Ridder Wouter I "Draeckenbaert" Berthout van Mechelen Grimberghe

Is your surname Berthout van Mechelen Grimberghe?

Research the Berthout van Mechelen Grimberghe family

Ridder Wouter I "Draeckenbaert" Berthout van Mechelen Grimberghe's Geni Profile

Share your family tree and photos with the people you know and love

  • Build your family tree online
  • Share photos and videos
  • Smart Matching™ technology
  • Free!

Ridder Wouter I "Draeckenbaert" Berthout van Mechelen Grimberghe

Dutch: Wouter I 'Draeckenbaert' Berthout van Mechelen Grimberghe, French: Gauthier I Berthout
Also Known As: "Wouter", "Gauthier Berthout", "Wauthier de Grimberghe", "Walter de Grimberghe"
Birthdate:
Birthplace: Mechelen, Vlaanderen, Belgium
Death: circa 1120 (57-75)
Place of Burial: Grimbergen, Flemish Region, Belgium
Immediate Family:

Son of Lord Geeraert van Berthout van Mechelen Grimbergen and Ermengarde Berthout van Mechelen Grimbergen
Husband of Adeline van Boechout
Father of Arnoud IV/I 'Draeckenbaert' Berthout van Mechelen-Grimbergen; Liutgarde Berthout van Grimbergen; Adela Berthout; Sir Gerard I van Ninove; Alveric van Grimbergen and 2 others

Occupation: heer van Grimbergen, Sieur de Malines, Avoué de Grimberghe, heer van Grimbergen en Mechelen, kruisridder
Managed by: Private User
Last Updated:

About Gauthier I Berthout (Français)

Gauthier Ier Berthout, également appelé Wauthier ou Walter de Grimberghe, est un membre de la noblesse féodale du duché de Basse-Lotharingie qui vécut entre la fin du XIe siècle et le début du XIIe siècle. Il était seigneur de Grimbergen et est connu pour y avoir fondé l'abbaye de Grimbergen.
Le premier acte mentionnant l'existence de Gauthier Berthout est une donation faite en 1096 par la comtesse Ide de Boulogne au profit de l'abbaye d'Affligem. Gauthier y apparait comme témoin, aux côtés des trois fils de la comtesse : Godefroy, Eustache et Baudouin1. Il suivit d'ailleurs Godefroy en Palestine lors de la première croisade.

Il aurait hérité la seigneurie de Grimbergen du droit de sa femme, petite-fille de Gauthier de Grimbergen. Cette alliance lui aurait permis d'acquérir des biens importants venant de cette famille.
Gauthier fonde aux environs de l'an 1110 l'abbaye de Grimbergen au profit des chanoines réguliers de l'ordre de Saint-Augustin1. L'abbaye est ensuite occupée par des moines de l'ordre de Saint-Benoit puis est confiée, en 1128, à Saint-Norbert par les fils de Gauthier, Arnould et Gérard.
On rapporte que Gauthier mourut en 1120 et fut enterré dans l'abbaye de Grimbergen.
(source: Wikipedia: Gauthier Ier Berthout)

Over Wouter I 'Draeckenbaert' Berthout van Mechelen Grimberghe (Nederlands)

Een geboortejaar 1054 lijkt meer realistisch dan 'circa 1070'.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Wouter_I_Berthout
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wouter_II_Berthout

https://www.genealogieonline.nl/families-klein-ree-ea/I98518.php

Heer van Grimbergen en Mechelen, bisschoppelijk voogd van Mechelen 1096/1110, stichtte in 1110 de abdij Grimberghe. Neemt deel aan de eerste kruistocht. Ontgint na zijn thuiskomst grote gebieden ten noorden van Brussel en sticht daar in 1110 (of 1128) de abdij van Grimbergen. Het kasteel van Grimbergen lag op een 13 m hoge motte, bij de kruising van de oude landweg van Brugge en Gent naar Brussel, met de Zenne, tegenover Vilvoorde.

