heer Hubert Bac van Tilborch

Hubert Bac van Tilborch wordt vanaf 1306 vermeld als kanunnik van Tongerlo. Hij werd provisor van de abdij en volgde in 1309 abt Godefridus op als abt. Hij verkreeg in 1310, door de gunst van de edelman Johannes van Gemmert, het patronaatsrecht van de kerk van Bergeik, dat toen de naam van Eickelberg droeg. In 1315 verwierf hij van Hendrik, heer van Mierlo, de kerk en de daaraan onderhorige kapellen van Mierlo. Hubertus maakte zich zeer verdienstig door het ondersteunen van behoeftigen gedurende een hongersnood en een daaruit ontstane pestziekte, die veel slachtoffers maakte. Op 14 april 1333 werd hij door twee van zijn dienaren vermoord (bron: Joseph A . Coppens. Nieuwe beschrijving van het bisdom van 's Hertogenbosch: naar aanleiding van het Katholijk Meijerijsch memorieboek van A. van Gils, Volume 4, Over die landstreken, die bij latere tijden van het bisdom van 's Hertogenbosch, afgezonderd zijn geworden, 1844, pag. 247; Hans Vogels, Terug naar de Bac-ermat, bericht in Yahoo group Middeleeuwse genealogie, 30 december 2014; Hans Vogels, Terug naar de Bac-ermat II, bericht in Yahoo group Middeleeuwse genealogie, 20 augustus 2019)

Hubert wordt in de oorkonden van de abdij Tongerlo diverse malen vermeld als abt, een enkele keer met familienaam, bijv.:
1 mei 1311: dominus Hubertus abbatus monasterii beate Marie de Thongherlo (bron: Dr M.A. Erens, O. Praem. De oorkonden der Abdij Tongerloo. IIde deel. Commissie voor geschiedkundige en folkloristische opzoekingen der provincie Antwerpen. St. Norbertusdrukkerij, P.V.B.A., Tongerloo, 1950, akte nr. 432, pag. 223)
6 november 1315: heer Hubrecht dsabt ende tsconvint van Tongerlo vander ordinen van Premonstreit (bron: Dr M.A. Erens, O. Praem. De oorkonden der Abdij Tongerloo. IIde deel. Commissie voor geschiedkundige en folkloristische opzoekingen der provincie Antwerpen. St. Norbertusdrukkerij, P.V.B.A., Tongerloo, 1950, akte nr. 477, pag. 280-284)
15 mei 1315: dominus Hubertus, Dei pacientia abbatus, et conventui ecclesie beate Marie de Tongerlo, Premonstratensis ordinis, Cameracensis dyocesis (bron: Dr M.A. Erens, O. Praem. De oorkonden der Abdij Tongerloo. IIde deel. Commissie voor geschiedkundige en folkloristische opzoekingen der provincie Antwerpen. St. Norbertusdrukkerij, P.V.B.A., Tongerloo, 1950, akte nr. 481, pag. 292-295)
7 of 8 april 1316: dominus Hubertus abbatus monasterii de Tongherlo, ordinis Premonstratensis, Cameracensis dyocesis (bron: Dr M.A. Erens, O. Praem. De oorkonden der Abdij Tongerloo. IIde deel. Commissie voor geschiedkundige en folkloristische opzoekingen der provincie Antwerpen. St. Norbertusdrukkerij, P.V.B.A., Tongerloo, 1950, akte nr. 488, pag. 311-313)
8 april 1316: dominus Hubertus, abbatus monasterii de Tongherlo, ordinis Premonstratensis, Cameracensis dyocesis (bron: Dr M.A. Erens, O. Praem. De oorkonden der Abdij Tongerloo. IIde deel. Commissie voor geschiedkundige en folkloristische opzoekingen der provincie Antwerpen. St. Norbertusdrukkerij, P.V.B.A., Tongerloo, 1950, akte nr. 491, pag. 317-319)
8 of 9 april 1316: dominus Hubertus, abbatus monasterii de Tongherlo, ordinis Premonstratensis, Cameracensis dyocesis (bron: Dr M.A. Erens, O. Praem. De oorkonden der Abdij Tongerloo. IIde deel. Commissie voor geschiedkundige en folkloristische opzoekingen der provincie Antwerpen. St. Norbertusdrukkerij, P.V.B.A., Tongerloo, 1950, akte nr. 492, pag. 320-322)
27 april 1316: dominus Hubertus de Tilborg, abbatus monasterii beate Marie de Tongerlo (bron: Dr M.A. Erens, O. Praem. De oorkonden der Abdij Tongerloo. IIde deel. Commissie voor geschiedkundige en folkloristische opzoekingen der provincie Antwerpen. St. Norbertusdrukkerij, P.V.B.A., Tongerloo, 1950, akte nr. 499, pag. 334-335)
4 mei 1316: dominus Hubertus de Thilborg abbatus monasterii beate Marie de Thongherlo (bron: Dr M.A. Erens, O. Praem. De oorkonden der Abdij Tongerloo. IIde deel. Commissie voor geschiedkundige en folkloristische opzoekingen der provincie Antwerpen. St. Norbertusdrukkerij, P.V.B.A., Tongerloo, 1950, akte nr. 500, pag. 335-336)
14 mei 1316: dominus Hubertus de Thilborgh, abbatus monasterii beate Marie de Tongherlo, Cameracensis dyocesis, ordinis Premonstratensis (bron: Dr M.A. Erens, O. Praem. De oorkonden der Abdij Tongerloo. IIde deel. Commissie voor geschiedkundige en folkloristische opzoekingen der provincie Antwerpen. St. Norbertusdrukkerij, P.V.B.A., Tongerloo, 1950, akte nr. 502, pag. 338-339)

