Jannetje Gerritsz Ferdinandus, SM/PROG

How are you related to Jannetje Gerritsz Ferdinandus, SM/PROG?

Connect to the World Family Tree to find out

Jannetje Gerritsz Ferdinandus, SM/PROG's Geni Profile

Share your family tree and photos with the people you know and love

  • Build your family tree online
  • Share photos and videos
  • Smart Matching™ technology
  • Free!

Jannetje Gerritsz Ferdinandus, SM/PROG

Also Known As: "Jannetje APPEL", "Barentsz", "Grimpe", "Jannetje Ferdinandus"
Birthdate:
Birthplace: Kortrijk, West Flanders, Flanders, Belgium
Death: before July 25, 1700
Cape Town, Western Cape, South Africa
Immediate Family:

Wife of Juriaan Janz Appel; Jurriaan Jansz Appel, SV/PROG; Hendrik Barentz van der Zee and Hans Jürgen Grimpe
Mother of Ferdinandus Appel, b2; Johannes Appel; Jurgen Appel; Conraad Appel and Johann Michael Appel

Managed by: Private User
Last Updated:

About Jannetje Gerritsz Ferdinandus, SM/PROG

Marriage to Hendrik Barentsz Van der Zee SV/PROG

Cape Town, Western Cape, South Africa

1672 Den 7 Juli Henrick Barentze vander Zee jongh-man van Leeuwaarden met Jannetje Geraardts van Kortrijck weduwe van den borger Joris jansz zal.

- NGK G1 1/1, Nederduitsch Gereformeerde Kerk, Kerken Boek (Mar): transcribed by Richard Ball, Norfolk, England, (May 2006), Genealogical Society of South Africa, eGSSA Branch on http://www.eggsa.org/sarecords/index.php/church-registers/cape-town...


Marriage to Hans Jürgen Grimpe SV/PROG I

Cape of Good Hope, South Africa

14 December 1676 - ... Hans Jungen Grimp van Bromswijk, stalmeester jongman met opgemelte Jannetje ferdinandus laast weduwe van den vrijburger Hendrik Barentz van der Zee seer geerne in den houwelijken staat wilde treden ...

- Resolutions of the Council of Policy of Cape of Good Hope Cape Town Archives Repository, South Africa Reference code: C. 10, pp. 26-32. on http://databases.tanap.net/cgh/


Monsterrol 1695

't District Stellenbosch

p 143 'Hans Jurge Grimp & Johanna Gerritsz 2 k.'



2nd March 1661. Declaration of Paulus Jacobsz: van der Salm, sailor, Corn: Cornelisz: do., Heer Heresen do., and Jan Claasz: Snyder do., all belonging to the return fleet at present in the bay, that last night about 9 p.m., they heard and saw at the inn of Juriaan Jansz, where they lodged, that a person entered, long of stature and with yellow hair, armed with a sword, and also another, the baker of the Admiral, that deponents do not know their names, but would be able to recognise them. The two demanded brandy from the landlady Jannetje Ferdinandus, but were refused as it was so late ; they, however, obtained each a small glass of brandy ; they asked for more but were refused again. They then commenced to scold Jannetje, who returned the fire. The baker then drew his comrade through the door outside. The long one with yellow hair then drew his sword and wounded Jannetje in her right arm.

12th August 1661. Declaration of Cornells Willemsz:, Corporal, and Thomas Christoffel duller, of Leysigh, free Saldanha trader, 27 years old, made at the request of Jannetje Ferdinandus, wife of the innkeeper Juriaan Jansen, that on Tuesday evening they were at the inn of Juriaan when the free sawyer Leendert Cornelisz: had some words with Jannetje and said, why do you quarrel with me, I have a share in you and in all the women of the Cape, excepting one or two ; when the men are away, we know how to find and speak to one another. The first deponent also heard that he called Jannetje a strumpet, adding,"you and all the women at the Cape are strumpets," excepting the " JufErouw" (the Commander's wife) and another.