Vaderschap van Adela is gebaseerd op naamsverwantschap en op de steun die families uit het rivierenland later aan de heren van Grimbergen hebben gegeven (bron: http://nl.rodovid.org/wk/Persoon:124652)

Hans Vogels heeft in 2010 het volgende gepubliceerd over de vraag of Wouter Berthout een zoon of schoonzoon was van Gerard van Mechelen (Hans Vogels. Grimbergen-Berthout ca.1140-1200, bericht in de Yahoo group Middeleeuwse Genealogie, 27 april 2010):

In het in 2003 verschenen "Familie en Macht" poneerde Godfried Croenen een nieuwe samenstelling van familie Berthout, heren van Grimbergen. Traditionele literatuur noemt de gebroeders Wouter I Berthout, Gerard II en Arnold als zonen van Gerard I van Grimbergen, † 1131. Croenen komt in zijn studie tot de conclusie dat Wouter Berthout I geen zoon maar een schoonzoon moet zijn geweest en geeft daar een aantal argumenten voor.

Twee van die argumenten zijn de volgende.
1. De toenaam die Wouter I Berthout en zijn nakomelingen aannamen.
2. Het heraldische wapenverschil tussen de Berthouts van Mechelen en de Van Grimbergens.

Argument:
1. De toenaam Berthout is een juxtaponerend patroniem. Het verwijst naar een voornaam van een opmerkelijke voorouder in het voorgeslacht die wegens zijn zeldzaamheid via een toenaam aanleiding gaf tot de vorming van een geslachtsnaam. Bij de oudste voorbeelden van dit soort toenamen is het bijna steeds onmogelijk om de oorspronkelijke drager van de voornaam in de bronnen aan te duiden. Dat was ook bij de Berthouts het geval. Voor Croenen was het belangrijk te constateren dat de toenaam ondanks zijn sterk erfelijk – en dus familiaal – karakter enkel werd gebruikt door de afstammelingen van Wouter I Berthout en nooit door de andere heren van Grimbergen. Indien Wouter I Berthout inderdaad een zoon was van Gerard I van Grimbergen, moeten zijn broers Gerard II en Arnold van Grimbergen dezelfde voorouders hebben gehad. Het is dan ook op zijn minst vreemd dat zij nooit van dezelfde geslachtsnaam zouden hebben gebruik gemaakt.

Opmerkingen:
Croenen haalt zich met zijn conclusie, Wouter I Berthout = een schoonbroer van Gerard II en Arnold II van Grimbergen, problemen op de hals. Het klopt dat zijn nakomelingen deze toenaam tot achternaam aannamen. De naamscombinatie Wouter Berthout zien we echter ook opduiken bij een kleinzoon van Gerard II van Grimbergen. Croenen worstelt daar echter om dit feit zinvol te verklaren. Deze kleinzoon' wordt nu een stiefzoon' van Gerard III († 1200) die ook nog eens een deel van het Grimbergse vaderlijke erfgoed (patrimonium) verwerft ten koste van Gerards zoon Willem, die maar een bescheiden erfdeel toebedeeld krijgt.

Wat is nu het geval? Gerard III huwde 1195 met Adelize van Buischere, weduwe van de Vlaamse edelman Wouter II van Dendermonde, † vóór 1194. In een ongedateerde oorkonde tussen 1176-1194 van genoemde Adelize, zegelt haar zoon Bertold vóór Daniel zoon van Wouter van Dendermonde. Bertold wordt later meer volledig Wouter Berthout genoemd en gaat zich vanaf 1206 (na de dood van stiefvader) Gerard (IV) van Grimbergen noemen. In de tekst wordt Gerard IV (voorheen Wouter Berthout) tot stiefzoon gemaakt terwijl in het stamboomschema (blz. 34) hij als zoon opgevoerd wordt. Dat is dubbelop en geeft een vertekend beeld. Het is of het een of het ander.

Een bijkomstig probleem voor Croenen is ook nog dat in de ongeda-teerde oorkonde oudste zoon Daniel van Dendermonde na zijn jongere' broer Wouter Berthout wordt opgevoerd. Een onopgelost item blijft ook wie dan de werkelijke vader van die stiefzoon' moet zijn geweest en waarom die stiefzoon dan ook nog heel toevallig de naamscombinatie Wouter Berthout droeg die op dat moment voorbehouden was aan de Mechelse neven.

