Cornelis van Cromstrien

P.B. Bruijnvisch, med. doctor, als last en procuratie hebbende van vrouwe Jacoba van Gelre, wed. van burgemeester C. van Cromstrien, verklaart op 25 januari 1766 te leveren aan G. ten Hage, reg. burgemeester dezer stad, 4 gemeten 34½ roede boomgaard met de beplanting in de Dalemsepolder in Noordzijde nr. 30 voor £ 68 vls. ’t gemet (Tholen. Raze inv.nr. 5186-181).

Cornelis van Cromstrijen, voor 1726 - 1755, daarna zijn weduwe 1755 - 1773 Cornelis van Cromstrijen, zn. van Melchior van Cromstrijen en Cornelia de Witte van Elkerzee, geb. Zierikzee 8 september 1697, poorter van Tholen 6 juni 1717, commissaris 1720, schepen en raad van Tholen 1721-1755, burgemeester van binnen 1728, 1732, 1736, 1740, 1748, 1751, 1755, burgemeester van buiten 1729, 1733, 1737, 1741, 1749, 1752, thesaurier 1727-1729, ontvanger van de huisschatting 1729-1735 van Tholen, ontvanger van de 100e en 200e penning stad en eiland Tholen 1730-1755, leenman van Zeeland te Tholen 1731-1755, overl. Tholen 18 juli 1755, tr. 1725 (tr.boek Zierikzee: att. geg. 6 augustus 1725) Jacoba van Gelre, geb. Zierikzee 11 maart 1698, als wed. won. Middelburg, overl. Middelburg 24 december 1773, dr. van Pieter van Gelre en Quirina de Keijser.

Cornelis van Cromstryen, nr. 396, wordt aangeslagen voor £ 2:6:8 vls. (Tholen GA inv.nr. 2590. Kohier Huisschatting 1738). Idem 1753, nr. 393.

1500 Gemetenpolder. Het Oude Kerkhof nr. 2. Dhr. Mr. Johan van Gelre erfgenamen, gemeen met de hr. borgemeester Cornelis van Cromstrien wed. De Hofstede met de boomgaard. Zuid de dijk. West nr. 3. Noord en oost nr. 1. Groot 2 gemeten 125 roeden. Baander Johannis Faase (Veldboek Tholen 1766. GA inv.nr. 82).