Woensdagh UH. December anno 1675. In conformite van 't besluijt op gisteren genomen, den borger Jacob Rosen daer ontslagen sijnde van d' Caapse bier-tap, Soo is van dagh in Raade verstaan, daartoe sullen werden geprivelegeert, d' weduwe Jannetje Ferdinandus ende Barent Brinkman ende dat voor den tijt van een jaare, mits betaalende den impost daarop voor dato gestelt, namentlijck Rxr. 100 ider. (From Resolutions, C9, p698)

4 Maart 1676 In Rade verschenen zijnde een wed. Janneken Ferdinandus genoemt ende huijsvrouwe van den vrijborger Barent Brinckman, met behoorlijcke eerbiedigheijt vertoonende, hoe sij in dato pmo. Januarij verleden t' samen aengevaert hebben de paght van de bieren, die van desen jare 1676 alhier ter plaetse stonden gebrouwen te worden ter somma van driehondert carol. gls.1) voor 't jaar, mits conditie sij deselve alleen zoude mogen tappen, en publijckelijck venten, en den brouwer der selve bieren Hendrick Evertsz gehouden soude sijn, opgemelte pachterssen van deselve behoorlijck voorsien. Dolerende ten eersten, dat door de ongemene drooghte en schrale, scherpe winden, het korengewas alhier seer sober geslaaght en de bieren uijt dien hoofde seer sleght gevallen zijn. Ten anderen dat in dato 12en Feb. verleden toegestaen was aen diverse vrije burgeren deser residentie suijkerbieren te setten ende verkopen, waerdoor den aftreck in de Caapse dos. merckelijck zij verhindert. Ende ten laesten, vermits de brouwerije (door dien deselve wierde gerepareert) ten aenwesen van de retourvlote onbruijckbaer zij geweest, sij paghstersen in haren voornaemsten ooghst ten merendele van biere distituijt zijn gebleven, vresende door manquement van kooren 't selve meermalen zal komen te gebeuren2), Ende derhalven versoghten seer ootmoedighlijck van boven gemelte paght ontslagen te mogen werden. (Resolusies, C9, p705)

Dinghsdagh 18 Augusto 1676 Na aanroepingh van Godts alderhejligste Naam, draagt den Gouverneur den Raadt voor hoe de pachters van 't Caapse gebrouwen bier, off den brouwen, nevens Jannetje Ferdinandus en Barbertje Geens, hebben gedemonstreert, hoe sij voor jegenwoordigh als noch onvermoogens sijn, door 't defect van hop en genoegsaeme andere granen, 't brouwen en uijtslijten van voors. bieren voor2) te setten, maar daar door voor jegenwoordigh t' eenemael is in verval geraeckt, oock gevolglijck onvermoogens de veraccordeerde pachtpenningen aan d' E. Compe. op te brengen ende te betalen, ong'acht haarlieden soo van d' E. Hr. oudt Gouverneur Isbrandt Goske, als mede van de Edle. Hr. Commissaris N. Verburgh op haare iterative klachten een merckelijcke affslagh is vergundt, Soo hebben nae rijpe deliberatie goet gevonden, de gemelte pachters daarin te gemoet te comen (om de E. Compa. niet totaliter van die penningen te frustreeren) en 't suijkerbiertappen in 't generael aan alle stricktelijck te interdiceeren, en deselve niet alleen aan opgemelte pachter en pachteressen, tot soulaes en opbrengingh van gemelte haar pachtpenningen te vergunnen, maar oock aan soodanige armee (sic ) en vervallene luijtjes, wed. en weesen, als meenen ten dienste der E. Compa. en volgens Christschuldige plicht is behoorende, gelijck wij dan gevolglijck tot 't verkoopen van voors. suijkerbieren mede hebben genomineert, de wed. van den borger Thielman Hendricx als een armee en behoeftige wed. vrouw3) sijnde, mitsgaders oock de 3 onmondige moeder en vaderloose kinderen van Geertruijt Mentings, jongst huijsvrou van den vrijborger Joannes Pretorius, om deselve in 't tappen van voors. bieren te laten continueenen tot het uijt eijnde deses loopende jaars. Resol, C9, p719