De oplossing is echter simpel als we het ook door Croenen geraad-pleegde The Flemish Nobility before 1300 (E. Warlop, 1975-1976) er op naslaan. De eerste man van Adelize van Buischere was Wouter II van Dendermonde, zoon van Wouter I van Dendermonde, †1173. Bij Wouter II zien we een vermelding als levende persoon op 6 april 1176 met de opmerking dat hij overleden was voor 1194. Hierdoor beïnvloed volgt dan de veronderstelling van Croenen dat Adelize en Gerard III van Grimbergen ca. 1195 huwden. Uit het huwelijk Dendermonde - Buischere werden twee dochters geboren: Mathilda († verm.1224, x voor 1191 Willem II van Béthune, † 1214) en Margareta (vermeld 1214-1238). Het huwelijksjaar van Mathilda en Willem II (zoon van Robert V van Béthune) kan ruimschoots in tijd opschuiven omdat in 1194 al vijf van de zeven bekende kinderen met voornaam worden vermeld: Daniel, Robert, Boudewijn, Aleijda en Mathilda.

Het huwelijk Béthune - Dendermonde zal derhalve al midden tot eind jaren '80 gesloten zijn. Kijken we even goed naar vader Wouter II van Dendermonde dan mogen we uit zijn laatste en enige vermelding uit 1176 concluderen dat hij na 6 april 1176 moet zijn gestorven. Dat kan dus inderdaad (ruimschoots) vóór 1194 zijn. Uit het voorgaande blijkt dat 1194 geen hard jaar is aangezien het een ongedateerde oorkonde betreft die tussen 1176 en 1194 is opgesteld. De jaren 1176 en 1194 slaan derhalve op de laatste (bewaard gebleven) vermelding als levend en de eerste als overleden persoon. Zijn schoonzoon Willem II van Béthune werd door zijn huwelijk met erfdochter Mathilda, al vóór 1191 heer van Dendermonde.

Als we dan terugkeren naar de ongedateerde oorkonde van [1176-1194] en uitgaan van de veronderstelling dat de handeling van Adelize zo in of kort voor 1194 plaats vond dan kunnen we twee zaken constateren. Dat enerzijds de als laatst genoemde Daniel zoon van Wouter van Dendermonde hoogstwaarschijnlijk niet de (oudste) zoon van Adelize maar haar schoonbroer zal zijn geweest. Het Dendermonde-probleem valt dus al weg. Deze Daniel van Dendermonde is Warlop onopgemerkt gebleven. Daniel kan wellicht de verbinding vormen naar drie losse en jongere Van Dendermondes. Anderzijds zien we Wouter Berthout als zoon van Adelize genoemd worden en de oorkonde van zijn moeder zegelen. Als getuigende zegelaar zal hij minimaal veertien jaar zijn geweest zodat zijn geboortejaar uiterlijk in 1180 en mogelijk iets eerder te plaatsen valt.

Met de wetenschap dat Gerard III van Grimbergen met de weduwe van Wouter II van Dendermonde was gehuwd komt deze weer in beeld als logische vader van Wouter Berthout van Grimbergen. Ten slotte komt Gerard III uit een familie waarin de benaming Wouter Berthout niet onbekend was. Omdat genoemde zoon Wouter Berthout van Grimbergen zijn voornaam wijzigde in Gerard IV in overeenstemming met zijn vaders en grootvaders voornaam kan met Croenen worden verondersteld dat hij na het wegvallen van de oudste mannelijke erfgenaam en logische opvolger van zijn vader, de naam van een jonggestorven oudste broer heeft aangenomen. Dat verklaard dan zijn naamswijziging als het feit dat hij als oudste in leven gebleven zoon en niet als stiefzoon zijn (stief-) vader als heer van Grimbergen en Ninove heeft opgevolgd ten nadele van zijn jongere broer Willem. Deze Willem van Grimbergen erfde zijn moeder bezittingen in Vlaanderen en de Brabantse heerlijkheid Asse.

Argument:
2. De afstammelingen van Wouter I Berthout droegen als heraldische figuur drie rode palen in een gouden veld. Een wapen dat totaal verschillend is van het wapen van de afstammelingen van Gerard III van Grimbergen. De familie Van Grimbergen voerde een dwarsbalk met daaroverheen een St.-Andrieskruis (schuinkruis).