4 mei 1306: Schepenen van Oisterwijk oorkonden dat Hubertus, kanunnik van Tongerlo, namens abt en convent 12 bunder land te Aschhout onder Udenhout in jaarlijkse erfcijns heeft uitgegeven aan Hendrik Toyte van Berkel, waartegenover Hendrik Toyte beloofd heeft dit land te ontginnen en er gebouwen op te plaatsen tot een waarde van 20 pond, terwijl na zijn dood zijn erfgenamen om hetzelfde goed te verkrijgen een gewin zullen betalen van 20 schellingen zwarte tournooisen (bron: Dr. H.P.H. Camps. Oorkondenboek van Noord-Brabant tot 1312. Deel I. De Meierij van ’s-Hertogenbosch (met de heerlijkheid Gemert). Tweede stuk (1294-1312). Rijks Geschiedkundige Publicaties uitgegeven in opdracht van de minister van Onderwijs en Wetenschappen onder toezicht van de rijkscommissie voor vaderlandse geschiedenis. Martinus Nijhoff, ’s-Gravenhage, 1979, akte nr. 710, pag. 848-850)

4 mei 1306: Schepenen van Oisterwijk oorkonden dat Hubertus, kanunnik van Tongerlo, namens abt en convent 24 bunder land in Udenhout in jaarlijksee erfcijns uitgegeven heeft aan Diederik van den Venne te Berkel; waartegenover Diederik voornoemd beloofd heeft dit land te maken tot weide- en bouwland en daarop gebouwen te plaatsen ter waarde van 20 pond, terwijl na zijn dood zijn erfgenamen om hetzelfde goed te bezitten een gewin zullen moeten betalen van 20 schellingen zwarte tournooisen (bron: Dr. H.P.H. Camps. Oorkondenboek van Noord-Brabant tot 1312. Deel I. De Meierij van ’s-Hertogenbosch (met de heerlijkheid Gemert). Tweede stuk (1294-1312). Rijks Geschiedkundige Publicaties uitgegeven in opdracht van de minister van Onderwijs en Wetenschappen onder toezicht van de rijkscommissie voor vaderlandse geschiedenis. Martinus Nijhoff, ’s-Gravenhage, 1979, akte nr. 711, pag. 850-851)

4 mei 1306: Schepenen van Oisterwijk oorkonden dat Hubertus, kanunnik van Tongerlo, aan Jan Lumbart van Berkel de helft van het hout in Udenhout dat aan de abdij van Tongerloo toebehoort, verkocht heeft voor 172 pond en 10 schellingen, te betalen in zes termijnen (bron: Dr. H.P.H. Camps. Oorkondenboek van Noord-Brabant tot 1312. Deel I. De Meierij van ’s-Hertogenbosch (met de heerlijkheid Gemert). Tweede stuk (1294-1312). Rijks Geschiedkundige Publicaties uitgegeven in opdracht van de minister van Onderwijs en Wetenschappen onder toezicht van de rijkscommissie voor vaderlandse geschiedenis. Martinus Nijhoff, ’s-Gravenhage, 1979, akte nr. 712, pag. 851-853)

7 februari 1331: Voor schepenen van 's-Hertogenbosch wordt geacteerd dat Hubrecht, abt van Tongerlo, opdracht heeft gegeven aan zijn broer Arnoude Berthaut van Tilborch en aan Jan Ingramme van Oesterwijc tot vervulling van de voorwaarden aan de aankoop van het tiend van Mierlo verbonden (bron: Dr M.A. Erens, O. Praem. De oorkonden der Abdij Tongerloo. IIIde deel. Commissie voor geschiedkundige en folkloristische opzoekingen der provincie Antwerpen. St. Norbertusdrukkerij, P.V.B.A., Tongerloo, 1952, akte nr. 730, pag. 233-234)