14 Des 1676 Verders is door weduwe genaamt Jannetje Ferdinandes en 2 Burgerraden deser residentie als voogden oven de vaderlose kinderen staande, in Rade gepresenteert seker request luijdende van woorde tot woorde als volgt: Aan de Edle, Heer Johan Bax genaemt van Herentaals, Gouverneur deser plaats mitsgaders zijn Ed. Achtb. Raadt. Geven met mogelijke onderdanigheijt Uedle, Achtbare te kennen Elbert Dimer en Wouter Mostert, voogden over de twee onmondige kinderen van Jannettie Ferdinandus genaamt Johannes en Ferdinandus Appel.Welcke voornoemd[e] twee kinderen door den gemelte Jannettie Ferdinandus ter eenre en ons zupplt. ter andre zijde bij forme van uijtcoop voor haar vaderlijke besterfenisse sijn bewesen de zomme van ƒ1600 sonder meer, mits gehouden zijnde de zelve eerlijk naa staatsgelegentheijdt te sustensenen, tot der teijd en weijse sij mondig of tot andre geapprobeerde staat soude gecome[n] wesen om haar te konnen generen, doch is 't gemelte capitaal aan ons zupplianten wel opgebracht, maar naderhand met kennis en communicatie van de overigheijd alhier op haer instantig versouk van de voornoemde weduwe weder aan haar ter handen gesteld om te voldoen haar crediteuren en tot opvoedingh van de voornoemde twee kinderen te strekken, en aangesien de gemelde weduwe voor present onvermogens is om 't gemelte capitaal aan de weesmeesteren deser plaatz of ons zupplianten op te brengen, doch niet te min voor 't bedrage van dien suffisant hipoteecq wil stellen als 't huijs en erff daar de zelve in woondt, en dat met een capitaal van ƒ1800 ten behouve van eenen Jochem Marquaard is belast geweest, en als nu volgens quitantie daar van wettelijk gepasseert t' enemaal ontlast, ook noch daar en boven met een somma van 500 guldens ten behouve van de diaconij deser plaatz beswaard, welke somma de voorn. Marcqwaard met de daar op verlopen intrest mede schijnen laste heeft aan genomen aan de diaconij te betalen, sonder daar op enige vordre belastinge te wesen ook noch een stuk gecultiveert thuijnlandt ,229 stux schapen, een slaaf, mitsgaders vorders alle meubelen en inboedelen mede vrij en sonder wettelijcke belasting, met alle 't welke genouchzame middelen sijn aangewesen en des te minder duchting behouven te werden gemaakt om 't voornoemde capitaal uijt te connen werden gefourneert, Soo versouken wij supplianten UED1e. Achtb. ootmoedig dat wij van de gemelte voordijschap t' enemaal mogen werden ontslagen, en zulx de weesmeesteren deser plaatz opgedragen.Welk verhopende etc.

't Welke gelesen en exactelijk geresumeert sijnde, hebben goedgevonden de weesmeesteren te recommanderen (gelijk als boven versogt) dat van de kinderen te acorderen en de zuppliant mede van haar voogdijschap ten principale te ontslaan, in die maniere nochtans dat evenwel gehouden zullen wesen over de educatie der kinderen nevens de E. weesmeesteren behoorlijck zorg te dragen ter tijet toe dat tot haren competenten ouderdom gecomen sijn. En alsoo Hans Jungen Grimp van Bromswijk,11) stalmeester jongman met opgemelte Jannetje Ferdinandus laast weduwe van den vrijburger Hendrik Barentz van der Zee seer geerne in den houwelijken staat wilde treden en van de Edle. Heer Gouverneur daar toe al overlang om permissie hadden versocht, en als noch versogten, onaangesien den stalmeester voornt. niet innocent is hoe ligtvaardigh zijn aenstaande bruijt sich noch jongst met een ander in oncuijsheijd heeft laten vinden, en haar onhebbelijk leven hem door den Gouverneur diverz malen voorgehouden. Zoo is den zelven egter niet genegen van dit voornemen en voorwetende verkeert bestaan te desisteren; hebbende dese zaak dan wijders nagevolgt en haarlieden afgevraagt, alsoo gemelte wed. voorgaf beswangert te wesen, of wel te regt wiste wie de vader van 't kind was, andwoordende sij niemand anders als haren toescheijnende buijdegom daar voor te kunnen aannemen, gelijk den zelven mede is confirmerende van sijne kand daar van wel verassourt.12) te zijn, Werdende haarlieden 't zelve dan tot zoo verre g'acordeert dat hun zoo lang noch zullen13) hebben te bedenken tot de comste van 't aanstaande N.Jaar. Mitsgaders dat hij bruijdegom tot acommodatie van 's Comps. paarden en stal eerst zal moeten uijt vinden zodanigen bequamen stalmeesten als tot dien dienst zal comen te requireren. (Resolutions, C10, p732)

view all 11

Jannetje Gerritsz Ferdinandus, SM/PROG's Timeline

1638
1638
Kortrijk, West Flanders, Flanders, Belgium
1660
1660
Kaapkolonie,Suid Afrika
1665
October 4, 1665
Caap de Goede Hoop
1670
1670
Flörsheim am Main, Main-Taunus-Kreis, Hessen, Germany
1700
July 25, 1700
Age 62
Cape Town, Western Cape, South Africa
????