Opmerkingen:
Op zichzelf hoeft dit geen probleem te geven aangezien er voorbeelden te over zijn van families en personen die een ander wapen gingen voeren als het bekende familiewapen. Zo ging rond 1300 nagenoeg de hele familie Van Wassenaar (dwarsbalken met schuinkruis), zowel de hoofdstam als zijtakken, over op een nieuw wapen met drie wassenaars. De graaf van Gelre ging van drie mispelbloemen over naar een leeuw. De heren van Perwez, een jongere loot van de hertogen van Brabant, namen het Grimbergse wapen over. De heren van Beusinchem gingen van een geschuinbalkt wapen over naar drie zuilen. De heren van der Leck gingen van eveneens van een geschuinbalkt wapen over op een leeuw. Het oudste Van Bronckhorstwapen vertoonde een dubbelgetande dwarsbalk. De jongere generaties gingen over op een leeuw. Deze Nederlandse voorbeelden dateren allemaal uit de 13e eeuw.

Volgens Croenen vertoonde het oorspronkelijke wapen van de Van Grimbergens mogelijk slechts een dwarsbalk. Het St.-Andrieskruis zou pas later door Gerard III van Grimbergen zijn toegevoegd. Het wapen van zijn broer Arnold III van Grimbergen vertoont een dwarsbalk met twee bollen boven en een bol onder de balk. Het gegeven dat ook de nakomelingen van Gerard III de dwarsbalk met het St.-Andrieskruis voeren is een duidelijke indicatie voor de aanhechting van Gerard IV (voorheen bekend als Wouter Berthout) als een echte Grimberger. Ware hij een stiefzoon dan had hij zijn eigen familiewapen kunnen blijven voeren en was er geen reden om de stiefvaderlijke Grimbergse goederen te erven. Als zoon van zijn Vlaamse moeder had hij haar in de Vlaamse goederen (die bij zijn jongere broer Willem terecht kwamen) kunnen opvolgen.

Op blz. 29 (noot 33) merkt Croenen op dat het oudste zegel waarop het karakteristieke Berthout-wapen voorkomt uit 1180 dateert. Het betreft hier het wapenzegel van Wouter II Berthout. Op de afbeelding op blz.37 valt dit evenwel niet duidelijk te constateren. Van Wouter II Berthout zijn ook zegels uit 1195 en 1202 bewaard gebleven waaruit het Berthout-wapen evenwel duidelijk blijkt.

De echte heraldieke kenmerken van de Berthouts en de Grimbergen komen feitelijk dus pas aan het licht in de generatie van de kinderen van Wouter I Berthout en zijn (
schoon-)broer Gerard II van Grimbergen en dan ook nog aan het eind van de 12e eeuw. Deze constatering hoeft geen bevreemding te geven. Het is juist in die periode dat de Heraldiek in onze contreien zijn intrede doet. Heel informatief daarvoor is het werk van A.H. Hoeben, Brabantse heraldiek in historisch perspectief (Helmond, 1991). Hoofdstuk II beschrijft De pre-heraldische periode in de Zuidelijke Nederlanden. In het volgende hoofdstuk (III Vorst en adel) komen achtereenvolgens aan bod: Hertogelijke zegels vanaf 1196 tot circa 1400; De oudste adel in het gebied van het huidige Noord-Brabant; Adel en ridderschap in het hertogdom Brabant na 1300 en Zegels en wapens van vrouwen.

Kort samengevat komt het er op neer dat in 1196 de hertog van Brabant voor het eerst komt met een wapenzegel waarop de Brabantse leeuw als een vast heraldiek kenmerk wordt opgevoerd. Kort daarna zien we de hogere adel zich op hun wapenzegels ook met een herkenbaar heraldiek kenmerk gaan tooien. De bewaard gebleven zegels van vóór die tijd vertonen ruiterzegels en/of allerlei wisselende symbolen. De leeuw was overigens al iets eerder geïntroduceerd (1183-1190) op de munten van hertog Godfried III en zijn zoon Hendrik I van Brabant (zie ook H. de Vries, Wapens van de Nederlanden. De historische ontwikkeling van de heraldische symbolen van Nederland, België, hun provincies en Luxemburg (Amsterdam, 1995)). In dezelfde periode als de hertog van Brabant zien we ook andere graven een familiewapen kiezen. Zo koos graaf Otto I van Gelre in 1190 voor een wapen met 3 vijfbladige bloemen. In 1191 zien we graaf Boudewijn V met drie kepers (˄); in 1198 graaf Dirk VII van Holland met een leeuw; in 1208 hertog Hendrik III van Limburg eveneens met een leeuw. Het is dus niet verwonderlijk dat de oudste heraldieke wapens van de Berthouts en de Grimbergens uit deze tijd dateren.

