnen en doen en het zonder grond voortrekken van wat uit het buitenland komt en door hen meest slechts ten deele beoordeeld kan worden en wier polyglottisme zich uit in het schrijven van een met de jammerlijkste germanismen doorspekte taal ..., toonde Stokvis zich een goed Nederlander door de zorg, die hij besteedde aan de zuiverheid van zijn taal. Sierlijk schrijven als Stokvis deed kan niet iedereen, maar goed schrijven kan elk, die er zich moeite voor geeft en bedenkt welke waarde dat voor onze nationaliteit heeft' (geciteerd in: Van Berkel, Spiegelbeeld , 39).

A: Archivalia betreffende Julia Elisabeth Wertheim en B.J. Stokvis in Familiearchief Wertheim, inv. nrs. 60-70 bij de Gemeentelijke Archiefdienst te Amsterdam. Persdocumentatie betreffende Stokvis bij dezelfde Archiefdienst.

P: Een uitvoerige bibliografie van Stokvis' wetenschappelijke publikaties tot 1899 in de onder L genoemde publikatie van Zeehuizen, 198-220. Een lijst van door Stokvis geschreven gedichten in het onder A genoemde archief, inv. nr. 70.

L: Behalve necrologieën o.a. door A.S. Kok, in De Nederlandsche Spectator (1902) 329-330, door W. Koster, in Eigen Haard (1902) 644-646, door C.H. Kuhn, in Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde 2e reeks, 38 (1902) II, 673-677 en door E.C. van Leersum, in Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift 12 (1902) deel 24, 328-334: W. Koster, 'Professor B.J. Stokvis', in Eigen Haard (1893) 548-552; H. Zeehuizen, 'Barend Joseph Stokvis', in Mannen en vrouwen van beteekenis in onze dagen . Bijeengebr. door J. Kalff jr. (Haarlem, 1899) 163-220; Gedenkboek van het Athenaeum en de Universiteit van Amsterdam, 1632-1932 . Onder red. van H. Brugmans (Amsterdam, 1932) 681-682; Hindle S. Hes, Jewish physicians in the Netherlands, 1600-1940 (Assen, 1980) 157-158; K. van Berkel [e.a.], Spiegelbeeld der wetenschap. Het Genootschap ter bevordering van Natuur-, Genees- en Heelkunde, 1790-1990 (Rotterdam, 1991) vooral 38-43.

I: J. Geerling [e.a.], Nederlandsche Internisten Vereeniging 1931-1981 (Utrecht, 1981) 9.

K. van Berkel

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 4 (Den Haag 1994) Laatst gewijzigd op 10-02-2012

Bruidegom: Barend Joseph Stokvis Relatiesoort: Bruidegom Geslacht: Man Geboorteplaats: Amsterdam Leeftijd: 30 Beroep: medicinae doctor Vader bruidegom: Joseph Barend Stokvis Geslacht: Man Beroep: medicinae doctor Moeder bruidegom: Rachel Wittering Geslacht: Vrouw Bruid: Julia Elisabeth Wertheim Relatiesoort: Bruid Geslacht: Vrouw Geboorteplaats: Amsterdam Leeftijd: 29 Vader bruid: Carel Wertheim Geslacht: Man Moeder bruid: Dientje van Minden Geslacht: Vrouw Gebeurtenis: Huwelijk Datum: woensdag 21 juni 1865 Gebeurtenisplaats: Amsterdam

view all

Prof. Dr. Barend Joseph Stokvis's Timeline

1834
August 16, 1834
Amsterdam, NH, Netherlands
1867
March 18, 1867
Amsterdam, North Holland, The Netherlands
1869
1869
Amsterdam, North Holland, The Netherlands
1902
September 28, 1902
Age 68
Amsterdam, Netherlands