Jan Bac van Tilborch

Jan Bac van Tilborch trad op namens de abdij Tongerloo op een tweetal momenten in 1307 (18 mei en 26 juni) toen de familie Rover haar erfgoederen in West-Tilburg verkocht. We zien waarschijnlijk hem als een overleden persoon in 1316 wanneer zijn dochters Hadewigis (Helewigis), Jutta, Elysabeth, Hengelbergis (Engelbergis), Agnes en Gudilam, met hun gekozen en toegewezen voogden, hun goederen te Udenhout verkopen aan Henric gnd. Back namens de abdij Tongerloo. In deze Oisterwijkse schepenakte is het opvallend dat er totaal niet gesproken wordt van enige verwantschapsrelatie tussen de dochters van Jan genaamd Bac en zaakwaarnemer Henric genaamd Bac, hetgeen doet vermoeden dat Jan en Henric geen broers waren. De zes dochters waren bij de verkoop nog ongehuwd. Drie van hen (Helewigis, Engelbergis en Agnes) worden gelinkt aan het goed Ten Grave dat eerder zou zijn overgedragen. Deze dames worden beschreven als van discretiones etatem , ze hadden dus minimaal de jaren van het onderscheid (7 jaar) bereikt en anderzijds omdat ze nog ongehuwd waren zullen ze ook nog ruwweg onder de 15 jaar zijn geweest. We mogen daardoor aannemen dat vader Jan genaamd Bac al in de eerste jaren van de 14e eeuw zal zijn gehuwd (bron: Hans Vogels, Terug naar de Bac-ermat, bericht in Yahoo group Middeleeuwse genealogie, 30 december 2014; Hans Vogels, Terug naar de Bac-ermat II, bericht in Yahoo group Middeleeuwse genealogie, 20 augustus 2019)

18 mei 1307: Voor schepenen van 's-Hertogenbosch getuigen Wellinus, zoon van wijlen Hille, burger van 's-Hertogenbosch, zijn zoon Arnold genaamd Rover, en zijn dochter Margareta, hun erfgoederen te West-Tilburg, van dewelke 4 mudden rogge en een jaarcijns van 3 schellingen uitgaan en waarop 5 schellingen de hertog toekomen, verkocht te hebben voor de abdij Tongerloo aan Johannes dictus Bac de Westilborch (bron: Dr M.A. Erens, O. Praem. De oorkonden der Abdij Tongerloo. IIde deel. Commissie voor geschiedkundige en folkloristische opzoekingen der provincie Antwerpen. St. Norbertusdrukkerij, P.V.B.A., Tongerloo, 1950, akte nr. 385, pag. 152-153; Dr. H.P.H. Camps. Oorkondenboek van Noord-Brabant tot 1312. Deel I. De Meierij van ’s-Hertogenbosch (met de heerlijkheid Gemert). Tweede stuk (1294-1312). Rijks Geschiedkundige Publicaties uitgegeven in opdracht van de minister van Onderwijs en Wetenschappen onder toezicht van de rijkscommissie voor vaderlandse geschiedenis. Martinus Nijhoff, ’s-Gravenhage, 1979, akte nr. 743, pag. 890-891)

26 juni 1307: Door schepenen van 's-Hertogenbosch wordt geacteerd dat door Johannes dictus Bac de Westilborch uit naam van de abdij van Tongerloo aan Wellinus zoon van wijlen Hille 256 pond betaald werd voor de aankoop van goed ter plaatse (bron: Dr M.A. Erens, O. Praem. De oorkonden der Abdij Tongerloo. IIde deel. Commissie voor geschiedkundige en folkloristische opzoekingen der provincie Antwerpen. St. Norbertusdrukkerij, P.V.B.A., Tongerloo, 1950, akte nr. 386, pag. 154; Dr. H.P.H. Camps. Oorkondenboek van Noord-Brabant tot 1312. Deel I. De Meierij van ’s-Hertogenbosch (met de heerlijkheid Gemert). Tweede stuk (1294-1312). Rijks Geschiedkundige Publicaties uitgegeven in opdracht van de minister van Onderwijs en Wetenschappen onder toezicht van de rijkscommissie voor vaderlandse geschiedenis. Martinus Nijhoff, ’s-Gravenhage, 1979, akte nr. 747, pag. 894)

19 december 1316: Schepenen van Oisterwijk getuigen dat Hadewigis, Jutta, Elysabeth, Hengelbergis en Agnes, dochters van wijlen Johannes dictus Bac, met hun wettige voogden hun goederen te Udenhout op de abdij Tongerloo overmaakten langs Henricus dictus Bac en tevens hun instemming verleenden tot een voorheen geschiede overdracht van goederen Ten Grave aldaar. Ook zuster Gudila gaat akkoord (bron: Dr M.A. Erens, O. Praem. De oorkonden der Abdij Tongerloo. IIde deel. Commissie voor geschiedkundige en folkloristische opzoekingen der provincie Antwerpen. St. Norbertusdrukkerij, P.V.B.A., Tongerloo, 1950, akte nr. 519, pag. 361-362)