Dat mag wellicht als een verrassing komen omdat van de oudere generaties (Wouter I Berthout en Gerard II) verondersteld wordt dat ze een soortgelijk wapen als de jongere generaties hebben gevoerd. Zo lezen we bij Croenen op blz. 298 de constatering "Er zijn geen bewijzen dat Wouter I reeds het bekende wapen van de familie Berthout voerde (ín goud drie palen van keel'), hoewel dat wel waarschijnlijk lijkt." Kijken we echter naar de uit latere tijden toegeschreven wapens dan moeten we opmerken dat die veronderstellingen geen solide basis hebben. In het hertogdom Brabant en de noordelijke en oostelijke graafschappen krijgen we pas vanaf het laatste decennium te maken met de
familiewapens'. In die periode hebben we binnen de familie Grimbergen-Berthout te maken met twee takken, neven die tegen het eind van hun generatie aan lopen en die middels hun moeders en vrouwen een eigen richting hebben bepaald. Zo zien we bij de Grimbergers twee Vlaamse dames (Ninove en Buischere) als huwelijkspartner. Bij de Berthouts zien we een Loonse gravendochter als stammoeder voor de takken Mechelen en Berlaar.

Het is daarom niet vreemd dat beide familietakken voor verschillende familiewapens hebben gekozen. Ik weet niet of er eens ooit iemand gewezen heeft op de wapenovereenkomst tussen Loon en Berthout. De graven van Loon voerden een wapen van 5gouden en 5 rode dwarsbalken terwijl Berthout een familiewapen met verticale gouden(5) en rode (3) palen gingen hanteren. Het kan toeval zijn maar misschien kan het toch subtiel hebben meegespeeld in zijn wapenkeuze dat Wouter II Berthout een zwager van de graaf van Loon was. Als je het wapen van de graven van Loon een kwartslag draait en verminderd met 3 balken heb je het wapen van de Berthouts. Het kan een grappig toeval zijn waar we geen waarde verder aan hoeven te hechten.

In Warlop's The Flemish Nobility until 1300 worden een groot aantal wapenafbeeldingen getoond van de Vlaamse adel. Helaas zijn niet van alle geslachten en personen wapenzegels bewaard gebleven. Daarbij mag worden opgemerkt dat er een opvallend aantal 13e eeuwse wapenwijzigingen tussen de vroege en latere naamdragers van een aantal geslachten valt te constateren: Bergen; Béthune; Grammene; Harnes; Haverskerque; Kortrijk-Mortagne; Leerne; Oudenaarde; Roubaix; Schelderode; Wavrin; Zomergem-Woestijne. Bij de volgende twee geslachten zien we bovendien ook duidelijke afwijkende wapens tussen broers (en hun afstammelingen) onderling: Gavere en Reninge. In het Vlaanderen van vóór 1200 vallen maar twee duidelijke voorbeelden van heraldieke wapens te onderscheiden: Comines (1190) en Gent (1198). Ook deze geslachten zijn van het zelfde niveau als de Brabantse Grimbergers en de Berthouts. Hoewel dit Vlaamse voorbeelden zijn mag mijns inziens gezien de grensoverschrijdende mobiliteit (huwelijken, vererving, koop) ook voor de Brabantse adellijke en ministeriale geslachten een zekere flexibiliteit in de wapenvoering verondersteld worden zodat men zich niet te veel moet blindstaren op een continue wapenvoering vanaf de eerste aanname van het familiewapen en op veronderstellingen inzake de periode vóór 1190.

Als we dus terugkeren naar het uitgangspunt, de twee genoemde argumenten van Croenen, dan lijkt het me duidelijk dat deze van hun aanvankelijke bewijskracht zijn ontdaan.

view all 11

Ridder Wouter I "Draeckenbaert" Berthout van Mechelen Grimberghe's Timeline

1054
1054
Mechelen, Vlaanderen, Belgium
1080
1080
Mechelen, Antwerp, Flanders, Belgium
1081
1081
Grimbergen, Flemish Brabant, Flanders, Belgium
1085
1085
Grimbergen, Flemish Brabant, Flanders, Belgium
1098
1098
1108
1108
1120
1120
Age 66
????
????